Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: pleite

Duitse en Franse zoekresultaten voor: pleite

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

pleite:
- fauché; à sec
Pleite:
- bide; fiasco; douche; déshonneur; échec
Wiktionary:
- pleite → tôlée, cassée, tôlé, raide, cassé, fauché, fauchée, désargentée, désargenté, faillite, déconfiture, en
- pleite → à sec, fauché, désargenté
- Pleite → fiasco, faillite, échec, banqueroute, déconfiture
- Pleite → cessation de paiements, faillite, banqueroute

Duits

Uitgebreide vertaling voor pleite (Duits) in het Frans

pleite:

pleite bijvoeglijk naamwoord

pleite (abgebrannt; blank)
fauché; à sec
- fauché bijvoeglijk naamwoord
- à sec bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor pleite:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fauché	abgebrannt; blank; pleite	mit leerer Tasche
à sec	abgebrannt; blank; pleite

Synoniemen voor "pleite":

bankrott; illiquide; in Konkurs; insolvent; zahlungsunfähig
blank
abgebrannt; blank; finanzschwach; illiquid

Wiktionary: pleite

pleite

adjective

(umgangssprachlich) scherzhaft: derzeit kein bares Geld besitzend; nur für eine gewisse Zeit mittellos
- pleite → tôlée; cassée; tôlé; raide; cassé; fauché; fauchée; désargentée; désargenté
(umgangssprachlich) (als Geschäftsmann, Firma) illiquid, finanziell ruiniert, zahlungsunfähig
- pleite → faillite; déconfiture; en

Cross Translation:

From	To	Via
• pleite	→ à sec; fauché; désargenté	↔ broke — lacking money; bankrupt
• pleite	→ fauché	↔ blut — geen geld meer hebbend

Pleite:

Pleite [die ~] zelfstandig naamwoord

die Pleite (Blamage)
la bide; le fiasco; le douche; le déshonneur; l'échec
- bide [la ~] zelfstandig naamwoord
- fiasco [le ~] zelfstandig naamwoord
- douche [le ~] zelfstandig naamwoord
- déshonneur [le ~] zelfstandig naamwoord
- échec [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Pleite:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bide	Blamage; Pleite
douche	Blamage; Pleite	Brause; Brausebad; Duschbad; Duschbäder; Dusche; Duschkabine; Duschraum; Spritzbad; Sturzbad
déshonneur	Blamage; Pleite	Beschneidung; Herabsetzung; Laster; Lästerung; Schande; Schandtat; Schmach; Schrumpfung; Schändung; Senkung; Skandal; Verleumdung; Verminderung; Verringerung; skandalöse Tat
fiasco	Blamage; Pleite	Niederlage; Schlappe; Verlieren; Verlust
échec	Blamage; Pleite	Auslassung; Fehler; Fehlgriff; Fehlschlag; Fehlschläge; Fehlschuß; Fehlschüsse; Fiasko; Mißerfolg; Mißgeschick; Mißlingen; Niederlage; Pech; Reinfall; Scheitern; Schlappe; Vereitelung; Verlieren; Verlust; Widerwärtigkeiten; ausgefallen; fehlerhaft

Synoniemen voor "Pleite":

Fehlschlag; Misserfolg; Niederlage; Rückschlag; Schlappe
Bankrott; Bankrottfall; Illiquidität; Insolvenz; Konkurs; Konkursfall; Ruin; Zahlungseinstellung; Zahlungsunfähigkeit
Debakel; Fiasko; Verlust

Wiktionary: Pleite

Pleite

noun

salopp: (unvorhergesehen, überraschend) enttäuschender, negativer Ausgang einer Unternehmung oder Ähnlichem
- Pleite → fiasco; faillite; échec; banqueroute
salopp: Unfähigkeit, die Kosten für finanzielle Verpflichtungen zu bestreiten
- Pleite → faillite; banqueroute; déconfiture

Pleite

noun

Ruine entière
- déconfiture → Ausfall; Insolvenz; Ruin; Pleite
Banqueroute forcée d’un négociant, ...
- faillite → Pleite

Cross Translation:

From	To	Via
• Pleite	→ cessation de paiements	↔ faillissement — de toestand van iemand die, blijkens rechterlijk onderzoek, niet in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen.
• Pleite	→ faillite; cessation de paiements	↔ deconfiture — faillissement, bankroet
• Pleite	→ banqueroute	↔ bankroet — de toestand van iemand die, blijkens rechterlijk onderzoek, niet in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen