Vermieter: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Vermieter:
- propriétaire; loueur; bailleur; patron d'une pension
Wiktionary:
- Vermieter → loueur, locateur
- Vermieter → propriétaire, bailleur

Duits

Uitgebreide vertaling voor Vermieter (Duits) in het Frans

der Vermieter (Verleier)
le propriétaire; le loueur
- propriétaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- loueur [le ~] zelfstandig naamwoord
der Vermieter (Verpächter)
le propriétaire; le loueur; le bailleur
- propriétaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- loueur [le ~] zelfstandig naamwoord
- bailleur [le ~] zelfstandig naamwoord
der Vermieter (Wirt; Hauswirt; Zimmervermieter)
le propriétaire; le patron d'une pension
- propriétaire [le ~] zelfstandig naamwoord
- patron d'une pension [le ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bailleur	Vermieter; Verpächter
loueur	Verleier; Vermieter; Verpächter
patron d'une pension	Hauswirt; Vermieter; Wirt; Zimmervermieter	Zimmervermieter; Zimmerwirt
propriétaire	Hauswirt; Verleier; Vermieter; Verpächter; Wirt; Zimmervermieter	Besitzer; Besitzerin; Cafébesitzer; Eigentümer; Eigentümerin; Hausbesitzer; Inhaber; Inhaberin; Kneipenbesitzer; Lizenzinhaber; Schankwirt; Wirt; Zimmervermieter; Zimmerwirt
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
propriétaire		Besitzer

Vermieter

noun

Vermieter

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Vermieter	→ propriétaire	↔ landlord — person who owns and rents land such as a house, apartment, or condo
• Vermieter	→ bailleur	↔ lessor — owner of property that is leased