Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Schüssel

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Schüssel

Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Schussel:
  2. Schüssel:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schüssel (Duits) in het Frans

Schussel:

Schussel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schussel (Dummkopf; Schafskopf; Trottel; )
    le crétin; l'imbécile; le bêta; l'abruti; l'idiot
    • crétin [le ~] zelfstandig naamwoord
    • imbécile [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bêta [le ~] zelfstandig naamwoord
    • abruti [le ~] zelfstandig naamwoord
    • idiot [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Schussel (Dummkopf; Gimpel; Quatschkopf; )
    le crétin; la tête de veau; l'imbécile; le gros malin; l'âne; l'abruti; la nouille; le sot; le pauvre diable; la noix; l'idiot; le niais; le gros bêta; le bêta; le nigaud; la tête d'oeuf
    • crétin [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tête de veau [la ~] zelfstandig naamwoord
    • imbécile [le ~] zelfstandig naamwoord
    • gros malin [le ~] zelfstandig naamwoord
    • âne [le ~] zelfstandig naamwoord
    • abruti [le ~] zelfstandig naamwoord
    • nouille [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sot [le ~] zelfstandig naamwoord
    • pauvre diable [le ~] zelfstandig naamwoord
    • noix [la ~] zelfstandig naamwoord
    • idiot [le ~] zelfstandig naamwoord
    • niais [le ~] zelfstandig naamwoord
    • gros bêta [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bêta [le ~] zelfstandig naamwoord
    • nigaud [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tête d'oeuf [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Schussel (Unbedeutende; Depp; Schaf; )
    le fou; la nullité; l'imbécile; le nullard; le niais; le nigaud; le toqué; le sot; l'idiot; le minus
    • fou [le ~] zelfstandig naamwoord
    • nullité [la ~] zelfstandig naamwoord
    • imbécile [la ~] zelfstandig naamwoord
    • nullard [le ~] zelfstandig naamwoord
    • niais [le ~] zelfstandig naamwoord
    • nigaud [le ~] zelfstandig naamwoord
    • toqué [le ~] zelfstandig naamwoord
    • sot [le ~] zelfstandig naamwoord
    • idiot [le ~] zelfstandig naamwoord
    • minus [le ~] zelfstandig naamwoord

Schussel [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schussel (Neurotiker; Nervenkranke)
    le névropathe; le névrosé; la névrosée
  2. die Schussel (Nervenbündel; Neurotiker; Nervenkranke)
    l'énervé; le nerveux; la personne nerveuse

Vertaal Matrix voor Schussel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abruti Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Gimpel; Hohlkopf; Quatschkopf; Schaf; Schafskopf; Schafsköpfe; Schussel; Schwachkopf; Strohkopf; Stümper; Trottel Blödian; Bummler; Dumme; Dummkopf; Dussel; Faulenzer; Hohlkopf; Kalbskopf; Müßiggänger; Schafskopf; Schwachkopf; Sclappschwanz; Strohkopf; Tagedieb; Trottel
bêta Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Gimpel; Hohlkopf; Quatschkopf; Schaf; Schafskopf; Schafsköpfe; Schussel; Schwachkopf; Strohkopf; Stümper; Trottel Blöde; Blödian; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Hohlkopf; Kalbskopf; Kuh; Schaf; Schafskopf; Schwachkopf; Strohkopf; Trottel; dumme Nuß
crétin Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Gimpel; Hohlkopf; Quatschkopf; Schaf; Schafskopf; Schafsköpfe; Schussel; Schwachkopf; Strohkopf; Stümper; Trottel Dumme; Dummkopf; Hohlkopf; Schafskopf; Strohkopf
fou Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Spaßvogel; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; dummer August Alberne; Ast; Geck; Geisteskranke; Hanswurst; Idiot; Irre; Irrsinnige; Kauz; Klunker; Knorren; Lackaffe; Narr; Narr am Hoff; Pinsel; Quast; Schwachsinnige; Stutzer; Tollkopf; Tor; Verrückte; Verrückter; Wahnsinnige
gros bêta Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Gimpel; Hohlkopf; Quatschkopf; Schafskopf; Schussel; Schwachkopf; Strohkopf; Stümper; Trottel Blöde; Blödian; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Hohlkopf; Kalbskopf; Kuh; Schaf; Schafskopf; Schwachkopf; Strohkopf; Trottel; dumme Nuß
gros malin Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Gimpel; Hohlkopf; Quatschkopf; Schafskopf; Schussel; Schwachkopf; Strohkopf; Stümper; Trottel
idiot Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Gimpel; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Hohlkopf; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Quatschkopf; Schaf; Schafskopf; Schafsköpfe; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Spaßvogel; Strohkopf; Stümper; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; dummer August Blödian; Blödmann; Dreckskerl; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfallspinsel; Geisteskranke; Hohlkopf; Idiot; Irre; Irrsinnige; Kalbskopf; Kauz; Miststück; Mistweib; Narr; Schwachkopf; Schwachsinnige; Strohkopf; Tollkopf; Tor; Tropf; Trottel; Tölpel; Verrückte; Wahnsinnige; Weibsstück
imbécile Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Gimpel; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Hohlkopf; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Quatschkopf; Schaf; Schafskopf; Schafsköpfe; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Spaßvogel; Strohkopf; Stümper; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; dummer August Blödian; Blödmann; Dreckskerl; Dummchen; Dumme; Dummkopf; Dummköpchen; Dussel; Einfallspinsel; Fittich; Geisteskranke; Hohlkopf; Hohlköpfchen; Idiot; Irre; Irrsinnige; Kalbskopf; Kauz; Lump; Lümmel; Narr; Rüpel; Schafskopf; Schuft; Schwachkopf; Schwachköpfchen; Schwachsinnige; Stiesel; Strohkopf; Strohköpfchen; Tollkopf; Tor; Tropf; Trottel; Tölpel; Verrückte; Wahnsinnige; grobePerson; reinrassiger Idiot; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl
minus Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Spaßvogel; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; dummer August Pfuscher; Stümper
nerveux Nervenbündel; Nervenkranke; Neurotiker; Schussel
niais Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Gimpel; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Hohlkopf; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Quatschkopf; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Spaßvogel; Strohkopf; Stümper; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; dummer August Blöde; Blödian; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Hohlkopf; Kalbskopf; Kauz; Kuh; Narr; Schaf; Schafskopf; Schafsköpfe; Schwachkopf; Strohkopf; Trottel; Verrückte; dumme Nuß
nigaud Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Gimpel; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Hohlkopf; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Quatschkopf; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Spaßvogel; Strohkopf; Stümper; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; dummer August Blöde; Dreckskerl; Dummchen; Dumme; Dummkopf; Dummköpchen; Einfaltspinsel; Esel; Fittich; Geisteskranke; Hohlkopf; Hohlköpfchen; Irre; Irrsinnige; Kormoran; Kuh; Lump; Lümmel; Rüpel; Schaf; Schafskopf; Schuft; Schwachkopf; Schwachköpfchen; Stiesel; Strohkopf; Strohköpfchen; Trottel; Tölpel; Verrückte; Wahnsinnige; dumme Nuß; grobePerson; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl
noix Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Gimpel; Hohlkopf; Quatschkopf; Schafskopf; Schussel; Schwachkopf; Strohkopf; Stümper; Trottel Dummchen; Dummköpchen; Hohlköpfchen; Schwachköpfchen; Strohköpfchen; Walnuß
nouille Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Gimpel; Hohlkopf; Quatschkopf; Schafskopf; Schussel; Schwachkopf; Strohkopf; Stümper; Trottel Bummelant; Bummler; Drückeberger; Drückebergerin; Dummchen; Dumme; Dummkopf; Dummköpchen; Faulenzer; Faulpelz; Flasche; Hohlkopf; Hohlköpfchen; Müßiggänger; Nichtsnutz; Schafskopf; Schwachköpfchen; Sclappschwanz; Strohkopf; Strohköpfchen; Tagedieb; Taugenichts; gescheiterte Existenz
nullard Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Spaßvogel; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; dummer August
nullité Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Spaßvogel; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; dummer August Albernheit; Dummheit; Einfältigkeit; Geistlosigkeit; Nichtigkeit; Stumpfsinnigkeit; Ungültigkeit
névropathe Nervenkranke; Neurotiker; Schussel Nervenleider; Nervenpatient; Rabatzmacher; Rabauke; Sprücheklopfer; Wichtigtuer
névrosé Nervenkranke; Neurotiker; Schussel Nervenpatient; Rabatzmacher; Rabauke; Sprücheklopfer; Wichtigtuer
névrosée Nervenkranke; Neurotiker; Schussel Nervenpatient
pauvre diable Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Gimpel; Hohlkopf; Quatschkopf; Schafskopf; Schussel; Schwachkopf; Strohkopf; Stümper; Trottel Blöde; Einfaltspinsel; Esel; Kuh; Pfuscher; Schaf; Schafskopf; Schlucker; Schuster; Schwachkopf; Stümper; Tropf; Trottel; armer Schlucker; dumme Nuß; unglückliche; Ärmste
personne nerveuse Nervenbündel; Nervenkranke; Neurotiker; Schussel
sot Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Gimpel; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Hohlkopf; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Quatschkopf; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Spaßvogel; Strohkopf; Stümper; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; dummer August Blödian; Dumme; Dummkopf; Dummköpfe; Dussel; Fan; Geisteskranke; Hohlkopf; Idiot; Irre; Irrsinnige; Kalbskopf; Kauz; Narr; Schafskopf; Schwachkopf; Schwachsinnige; Schwärmer; Strohkopf; Tollkopf; Tor; Trottel; Verrückte; Wahnsinnige
toqué Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Esel; Geck; Gänschen; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Schaf; Schafskopf; Schalk; Schussel; Schwachkopf; Spaßvogel; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; dummer August Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Schwachsinnige; Tollkopf; Tor; Verrückte; Wahnsinnige
tête d'oeuf Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Gimpel; Hohlkopf; Quatschkopf; Schafskopf; Schussel; Schwachkopf; Strohkopf; Stümper; Trottel Dummchen; Dumme; Dummkopf; Dummköpchen; Glatzkopf; Hohlkopf; Hohlköpfchen; Schafskopf; Schwachköpfchen; Strohkopf; Strohköpfchen
tête de veau Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Gimpel; Hohlkopf; Quatschkopf; Schafskopf; Schussel; Schwachkopf; Strohkopf; Stümper; Trottel
âne Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Gimpel; Hohlkopf; Quatschkopf; Schafskopf; Schussel; Schwachkopf; Strohkopf; Stümper; Trottel Blöde; Dummchen; Dumme; Dummkopf; Dummköpchen; Einfaltspinsel; Esel; Hohlkopf; Hohlköpfchen; Kuh; Schaf; Schafskopf; Schwachkopf; Schwachköpfchen; Strohkopf; Strohköpfchen; Trottel; dumme Nuß
énervé Nervenbündel; Nervenkranke; Neurotiker; Schussel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abruti apathisch; benebelt; berauscht; betäubt; dumpf; dumpfig; duselig; dösig; schlaff; stumpfsinnig
fou absonderlich; albern; ausgeflippt; begierig auf; bekloppt; bescheuert; besonder; bizarr; blöd; blöde; blödsinnig; dumm; dämlich; eigen; eigenartig; eigentümlich; einfältig; fabelhaft; fremd; fremdartig; ganz verrückt; gediegen; geisteskrank; geistesschwach; geistkrank; genial; gestört; gigantisch; großartig; hirnverbrannt; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; komisch; kurios; lächerlich; merkwürdig; meschugge; närrisch; plemplem; seltsam; sonderbar; spinnig; stumpfsinnig; toll; töricht; ungewöhnlich; unklug; unsinnig; unvernüftig; unvernünftig; verrückt; versessen auf; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; wunderlich; übergeschnappt
idiot albern; bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; dumm; dämlich; einfältig; eselhaft; geisteskrank; geistesschwach; geistkrank; gestört; hirnverbrannt; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lächerlich; meschugge; närrisch; strohdumm; stumpfsinnig; stupid; töricht; unklug; unsinnig; unvernüftig; unvernünftig; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; übergeschnappt
imbécile bekloppt; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; denkfaul; dumm; dämlich; einfältig; geisteskrank; geistesschwach; gestört; hirnverbrannt; hohlköpfig; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lächerlich; meschugge; närrisch; rückständig; schwach; schwachsinnig; schwächlich; stumpfsinnig; töricht; unsinnig; unterbegabt; unvernünftig; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; zurückgeblieben; übergeschnappt
nerveux erhitzt; flatterhaft; gehetzt; gejagd; geschwind; gestresst; hastig; nervös; rastlos; ruhelos; rührig; schnell; steif; unbeständig; unruhig; zappelig; ängstlich; überstürzt
niais albern; anspruchslos; bei weitem; dumm; einfach; einfältig; geistlos; glatt; imHandumdrehen; kindisch; kälberhaft; leicht; mühelos; nicht schwer; schlicht; simpel; stumpf; stumpfsinnig
névrosé neurotisch
sot absonderlich; absurd; albern; amüsant; ausgelassen; bekloppt; bescheuert; besonder; bizarr; blöd; blöde; blödsinnig; denkfaul; drollig; dumm; dämlich; eigen; eigenartig; eigentümlich; einfältig

Wiktionary: Schussel

Schussel
noun
  1. (umgangssprachlich) fahrige, unkonzentrierte Person
    • Schussel → tête-en-l'air
Cross Translation:
FromToVia
• Schussel → tête de linotte; étourdi; étourdie ↔ scatterbrain — flighty, disorganized or forgetful person.

schüssel:


Synoniemen voor "schüssel":


Schüssel:

Schüssel [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schüssel (Faß; Tonne; Eimer; )
    la tonne; le seau; le fût; le tonneau; le baril; la cuvette; la bassine; la cuve
    • tonne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • seau [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fût [le ~] zelfstandig naamwoord
    • tonneau [le ~] zelfstandig naamwoord
    • baril [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cuvette [la ~] zelfstandig naamwoord
    • bassine [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cuve [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Schüssel (Napf; Schale; Behälter; Gefäß)
    le bac; la mangeoire; la gamelle; le récipient; la jatte
    • bac [le ~] zelfstandig naamwoord
    • mangeoire [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gamelle [la ~] zelfstandig naamwoord
    • récipient [le ~] zelfstandig naamwoord
    • jatte [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Schüssel (Kaserole; Schale; Stollen; Gefäß)
    le plat résistant à la chaleur du four
  4. die Schüssel (Schälchen; Schale; Schüsselchen)
    la soucoupe; le petit plateau; le petit plat
  5. die Schüssel (Handwagen; Karren; Karre; Gefährt)
    la charrette; la charrette à bras; la voiture

Vertaal Matrix voor Schüssel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bac Behälter; Gefäß; Napf; Schale; Schüssel Abiturzeugnis; Abschlußzeugnis; Diplom; Futterkrippe; Futtertrog; Reifezeugnis
baril Bottich; Eimer; Faß; Kübel; Schüssel; Tonne; Trog; Wanne
bassine Bottich; Eimer; Faß; Kübel; Schüssel; Tonne; Trog; Wanne
charrette Gefährt; Handwagen; Karre; Karren; Schüssel Draisine; Fuhrwerk; Gefährt; Karre; Karren; Lore; Rollwagen; Vehikel; Wagen; Wägelchen; Zugmaschine
charrette à bras Gefährt; Handwagen; Karre; Karren; Schüssel Handwagen; Sackkarre
cuve Bottich; Eimer; Faß; Kübel; Schüssel; Tonne; Trog; Wanne Anwaltschaft; Behälter; Container; Futterkrippe; Futtertrog; Gerichtsbehörde; Regentonne; Tank; Wanne; Waschwanne; Wasserbehälter; Wasserreservoir; Wassertank
cuvette Bottich; Eimer; Faß; Kübel; Schüssel; Tonne; Trog; Wanne Dünenkessel; Karaffe; Kohleneimer; Kohlenkasten; Waschbecken; Waschschüssel; Wasserkanne
fût Bottich; Eimer; Faß; Kübel; Schüssel; Tonne; Trog; Wanne
gamelle Behälter; Gefäß; Napf; Schale; Schüssel Futterkrippe; Futtertrog; Speisekessel
jatte Behälter; Gefäß; Napf; Schale; Schüssel Bowle; Futterkrippe; Futtertrog
mangeoire Behälter; Gefäß; Napf; Schale; Schüssel Futterkrippe; Futtertrog; Krippe
petit plat Schale; Schälchen; Schüssel; Schüsselchen
petit plateau Schale; Schälchen; Schüssel; Schüsselchen
plat résistant à la chaleur du four Gefäß; Kaserole; Schale; Schüssel; Stollen
récipient Behälter; Gefäß; Napf; Schale; Schüssel Futterkrippe; Futtertrog; Sammelbecken; Speicherbecken
seau Bottich; Eimer; Faß; Kübel; Schüssel; Tonne; Trog; Wanne Wasserkanne
soucoupe Schale; Schälchen; Schüssel; Schüsselchen
tonne Bottich; Eimer; Faß; Kübel; Schüssel; Tonne; Trog; Wanne Schiffstonne
tonneau Bottich; Eimer; Faß; Kübel; Schüssel; Tonne; Trog; Wanne Schiffstonne
voiture Gefährt; Handwagen; Karre; Karren; Schüssel Auto; Eisenbahnwagen; Eisenbahnwagon; Fahrzeug; Fuhrwerk; Gefährt; Karren; Kutsche; Personenauto; Personenwagen; Pferdewagen; Pkw; Vehikel; Wagen; Zugmaschine; Zugwagon

Synoniemen voor "Schüssel":


Wiktionary: Schüssel

Schüssel
noun
  1. Schale für Lebensmittel
Schüssel
noun
  1. Récipient large et peu profond
  2. pièce de vaisselle, à fond plat destinée à contenir les mets qu’on servir sur la table.
  3. Récipient de terre, de faïence, etc.
Cross Translation:
FromToVia
• Schüssel → bol ↔ bowl — container
• Schüssel → plat; assiette ↔ dish — vessel for holding/serving food







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1370 seconde
Page rendered in 1.0 seconds