Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Knöchel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Knöchel (Duits) in het Frans

Knöchel:

Knöchel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Knöchel (Knöchelgelenk)
    la jointure
  2. der Knöchel
    l'os
    • os [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Knöchel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jointure Knöchel; Knöchelgelenk Gelenk; Gelenkknubbel; Glied; Join; Verknüpfung
os Knöchel Gebeine; Knochen

Synoniemen voor "Knöchel":


Wiktionary: Knöchel

Knöchel
noun
  1. vorspringender Knochen am Fußansatz
Knöchel
noun
  1. Articulation.

Cross Translation:
FromToVia
Knöchel cheville ankle — joint between foot and leg
Knöchel jointure knokkel — het gewricht dat de vingers met de hand verbindt, vooral zichtbaar als men de vingers buigt
Knöchel cheville enkel — gewricht dat de voet met het been verbindt