Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Geseire

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Geseire

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Geseire:
- querelle; ébats; saletés; tintouin; batifolage; folâtrerie
Wiktionary:
- Geseire → ravaudage, placote, placotage, jacasseries, gibars, délayage, bavasseries, bavassements, bavassage, bagoulement, verbalisme, bagou(l), verbiage, phraséologie, sornettes, parlot(t)e, papotage, bavardage, plainte, lamentation, jérémiades

Duits

Uitgebreide vertaling voor Geseire (Duits) in het Frans

Geseire:

Geseire [das ~] zelfstandig naamwoord

Geseire (Herumtollen; Geschwätz; Klönen; Genörgel; Gequengel; Gezänk; Getratsch; Geleier)
la querelle; l'ébats; la saletés; le tintouin; le batifolage; la folâtrerie
- querelle [la ~] zelfstandig naamwoord
- ébats [le ~] zelfstandig naamwoord
- saletés [la ~] zelfstandig naamwoord
- tintouin [le ~] zelfstandig naamwoord
- batifolage [le ~] zelfstandig naamwoord
- folâtrerie [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Geseire:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
batifolage	Geleier; Genörgel; Gequengel; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Gezänk; Herumtollen; Klönen
folâtrerie	Geleier; Genörgel; Gequengel; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Gezänk; Herumtollen; Klönen
querelle	Geleier; Genörgel; Gequengel; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Gezänk; Herumtollen; Klönen	Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Differenz; Diskussion; Erörterung; Fehde; Gefecht; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Ringen; Ringkampf; Schlacht; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wettkampf; Wortstreit; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht
saletés	Geleier; Genörgel; Gequengel; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Gezänk; Herumtollen; Klönen	Geschmiere; Gesudel; Kleckserei; Pfusch; Pfuscharbeit; Schluderarbeit; Schmiererei; Schmutzigkeiten; Sudelei; Widerlichkeiten
tintouin	Geleier; Genörgel; Gequengel; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Gezänk; Herumtollen; Klönen	Gedränge; Getreibe; Getue; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Scherereien; Trara
ébats	Geleier; Genörgel; Gequengel; Geschwätz; Geseire; Getratsch; Gezänk; Herumtollen; Klönen

Wiktionary: Geseire

Geseire

noun

umgangssprachlich: wehleidiges Gejammer; unnützes Gerede
- Geseire → ravaudage; placote; placotage; jacasseries; gibars; délayage; bavasseries; bavassements; bavassage; bagoulement; verbalisme; bagou(l); verbiage; phraséologie; sornettes; parlot(t)e; papotage; bavardage; plainte; lamentation; jérémiades