Duits
Uitgebreide vertaling voor Auszubildender (Duits) in het Frans
Auszubildender:
Vertaal Matrix voor Auszubildender:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
apprenti | Auszubildender | Auszubildende; Benjamin; Lehrjunge; Lehrling; Praktikant; Schüler; Zimmerlehrjunge; jüngster Lehrling |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
apprenti | angehend; beabsichtigt; geplant; nächst; zukünftig; zustehend |
Synoniemen voor "Auszubildender":
Wiktionary: Auszubildender
Auszubildender
noun
-
Person, die eine Lehrvertrag mit einem Ausbildungsbetrieb abgeschlossen hat
- Auszubildender → apprenti
Computer vertaling door derden: