Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Station

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Station

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Station:
- puits; source; source d'inspiration
Wiktionary:
- Station → gare, station, salle

Frans naar Duits: Meer gegevens...

station:
- Bahnhof; Haltestelle; Rundfunkstation; Stopp
Wiktionary:
- station → Rundfunksender
- station → Bahnhof, Station

Duits

Uitgebreide vertaling voor Station (Duits) in het Frans

Station:

Station [die ~] zelfstandig naamwoord

die Station (Inspirationsherkunft; Quelle; Herkunft; Grube; Absender; Abfluß)
le puits; la source; la source d'inspiration
- puits [le ~] zelfstandig naamwoord
- source [la ~] zelfstandig naamwoord
- source d'inspiration [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Station:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
puits	Abfluß; Absender; Grube; Herkunft; Inspirationsherkunft; Quelle; Station	Deichseln; Gruben; Mienen; Mienenschächte; Schächte; Stiele; Wasserlöcher
source	Abfluß; Absender; Grube; Herkunft; Inspirationsherkunft; Quelle; Station	Abstammung; Brunnen; Datenquelle; Flußquelle; Herkunft; Informationsquelle; Quelle; Quellenanbieter; Ursprung; Zisterne
source d'inspiration	Abfluß; Absender; Grube; Herkunft; Inspirationsherkunft; Quelle; Station

Synoniemen voor "Station":

Krankenstation
Abschnitt; Entwicklungsabschnitt; Entwicklungsphase; Entwicklungsstadium; Entwicklungsstand; Entwicklungsstufe; Entwicklungszustand; Etappe; Periode; Phase; Punkt; Stadium; Stufe; Teilstrecke; Teilstück
Bahnhof; Halt; Haltepunkt; Haltestelle; Verkehrsstation; Areal; Bereich; Bezirk; Fläche; Gegend; Horizont; Ort; Platz; Raum; Rayon; Region; Sektor; Sphäre

Wiktionary: Station

Cross Translation:

From	To	Via
• Station	→ gare; station	↔ station — place where a vehicle may stop
• Station	→ salle	↔ ward — hospital room

Verwante vertalingen van Station

LKW-Station

Frans

Uitgebreide vertaling voor Station (Frans) in het Duits

station:

station [la ~] zelfstandig naamwoord

la station (gare)
der Bahnhof; die Haltestelle; die Rundfunkstation
- Bahnhof [der ~] zelfstandig naamwoord
- Haltestelle [die ~] zelfstandig naamwoord
- Rundfunkstation [die ~] zelfstandig naamwoord
la station (arrêt; halte)
die Haltestelle; der Stopp
- Haltestelle [die ~] zelfstandig naamwoord
- Stopp [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor station:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Bahnhof	gare; station	gare ferroviaire
Haltestelle	arrêt; gare; halte; station	aire de montée; arrêt; embarcadère; halte; relais; étape
Rundfunkstation	gare; station	station de radio
Stopp	arrêt; halte; station

Synoniemen voor "station":

escale; port; relâche; halte; étape; arrêt; gare; terminus; embarcadère; aéroport; relais; pause; répit; suspension; interruption; intervalle; interclasse; silence; récréation; repos; posture; attitude; position; pose; aplomb

Wiktionary: station

station

noun

Sender (Institution), der hauptsächlich Hörfunkprogramm- oder Fernsehprogramme ausstrahlen
- Rundfunksender → station

Cross Translation:

From	To	Via
• station	→ Bahnhof; Station	↔ station — place where a vehicle may stop
• station	→ Bahnhof	↔ terminal — railway station

Verwante vertalingen van Station