Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Abhärten:
  2. abhärten:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor abhärten (Duits) in het Frans

Abhärten:

Abhärten [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abhärten
    le durcissement

Vertaal Matrix voor Abhärten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
durcissement Abhärten

abhärten:

abhärten werkwoord

  1. abhärten (härten; stählen; verhärten; hartmachen)
    tremper; durcir
    • tremper werkwoord (trempe, trempes, trempons, trempez, )
    • durcir werkwoord (durcis, durcit, durcissons, durcissez, )

Vertaal Matrix voor abhärten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
durcir abhärten; hartmachen; härten; stählen; verhärten eindicken; erfrieren; erhärten; erlahmen; erstarren; hart werden; härten; steif werden; stillstehen; verhärten; versteifen; versteinern; verstocken
tremper abhärten; hartmachen; härten; stählen; verhärten anfeuchten; aufweichen; befeuchten; durchtränken; durchtränken mit flüssigem; eintauchen; eintunken; einweichen; imprägnieren; kentern; kippen; quellen; senken; tauchen; trenken; tränken; umfallen; untertauchen

Synoniemen voor "abhärten":


Wiktionary: abhärten

abhärten

Computer vertaling door derden: