Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Zahn

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Zahn

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Zahn:
- dent
Wiktionary:
- Zahn → dent
- Zahn → dent, dentaire
- Zahn → dévitaliser

Duits

Uitgebreide vertaling voor Zahn (Duits) in het Frans

Zahn:

Zahn [der ~] zelfstandig naamwoord

der Zahn (Zähne)
la dent
- dent [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Zahn:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dent	Zahn; Zähne	Fink

Synoniemen voor "Zahn":

Sprossenrad; Stachelrad; Zahnkranz
Ausschnitt; Aussparung; Einschnitt; Kerbe; Nut; Nute

Wiktionary: Zahn

Zahn

noun

Technik: in Gegenständen mit aneinandergereihten Spitzen eine Zacke
- Zahn → dent
Teil des Gebisses von Menschen und Wirbeltieren
- Zahn → dent

Zahn

Os de la mâchoire (1)
- dent → Zahn
Dents de scie (2)
- dent → Zahn; Sägezahn
Dents d’engrenage (2)
- dent → Zahn

verb

priver quelqu'un ou quelque chose de sa vitalité.
- dévitaliser → entkräften; Pulpa; Zahn; entfernen; Nerv; töten

Cross Translation:

From	To	Via
• Zahn	→ dent	↔ cog — tooth on a gear
• Zahn	→ dentaire	↔ dental — of or concerning the teeth
• Zahn	→ dent	↔ tooth — biological tooth
• Zahn	→ dent	↔ tooth — saw tooth
• Zahn	→ dent	↔ tooth — gear tooth
• Zahn	→ dent	↔ tand — scherp uitsteeksel
• Zahn	→ dent	↔ tand — hard wit voorwerp in de mond

Computer vertaling door derden: