Hall: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Hall:
- résonance; écho; retentissement; beuglement; braillement; grand cri; éclat de voix; cri à tue-tête; réflexion; répercussion
Wiktionary:
- Hall → son

Frans naar Duits: Meer gegevens...

hall:
- Halle; Eingangshalle; Portal; Zwischenzimmer; Haustürnische; Rittersaal; Vorhof; Vorhalle; Empfangsräume; Empfangsraum; Salon; Empfangszimmer; Foyer; Galerie
Wiktionary:
- hall → Saal, Halle
- hall → Wartehalle

Duits

Uitgebreide vertaling voor Hall (Duits) in het Frans

Hall:

Hall [der ~] zelfstandig naamwoord

der Hall (Widerhall; Resonanz; Schall; Echo)
le résonance; l'écho; le retentissement; le beuglement; le braillement; le grand cri; l'éclat de voix; le cri à tue-tête
- résonance [le ~] zelfstandig naamwoord
- écho [le ~] zelfstandig naamwoord
- retentissement [le ~] zelfstandig naamwoord
- beuglement [le ~] zelfstandig naamwoord
- braillement [le ~] zelfstandig naamwoord
- grand cri [le ~] zelfstandig naamwoord
- éclat de voix [le ~] zelfstandig naamwoord
- cri à tue-tête [le ~] zelfstandig naamwoord
der Hall (Nachhall; Echo; Schall; Widerhall; Nachschall)
l'écho; la résonance; le retentissement; la réflexion; la répercussion
- écho [le ~] zelfstandig naamwoord
- résonance [la ~] zelfstandig naamwoord
- retentissement [le ~] zelfstandig naamwoord
- réflexion [la ~] zelfstandig naamwoord
- répercussion [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Hall:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beuglement	Echo; Hall; Resonanz; Schall; Widerhall	Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei
braillement	Echo; Hall; Resonanz; Schall; Widerhall	Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei
cri à tue-tête	Echo; Hall; Resonanz; Schall; Widerhall
grand cri	Echo; Hall; Resonanz; Schall; Widerhall
retentissement	Echo; Hall; Nachhall; Nachschall; Resonanz; Schall; Widerhall	Echo; Nachhall
réflexion	Echo; Hall; Nachhall; Nachschall; Schall; Widerhall	Abwägung; Anschauung; Ansicht; Ansichtsweise; Auffassung; Begriff; Begriffsvermögen; Besinnung; Bewußtsein; Denkweise; Eindruck; Eindrücke; Einfall; Eingebung; Einkehr; Einsicht; Erkenntnis; Erwägen; Erwägung; Fassungsvermögen; Gedanke; Gedächtnis; Gegenbild; Grübelei; Grübeln; Idee; Intellekt; Meditation; Meinung; Mühe; Mühsal; Nachdenken; Nachsinnen; Plackerei; Reflektion; Reflexion; Selbstbespiegelung; Sinnen; Sinnieren; Spiegelbild; Spiegelung; Vernunft; Verstand; Vorstellung; Widerspiegelung; erneutes Erwägen; Überlegung
répercussion	Echo; Hall; Nachhall; Nachschall; Schall; Widerhall	Gegenmaßnahme; Reperkussion; Rückschlag; Rückstoß
résonance	Echo; Hall; Nachhall; Nachschall; Resonanz; Schall; Widerhall	Echo; Klankwiderhall
écho	Echo; Hall; Nachhall; Nachschall; Resonanz; Schall; Widerhall	Echo; Klankwiderhall
éclat de voix	Echo; Hall; Resonanz; Schall; Widerhall

Synoniemen voor "Hall":

Nachhall

Wiktionary: Hall

Hall

noun

Quelque chose que l’on peut écouter, entendre.
- son → Hall; Klang; Laut; Schall; Ton

Frans

Uitgebreide vertaling voor Hall (Frans) in het Duits

hall:

hall [le ~] zelfstandig naamwoord

l'hall (entrée)
die Halle; die Eingangshalle; Portal
- Halle [die ~] zelfstandig naamwoord
- Eingangshalle [die ~] zelfstandig naamwoord
- Portal [das ~] zelfstandig naamwoord
l'hall (entrée)
Zwischenzimmer
- Zwischenzimmer [das ~] zelfstandig naamwoord
l'hall (véranda; porche; carré; portail; portique; palier; entrée)
die Haustürnische
- Haustürnische [die ~] zelfstandig naamwoord
l'hall (Salle des Chevaliers; halle; vestibule; entrée; grande salle; salle d'honneur)
der Rittersaal
- Rittersaal [der ~] zelfstandig naamwoord
l'hall (avant-cour; vestibule)
der Vorhof
- Vorhof [der ~] zelfstandig naamwoord
l'hall (pièce donnant sur la rue; vestibule)
die Halle; Portal; die Vorhalle; die Eingangshalle
- Halle [die ~] zelfstandig naamwoord
- Portal [das ~] zelfstandig naamwoord
- Vorhalle [die ~] zelfstandig naamwoord
- Eingangshalle [die ~] zelfstandig naamwoord
l'hall (accueil; salon; entrée; foyer; pièce de réception; halle; réception; grande salle)
die Empfangsräume; der Empfangsraum; die Halle; der Salon; Empfangszimmer; Foyer; die Galerie
- Empfangsräume [die ~] zelfstandig naamwoord
- Empfangsraum [der ~] zelfstandig naamwoord
- Halle [die ~] zelfstandig naamwoord
- Salon [der ~] zelfstandig naamwoord
- Empfangszimmer [das ~] zelfstandig naamwoord
- Foyer [das ~] zelfstandig naamwoord
- Galerie [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hall:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Eingangshalle	entrée; hall; pièce donnant sur la rue; vestibule	entrée; marché; marché au cadran; portail; salle des ventes; vestibule
Empfangsraum	accueil; entrée; foyer; grande salle; hall; halle; pièce de réception; réception; salon	accueil; réception; salle d'attente; salon; suite
Empfangsräume	accueil; entrée; foyer; grande salle; hall; halle; pièce de réception; réception; salon
Empfangszimmer	accueil; entrée; foyer; grande salle; hall; halle; pièce de réception; réception; salon	accueil; réception; salle d'attente; salon; suite
Foyer	accueil; entrée; foyer; grande salle; hall; halle; pièce de réception; réception; salon	bar; buvette; cafétéria; foyer; fumoir
Galerie	accueil; entrée; foyer; grande salle; hall; halle; pièce de réception; réception; salon	autorité; bar; buvette; cabinet; cabinets; cafétéria; collonade; corridor; foyer; fumoir; galerie; galerie d'art; gouvernement; gouvernement de l'Etat; hall d'exposition; pouvoir public; salle d'exposition; salle de musée; salon d'art; toilettes
Halle	accueil; entrée; foyer; grande salle; hall; halle; pièce de réception; pièce donnant sur la rue; réception; salon; vestibule	chambre; entrée; marché; marché au cadran; pièce; pièce spacieuse; portail; salle de séjour; salle des ventes; vestibule
Haustürnische	carré; entrée; hall; palier; porche; portail; portique; véranda
Portal	entrée; hall; pièce donnant sur la rue; vestibule	vestibule
Rittersaal	Salle des Chevaliers; entrée; grande salle; hall; halle; salle d'honneur; vestibule
Salon	accueil; entrée; foyer; grande salle; hall; halle; pièce de réception; réception; salon	accueil; réception; salle d'attente; salon; suite
Vorhalle	hall; pièce donnant sur la rue; vestibule	marché; marché au cadran; salle des ventes; vestibule
Vorhof	avant-cour; hall; vestibule
Zwischenzimmer	entrée; hall

Synoniemen voor "hall":

antichambre; vestibule; entrée; approche; hangar; remise; entrepôt; dock; grange; fenil; abri; salle; chambre; pièce; salon; carrée; galerie; narthex; porche; cabinet; passage

Wiktionary: hall

hall

noun

Grande salle.
- hall → Saal; Halle

hall

noun

Gebäude, das im wesentlichen ^[1] beinhaltet
- Halle → gymnase; hangar; atelier; hall; salle
großer und hoher Aufenthalts-, Empfangs- oder Lagerraum im Erdgeschoss
- Halle → hall; salle

Cross Translation:

From	To	Via
• hall	→ Wartehalle	↔ concourse — A large open space in a building where people can gather

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Hall

Uitgebreide vertaling voor Hall (Duits) in het Frans

Hall:

Hall [der ~] zelfstandig naamwoord

der Hall (Widerhall; Resonanz; Schall; Echo)

der Hall (Nachhall; Echo; Schall; Widerhall; Nachschall)

Vertaal Matrix voor Hall:

Synoniemen voor "Hall":

Wiktionary: Hall

Uitgebreide vertaling voor Hall (Frans) in het Duits

hall:

hall [le ~] zelfstandig naamwoord

l'hall (entrée)

l'hall (entrée)

l'hall (véranda; porche; carré; portail; portique; palier; entrée)

l'hall (Salle des Chevaliers; halle; vestibule; entrée; grande salle; salle d'honneur)

l'hall (avant-cour; vestibule)

l'hall (pièce donnant sur la rue; vestibule)

l'hall (accueil; salon; entrée; foyer; pièce de réception; halle; réception; grande salle)

Vertaal Matrix voor hall:

Synoniemen voor "hall":

Wiktionary: hall

Verwante vertalingen van Hall