Fr.: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

für:
- à; à quoi; pourquoi; pour laquelle; pour lesquelles; pour lequel; pour quoi; pour lesquels; pour quelle raison; pour
- pro; pour
Wiktionary:
- Fr. → Mme.
- Fr. → Mme
- für → pour, à
- für → intention
- für → quant à

Duits

Uitgebreide vertaling voor Fr. (Duits) in het Frans

für (zu)
à
- à bijvoeglijk naamwoord
für (wofür; warum; wozu; wonach; nach; wieso; zu)
à quoi
- à quoi bijvoeglijk naamwoord
für (wonach; wofür; warum; wieso; wozu)
pourquoi; pour laquelle; pour lesquelles; pour lequel; pour quoi; pour lesquels; pour quelle raison
- pourquoi bijvoeglijk naamwoord
- pour laquelle bijvoeglijk naamwoord
- pour lesquelles bijvoeglijk naamwoord
- pour lequel bijvoeglijk naamwoord
- pour quoi bijvoeglijk naamwoord
- pour lesquels bijvoeglijk naamwoord
- pour quelle raison bijvoeglijk naamwoord
für
pour
- pour bijvoeglijk naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pro		Profi
Preposition	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
à		zu
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pour	für; pro	bei; nächst; via; zum; zur
pourquoi		wieso
pro	für; pro
à		bei; nächst; via; von; zum; zur
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pour	für	bei weise von; meine; sozusagen; zu Gunsten von; zugunsten
pour laquelle	für; warum; wieso; wofür; wonach; wozu
pour lequel	für; warum; wieso; wofür; wonach; wozu
pour lesquelles	für; warum; wieso; wofür; wonach; wozu
pour lesquels	für; warum; wieso; wofür; wonach; wozu
pour quelle raison	für; warum; wieso; wofür; wonach; wozu	warum
pour quoi	für; warum; wieso; wofür; wonach; wozu
pourquoi	für; warum; wieso; wofür; wonach; wozu	warum; wieso; wofür
à	für; zu	an; auf; daran; dazu; gegen; in; irgendwohin; nach; zu; zur
à quoi	für; nach; warum; wieso; wofür; wonach; wozu; zu	an was; an welchem; an welchen; aufrecht; ehrlich; geradeheraus; wahrhaft; warum; wo; wogegen; wonach; woran; worin

z. Hd.; zu Händen
für jedes; je; pro
an Stelle; anstatt; anstelle; sondern; statt; statt dessen; stattdessen; zugunsten
zu Gunsten von; zum Besten von; zum Vorteil von
bei; im Kontext; im Rahmen; im Zuge; im Zusammenhang

für

mit Akkusativ: etwas oder jemand ist an etwas jemanden gerichtet, bestimmt, zugeordnet
- für → pour

für

noun

Au motif de, dans le but de, afin de, à destination de
- pour → für
En faveur de, en vue de la défense de
- pour → für
-
- pour; à → um; für; nach; an; auf; um zu; à; je; bei; neben; nahe bei; mit; in; pro; auf … zu; nach … hin; gegen

preposition

Cross Translation:

From	To	Via
• für	→ pour	↔ for — directed at, intended to belong to
• für	→ pour	↔ for — supporting
• für	→ pour	↔ for — to obtain
• für	→ pour	↔ toward — for the purpose of
• für	→ pour	↔ voor — ten behoeve van, ten gunste van

Fr.

Frau (nur bei Adressierung, Beschriftung - niemals in der Anrede)
- Fr. → Mme.

Fr.

noun