Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Feinheit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Feinheit (Duits) in het Frans

Feinheit:

Feinheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Feinheit (Dünne)
    la finesse; la délicatesse
  2. die Feinheit (Finesse; Raffinement)
    le raffinement; la délicatesse
  3. die Feinheit (Eleganz; Finesse; Schick; Raffinement)
    l'élégance; la finesse; le chic; le raffinement; la délicatesse; la sophistication

Vertaal Matrix voor Feinheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chic Eleganz; Feinheit; Finesse; Raffinement; Schick
délicatesse Dünne; Eleganz; Feinheit; Finesse; Raffinement; Schick Arglist; Delikatesse; Erfrischung; Erquickung; Feingefühl; Geheimhaltung; Geheimhaltungspflicht; Gerissenheit; Herrlichkeit; Hinterlist; Köstlichkeit; Labsal; Leckerbissen; Leckerei; Nascherei; Schlauheit; Takt; Verschlagenheit; Verschwiegenheit; Zartgefühl; wählerische Art
finesse Dünne; Eleganz; Feinheit; Finesse; Raffinement; Schick Arglist; Geriebenheit; Gerissenheit; Geschliffenheit; Gewandtheit; Gewieftheit; Hinterlist; Listigkeit; Pfiffigkeit; Schlauheit; Verschlagenheit
raffinement Eleganz; Feinheit; Finesse; Raffinement; Schick Arglist; Finesse; Gerissenheit; Geschliffenheit; Hinterlist; Raffinement; Schlauheit; Spitzfindigkeit; Veredelung; Verfeinerung; Verschlagenheit
sophistication Eleganz; Feinheit; Finesse; Raffinement; Schick
élégance Eleganz; Feinheit; Finesse; Raffinement; Schick Eleganz; Grazie; Zierlichkeit
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chic amüsant; angenehm; angetan; angezogen; anmutig; ansehnlich; apart; außergewöhnlich; distinguiert; drollig; dufte; elegant; fein; fesch; freundlich; galant; geistreich; gekleidet; gepflegt; geschmacksvoll; geschmackvoll; geschmeidig; gesellig; grazil; graziös; großartig; gut; herrlich; hervorragend; hoch; humoristisch; hübsch; komisch; korrekt; lustig; originell; pfiffig; piekfein; possenhaft; possierlich; prima; riesig; schalkhaft; schelmisch; schick; schik; spaßhaft; spaßig; stark; stattlich; steil; stilvoll; super; sympathisch; tadellos; tipp-topp; toll; ulkig; unvergleichbar; unvergleichlich; vergnüglich; vergnügt; witzig; wohltuend; zierlich

Wiktionary: Feinheit

Feinheit
noun
  1. kleine Einzelheiten (z.B. an Kunstgegenständen)
  2. feine Beschaffenheit eines Stoffes, einer Struktur

Cross Translation:
FromToVia
Feinheit délicatesse delicacy — quality of being delicate
Feinheit subtilité subtlety — quality or act of being subtle