Duits

Uitgebreide vertaling voor verrenken (Duits) in het Frans

verrenken:

verrenken werkwoord (verrenke, verrenkst, verrenkt, verrenkte, verrenktet, verrenkt)

  1. verrenken (verstauchen; ausrenken)
    essorer; se faire une entorse; se fouler; tordre; déboîter; disloquer; tortiller
    • essorer werkwoord (essore, essores, essorons, essorez, )
    • se fouler werkwoord
    • tordre werkwoord (tords, tord, tordons, tordez, )
    • déboîter werkwoord (déboîte, déboîtes, déboîtons, déboîtez, )
    • disloquer werkwoord (disloque, disloques, disloquons, disloquez, )
    • tortiller werkwoord (tortille, tortilles, tortillons, tortillez, )
  2. verrenken (Hunger leiden; im Sterben liegen; verrecken; )
    être affamé; agoniser; avoir faim; s'affamer; crever de faim
    • être affamé werkwoord
    • agoniser werkwoord (agonise, agonises, agonisons, agonisez, )
    • avoir faim werkwoord
    • s'affamer werkwoord
    • crever de faim werkwoord
  3. verrenken (ausrenken)
    se fouler; disloquer; déboîter
    • se fouler werkwoord
    • disloquer werkwoord (disloque, disloques, disloquons, disloquez, )
    • déboîter werkwoord (déboîte, déboîtes, déboîtons, déboîtez, )

Conjugations for verrenken:

Präsens
  1. verrenke
  2. verrenkst
  3. verrenkt
  4. verrenken
  5. verrenkt
  6. verrenken
Imperfekt
  1. verrenkte
  2. verrenktest
  3. verrenkte
  4. verrenkten
  5. verrenktet
  6. verrenkten
Perfekt
  1. habe verrenkt
  2. hast verrenkt
  3. hat verrenkt
  4. haben verrenkt
  5. habt verrenkt
  6. haben verrenkt
1. Konjunktiv [1]
  1. verrenke
  2. verrenkest
  3. verrenke
  4. verrenken
  5. verrenket
  6. verrenken
2. Konjunktiv
  1. verrenkte
  2. verrenktest
  3. verrenkte
  4. verrenkten
  5. verrenktet
  6. verrenkten
Futur 1
  1. werde verrenken
  2. wirst verrenken
  3. wird verrenken
  4. werden verrenken
  5. werdet verrenken
  6. werden verrenken
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verrenken
  2. würdest verrenken
  3. würde verrenken
  4. würden verrenken
  5. würdet verrenken
  6. würden verrenken
Diverses
  1. verrenk!
  2. verrenkt!
  3. verrenken Sie!
  4. verrenkt
  5. verrenkend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verrenken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agoniser Hunger leiden; hungern; im Sterben liegen; krepieren; sterben; umkommen; verrecken; verrenken entschlafen; im Sterben liegen; krepieren; sterben; umkommen; verenden; zugrunde gehen; übermüdet sein
avoir faim Hunger leiden; hungern; im Sterben liegen; krepieren; sterben; umkommen; verrecken; verrenken Hunger haben; hungern; rumoren; sich sehnen; verlangen
crever de faim Hunger leiden; hungern; im Sterben liegen; krepieren; sterben; umkommen; verrecken; verrenken Hunger haben; rumoren
disloquer ausrenken; verrenken; verstauchen entkräften
déboîter ausrenken; verrenken; verstauchen entkräften
essorer ausrenken; verrenken; verstauchen auswringen; schleudern; wringen; zentrifugieren
s'affamer Hunger leiden; hungern; im Sterben liegen; krepieren; sterben; umkommen; verrecken; verrenken hungern; sich sehnen; verlangen
se faire une entorse ausrenken; verrenken; verstauchen
se fouler ausrenken; verrenken; verstauchen entkräften
tordre ausrenken; verrenken; verstauchen auswringen; drücken; entstellen; festhalten; festklammern; ineinander schrauben; klammern; kneifen; kämpfen; ringen; rütteln; schnüren; spannen; umklammern; verdrehen; verzerren; winden; wricken; wriggeln; wringen; zwicken; zwängen
tortiller ausrenken; verrenken; verstauchen auswringen; ineinander schrauben; wringen
être affamé Hunger leiden; hungern; im Sterben liegen; krepieren; sterben; umkommen; verrecken; verrenken

Synoniemen voor "verrenken":


Wiktionary: verrenken

verrenken
verb
  1. Tourner un corps long et flexible par ses deux extrémités en sens contraire.

Verrenken:

Verrenken [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Verrenken (Verrenkung; Zersetzung; Zerrüttung)
    la luxation; le déboîtement; la dislocation; la désarticulation

Vertaal Matrix voor Verrenken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dislocation Verrenken; Verrenkung; Zerrüttung; Zersetzung Verrenkung; Verstauchung; Zerrung
déboîtement Verrenken; Verrenkung; Zerrüttung; Zersetzung Verrenkung; Verstauchung; Zerrung
désarticulation Verrenken; Verrenkung; Zerrüttung; Zersetzung Verrenkung; Verstauchung; Zerrung
luxation Verrenken; Verrenkung; Zerrüttung; Zersetzung Verrenkung; Verstauchung; Zerrung

Computer vertaling door derden: