Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor entgegen (Duits) in het Frans

entgegen:

entgegen bijvoeglijk naamwoord

  1. entgegen
    vers
    • vers bijvoeglijk naamwoord
  2. entgegen (kontra; gegen)
    contre; versus; contra; contraire à; anti
  3. entgegen (gegen; wider; zuwider; dagegen)
    contre
    • contre bijvoeglijk naamwoord

entgegen werkwoord

  1. entgegen (begegnen)
    rencontrer; croiser; trouver; découvrir; toucher; tomber sur
    • rencontrer werkwoord (rencontre, rencontres, rencontrons, rencontrez, )
    • croiser werkwoord (croise, croises, croisons, croisez, )
    • trouver werkwoord (trouve, trouves, trouvons, trouvez, )
    • découvrir werkwoord (découvre, découvres, découvrons, découvrez, )
    • toucher werkwoord (touche, touches, touchons, touchez, )
    • tomber sur werkwoord

Vertaal Matrix voor entgegen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
contre Abdämmen; Eindämmen
toucher Auswirkung; Berührung; Effekt; Gefühlssinn; Kontakt; Prickeln; Tastsinn; Wirkung; sinnliche Empfindung
vers Gedicht; Strophe; Vers; Verszeile
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
croiser begegnen; entgegen kreuzigen; köpern; überqueren
découvrir begegnen; entgegen aufdecken; auffinden; aufknoten; aufknöpfen; auflösen; aufmachen; aufschlagen; aufschließen; ausfindig machen; ausgraben; ausklügeln; ausknobeln; bloßlegen; deuten; einschnupfen; entdecken; entknoten; entriegeln; enträtseln; enttarnen; entwirren; entziffern; erfahren; finden; freilegen; herausbekommen; herausbringen; hinterkommen; lokalisieren; lösen; sichlösen; spüren; teilen; trassieren; öffnen
rencontrer begegnen; entgegen antreffen; auffinden; begegnen; finden; treffen; unerwartet begegnen; vorfinden; über jemanden stolpern
tomber sur begegnen; entgegen antreffen; auffinden; begegnen; finden; treffen; unerwartet begegnen; vorfinden; über jemanden stolpern
toucher begegnen; entgegen Geld einziehen; abtasten; anfangen; anfassen; angehen; angrenzen; anheben; anliegen; anrühren; ansprechen; antun; antupfen; aufnehmen; beeinflußen; befühlen; beginnen; bekommen; berühren; besiegen; betasten; betreffen; bewegen; einfordern; einkassieren; einlösen; einsetzen; eintreiben; einziehen; empfangen; ergreifen; erhalten; erregen; fühlen; gehen um; grenzen an; kassieren; kriegen; leicht berühren; rühren; schlagen; sich erholen; starten; streifen; tasten; tippen; touchieren; treffen; tupfen; verdienen
trouver begegnen; entgegen antreffen; auffinden; ausfindig machen; begegnen; entdecken; erfahren; finden; herausbekommen; lokalisieren; suchen; trassieren; vorfinden; zustandebringen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anti entgegen; gegen; kontra anti
contra entgegen; gegen; kontra
contraire à entgegen; gegen; kontra unvereinbar; widersprüchlich
contre dagegen; entgegen; gegen; kontra; wider; zuwider anti; dagegen
vers entgegen dorthin; geschätzt; nach; nach hin; plusminus; rund; ungefähr; zu
versus entgegen; gegen; kontra

Synoniemen voor "entgegen":


Wiktionary: entgegen

entgegen
  1. mit Dativ (zumeist dem Substantiv vorgestellt): nicht im Einklang zu etwas; zuwider

Verwante vertalingen van entgegen