Overzicht
Duits naar Frans: Meer gegevens...
-
unüberlegt:
- prématuré; précipitamment; prématurément; irréfléchi; inconsidéré; précipité; hébété; témérairement; audacieux; imprudent; téméraire; fougueux; fougueuse; audacieusement; imprudemment; sans réfléchir; avec témérité; involontairement; involontaire; sans faire exprès; irrationnel; sans raison; irrationnelle; nonchalamment; distrait; insouciant; négligant; distraitement
-
Wiktionary:
- unüberlegt → à la volée
- unüberlegt → étourdi
- unüberlegt → indiscret, spontanément, sur-le-champ
Duits
Uitgebreide vertaling voor unüberlegt (Duits) in het Frans
unüberlegt:
-
unüberlegt (überhastet; leichtfertig; unbedachtsam; gedankenlos; unvorsichtig; unbesonnen)
prématuré; précipitamment; prématurément; irréfléchi; inconsidéré; précipité-
prématuré bijvoeglijk naamwoord
-
précipitamment bijvoeglijk naamwoord
-
prématurément bijvoeglijk naamwoord
-
irréfléchi bijvoeglijk naamwoord
-
inconsidéré bijvoeglijk naamwoord
-
précipité bijvoeglijk naamwoord
-
-
unüberlegt (gedankenlos; abwesend; geistesabwesend; unbewußt)
-
unüberlegt (unbesonnen; leichtsinnig; waghalsig; unbedachtsam; gedankenlos; leichtfertig)
inconsidéré; irréfléchi; témérairement; audacieux; précipité; imprudent; téméraire; prématuré; précipitamment; fougueux; prématurément; fougueuse; audacieusement; imprudemment; sans réfléchir; avec témérité-
inconsidéré bijvoeglijk naamwoord
-
irréfléchi bijvoeglijk naamwoord
-
témérairement bijvoeglijk naamwoord
-
audacieux bijvoeglijk naamwoord
-
précipité bijvoeglijk naamwoord
-
imprudent bijvoeglijk naamwoord
-
téméraire bijvoeglijk naamwoord
-
prématuré bijvoeglijk naamwoord
-
précipitamment bijvoeglijk naamwoord
-
fougueux bijvoeglijk naamwoord
-
prématurément bijvoeglijk naamwoord
-
fougueuse bijvoeglijk naamwoord
-
audacieusement bijvoeglijk naamwoord
-
imprudemment bijvoeglijk naamwoord
-
sans réfléchir bijvoeglijk naamwoord
-
avec témérité bijvoeglijk naamwoord
-
-
unüberlegt (unabsichtlich; unbewußt; unwissend; unwissentlich; gedankenlos; geistesabwesend; unwillkürlich)
involontairement; involontaire; sans faire exprès-
involontairement bijvoeglijk naamwoord
-
involontaire bijvoeglijk naamwoord
-
sans faire exprès bijvoeglijk naamwoord
-
-
unüberlegt (unbegründet; unreflektiert)
irréfléchi; irrationnel; sans raison; irrationnelle-
irréfléchi bijvoeglijk naamwoord
-
irrationnel bijvoeglijk naamwoord
-
sans raison bijvoeglijk naamwoord
-
irrationnelle bijvoeglijk naamwoord
-
-
unüberlegt (unbedachtsam; unbesonnen; leichtfertig; gedankenlos)
nonchalamment; sans réfléchir; distrait; insouciant; négligant; distraitement-
nonchalamment bijvoeglijk naamwoord
-
sans réfléchir bijvoeglijk naamwoord
-
distrait bijvoeglijk naamwoord
-
insouciant bijvoeglijk naamwoord
-
négligant bijvoeglijk naamwoord
-
distraitement bijvoeglijk naamwoord
-
-
unüberlegt (unbedachtsam; leichtfertig; gedankenlos; unbesonnen)
-
unüberlegt (unbedachtsam; unbesonnen)
irréfléchi; inconsidéré; sans réfléchir-
irréfléchi bijvoeglijk naamwoord
-
inconsidéré bijvoeglijk naamwoord
-
sans réfléchir bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor unüberlegt:
Synoniemen voor "unüberlegt":
Wiktionary: unüberlegt
unüberlegt
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• unüberlegt | → indiscret | ↔ indiscreet — not discreet; wanting in discretion |
• unüberlegt | → spontanément; sur-le-champ | ↔ offhand — without planning or thinking ahead |
Computer vertaling door derden: