Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Intervall:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Intervall (Duits) in het Frans

Intervall:

Intervall [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Intervall
    l'intervalle; l'intermittence
  2. der Intervall
    l'intervalle

Vertaal Matrix voor Intervall:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intermittence Intervall Arbeitspause; Ausspannung; Entspannung; Erholung; Essenszeit; Interim; Mittagspause; Pause; Ruhepause; Schulpause; Unterbrechung; Zwischenraum; Zwischenzeit
intervalle Intervall Arbeitspause; Ausspannung; Aussparung; Entspannung; Erholung; Essenszeit; Interim; Interval; Kluft; Mittagspause; Pause; Ruhepause; Schulpause; Spalte; Spanne; Tonabstand; Unterbrechung; Weilchen; Zeitabschnitt; Zwischenraum; Zwischenzeit

Synoniemen voor "Intervall":


Wiktionary: Intervall

Intervall
noun
  1. Musik: Abstand zwischen der Höhe zweier Ton
Intervall
noun
  1. distance d’un lieu à un autre.

Cross Translation:
FromToVia
Intervall intervalle interval — period of time
Intervall fenêtre window — period of time
Intervall intervalle interval — tussenperiode