Overzicht
Duits naar Frans: Meer gegevens...
-
bedeutend:
- considérable; considérablement; substantiel; remarquable; notablement; important; de manière importante; notable; énormément; signifiant; colossal; vaste; énorme; respectable; immense; de grande envergure; éminent; considéré; haut placé; vénérable; en vue; supérieur; digne; de marque; d'importance; d'un rang élevé; imposant; impressionnant
- bedeuten:
-
Wiktionary:
- bedeutend → important, considérable, grave, lourd, majeur, sérieux, éminent
- bedeutend → significatif
- bedeuten → signifier, sous-entendre, vouloir dire
- bedeuten → impliquer, connoter, indiquer, désigner, dénoter, sous-entendre, insinuer, vouloir dire, signifier
Duits
Uitgebreide vertaling voor bedeutend (Duits) in het Frans
bedeutend:
-
bedeutend (erheblich; beträchtlich; wesentlich; ansehnlich; spürbar; beachtlich; beachtenswert; merklich)
considérable; considérablement; substantiel; remarquable; notablement; important; de manière importante; notable-
considérable bijvoeglijk naamwoord
-
considérablement bijvoeglijk naamwoord
-
substantiel bijvoeglijk naamwoord
-
remarquable bijvoeglijk naamwoord
-
notablement bijvoeglijk naamwoord
-
important bijvoeglijk naamwoord
-
de manière importante bijvoeglijk naamwoord
-
notable bijvoeglijk naamwoord
-
-
bedeutend (ziemlich; sichtbar; riesig; beträchtlich; erheblich; beachtenswert; ansehnlich; bemerkenswert; schwer; hervorspringend)
énormément; signifiant; colossal; vaste; énorme; considérable; considérablement; respectable; immense; remarquable; de grande envergure; notable; éminent; substantiel; notablement; de manière importante; considéré; important-
énormément bijvoeglijk naamwoord
-
signifiant bijvoeglijk naamwoord
-
colossal bijvoeglijk naamwoord
-
vaste bijvoeglijk naamwoord
-
énorme bijvoeglijk naamwoord
-
considérable bijvoeglijk naamwoord
-
considérablement bijvoeglijk naamwoord
-
respectable bijvoeglijk naamwoord
-
immense bijvoeglijk naamwoord
-
remarquable bijvoeglijk naamwoord
-
de grande envergure bijvoeglijk naamwoord
-
notable bijvoeglijk naamwoord
-
éminent bijvoeglijk naamwoord
-
substantiel bijvoeglijk naamwoord
-
notablement bijvoeglijk naamwoord
-
de manière importante bijvoeglijk naamwoord
-
considéré bijvoeglijk naamwoord
-
important bijvoeglijk naamwoord
-
-
bedeutend (hochstehend; prominent; herausragend)
respectable; éminent; haut placé; vénérable; en vue; important; supérieur; digne; de marque; d'importance; d'un rang élevé-
respectable bijvoeglijk naamwoord
-
éminent bijvoeglijk naamwoord
-
haut placé bijvoeglijk naamwoord
-
vénérable bijvoeglijk naamwoord
-
en vue bijvoeglijk naamwoord
-
important bijvoeglijk naamwoord
-
supérieur bijvoeglijk naamwoord
-
digne bijvoeglijk naamwoord
-
de marque bijvoeglijk naamwoord
-
d'importance bijvoeglijk naamwoord
-
d'un rang élevé bijvoeglijk naamwoord
-
-
bedeutend
important; notable; considérable-
important bijvoeglijk naamwoord
-
notable bijvoeglijk naamwoord
-
considérable bijvoeglijk naamwoord
-
-
bedeutend (ansehnlich; ziemlich; erheblich; beträchtlich; wichtig)
imposant; impressionnant; respectable-
imposant bijvoeglijk naamwoord
-
impressionnant bijvoeglijk naamwoord
-
respectable bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor bedeutend:
Synoniemen voor "bedeutend":
Wiktionary: bedeutend
bedeutend
Cross Translation:
adjective
bedeutend
-
mit viel Ansehen und Einfluss; von großer Wichtigkeit seiend
- bedeutend → important
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bedeutend | → significatif | ↔ significant — having noticeable effect |
bedeutend vorm van bedeuten:
-
bedeuten
signifier; vouloir dire-
signifier werkwoord (signifie, signifies, signifions, signifiez, signifient, signifiais, signifiait, signifiions, signifiiez, signifiaient, signifiai, signifias, signifia, signifiâmes, signifiâtes, signifièrent, signifierai, signifieras, signifiera, signifierons, signifierez, signifieront)
-
vouloir dire werkwoord
-
-
bedeuten
signifier-
signifier werkwoord (signifie, signifies, signifions, signifiez, signifient, signifiais, signifiait, signifiions, signifiiez, signifiaient, signifiai, signifias, signifia, signifiâmes, signifiâtes, signifièrent, signifierai, signifieras, signifiera, signifierons, signifierez, signifieront)
-
-
bedeuten (darstellen)
signifier; vouloir dire; signaler quelque chose-
signifier werkwoord (signifie, signifies, signifions, signifiez, signifient, signifiais, signifiait, signifiions, signifiiez, signifiaient, signifiai, signifias, signifia, signifiâmes, signifiâtes, signifièrent, signifierai, signifieras, signifiera, signifierons, signifierez, signifieront)
-
vouloir dire werkwoord
-
signaler quelque chose werkwoord
-
Conjugations for bedeuten:
Präsens
- bedeute
- bedeutest
- bedeutet
- bedeuten
- bedeutet
- bedeuten
Imperfekt
- bedeutete
- bedeutetest
- bedeutete
- bedeuteten
- bedeutetet
- bedeuteten
Perfekt
- habe bedeutet
- hast bedeutet
- hat bedeutet
- haben bedeutet
- habt bedeutet
- haben bedeutet
1. Konjunktiv [1]
- bedeute
- bedeutest
- bedeute
- bedeuten
- bedeutet
- bedeuten
2. Konjunktiv
- bedeutete
- bedeutetest
- bedeutete
- bedeuteten
- bedeutetet
- bedeuteten
Futur 1
- werde bedeuten
- wirst bedeuten
- wird bedeuten
- werden bedeuten
- werdet bedeuten
- werden bedeuten
1. Konjunktiv [2]
- würde bedeuten
- würdest bedeuten
- würde bedeuten
- würden bedeuten
- würdet bedeuten
- würden bedeuten
Diverses
- bedeut!
- bedeutet!
- bedeuten Sie!
- bedeutet
- bedeutend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor bedeuten:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
signaler quelque chose | bedeuten; darstellen | |
signifier | bedeuten; darstellen | wollen sagen |
vouloir dire | bedeuten; darstellen | beabsichtigen; bezwecken; wollen sagen |
Synoniemen voor "bedeuten":
Wiktionary: bedeuten
bedeuten
Cross Translation:
verb
bedeuten
-
unpersönlich: etwas heißen, etwas bezeichnen
- bedeuten → signifier
verb
-
indiquer, marquer quelque chose, avoir comme sens.
-
laisser entendre une chose sans l’exprimer.
-
Signifier
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bedeuten | → impliquer; connoter | ↔ connote — to imply, to suggest |
• bedeuten | → impliquer; indiquer; désigner; connoter | ↔ connote — to signify beyond principal meaning |
• bedeuten | → dénoter | ↔ denote — to refer to literally; to convey meaning |
• bedeuten | → sous-entendre; insinuer | ↔ imply — to express suggestively rather than as a direct statement |
• bedeuten | → vouloir dire; signifier | ↔ mean — to convey, indicate |
• bedeuten | → signifier | ↔ signify — to give something a meaning |
• bedeuten | → signifier | ↔ betekenen — ergens voor staan |