Tross: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Troß:
- train; cortège; suite; maison du roi; servants à la cour; personnel de la cour; cour; train de combat; train des équipages
Wiktionary:
- Tross → suite, cortège, train

Duits

Uitgebreide vertaling voor Tross (Duits) in het Frans

der Troß (Schleppe; Zug; Schleppzug; Schleppnetz; Gefolge)
le train; le cortège; la suite
- train [le ~] zelfstandig naamwoord
- cortège [le ~] zelfstandig naamwoord
- suite [la ~] zelfstandig naamwoord
der Troß (Hofhaltung; Ergebnis; Gefolge; Folge; Konsequenz; Auswirkung; Hofstaat; Hofgefolge)
la maison du roi; le servants à la cour; le personnel de la cour; le train; la cour
- maison du roi [la ~] zelfstandig naamwoord
- servants à la cour [le ~] zelfstandig naamwoord
- personnel de la cour [le ~] zelfstandig naamwoord
- train [le ~] zelfstandig naamwoord
- cour [la ~] zelfstandig naamwoord
der Troß
le train de combat; le train des équipages
- train de combat [le ~] zelfstandig naamwoord
- train des équipages [le ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cortège	Gefolge; Schleppe; Schleppnetz; Schleppzug; Troß; Zug	Aufzug; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Formalität; Förmlichkeit; Konvoi; Pracht; Prozession; Stattlichkeit; Umzug; Vierung; Zeremonie
cour	Auswirkung; Ergebnis; Folge; Gefolge; Hofgefolge; Hofhaltung; Hofstaat; Konsequenz; Troß	Garten; Gericht; Gerichtshof; Schulhof; Schulplatz; Viereck
maison du roi	Auswirkung; Ergebnis; Folge; Gefolge; Hofgefolge; Hofhaltung; Hofstaat; Konsequenz; Troß
personnel de la cour	Auswirkung; Ergebnis; Folge; Gefolge; Hofgefolge; Hofhaltung; Hofstaat; Konsequenz; Troß
servants à la cour	Auswirkung; Ergebnis; Folge; Gefolge; Hofgefolge; Hofhaltung; Hofstaat; Konsequenz; Troß
suite	Gefolge; Schleppe; Schleppnetz; Schleppzug; Troß; Zug	Anwendungssuite; Appartement; Aufeinanderfolge; Ausführen; Besuchszimmer; Empfangsraum; Empfangszimmer; Endergebnis; Erbfolge; Ergebnis; Folge; Folgerung; Fortführung; Fortsetzung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Hotelsuite; Konklusion; Nachfolge; Produktfamilie; Reihe; Reihenfolge; Resultat; Salon; Schluß; Serie; Suite; Sukzession; Weiterführung; Zyklus
train	Auswirkung; Ergebnis; Folge; Gefolge; Hofgefolge; Hofhaltung; Hofstaat; Konsequenz; Schleppe; Schleppnetz; Schleppzug; Troß; Zug	Böschung; Eile; Fahrgeschwindigkeit; Geschwindigkeit; Hast; Reisegeschwindigkeit; Schnelligkeit; Tempo; Zug
train de combat	Troß
train des équipages	Troß

Tross

noun

großes Gefolge an Menschen oder Fahrzeugen
- Tross → suite; cortège
Militär (veraltet): unterstützende Versorgungs- und Transporteinheit für die militärische Truppe
- Tross → train