Overzicht
Duits naar Frans: Meer gegevens...
-
gehorsam:
- obéissant; coulant; docile; complaisant; obligeant; obligeamment; accommodant; docilement; apprivoisé; domestique; maniable; soumis; indulgent; avec indulgence; facile à vivre; avec complaisance; souple; empressé; avec empressement; servile; facilement; flexible; soumis à; facile; subordonné; inférieur; accessoire; secondaire; subalterne; serviable
- Gehorsam:
-
Wiktionary:
- Gehorsam → obéissance
- Gehorsam → obéissance
- gehorsam → obéissant
- gehorsam → obéissant
Duits
Uitgebreide vertaling voor Gehorsam (Duits) in het Frans
gehorsam:
-
gehorsam (willig; gefällig; gefügig; fügsam; folgsam)
obéissant; coulant; docile; complaisant; obligeant; obligeamment; accommodant; docilement-
obéissant bijvoeglijk naamwoord
-
coulant bijvoeglijk naamwoord
-
docile bijvoeglijk naamwoord
-
complaisant bijvoeglijk naamwoord
-
obligeant bijvoeglijk naamwoord
-
obligeamment bijvoeglijk naamwoord
-
accommodant bijvoeglijk naamwoord
-
docilement bijvoeglijk naamwoord
-
-
gehorsam (zahm; gefügig; folgsam)
apprivoisé; docile; domestique; maniable; soumis; obéissant; docilement-
apprivoisé bijvoeglijk naamwoord
-
docile bijvoeglijk naamwoord
-
domestique bijvoeglijk naamwoord
-
maniable bijvoeglijk naamwoord
-
soumis bijvoeglijk naamwoord
-
obéissant bijvoeglijk naamwoord
-
docilement bijvoeglijk naamwoord
-
-
gehorsam (folgsam; gefällig; gefügig; entgegenkommend; bequem; leicht zu bearbeiten; nachgiebig; fügsam; dienstbereit; dienstfertig)
complaisant; indulgent; coulant; avec indulgence; facile à vivre; avec complaisance; souple; docile; empressé; docilement; accommodant; avec empressement-
complaisant bijvoeglijk naamwoord
-
indulgent bijvoeglijk naamwoord
-
coulant bijvoeglijk naamwoord
-
avec indulgence bijvoeglijk naamwoord
-
facile à vivre bijvoeglijk naamwoord
-
avec complaisance bijvoeglijk naamwoord
-
souple bijvoeglijk naamwoord
-
docile bijvoeglijk naamwoord
-
empressé bijvoeglijk naamwoord
-
docilement bijvoeglijk naamwoord
-
accommodant bijvoeglijk naamwoord
-
avec empressement bijvoeglijk naamwoord
-
-
gehorsam (untergeben; hündisch; untertänig)
-
gehorsam (untertänig; unterworfen; gefügig; füglich; fügsam; folgsam)
soumis; facilement; flexible; soumis à; facile; souple; docile; obéissant; maniable; docilement-
soumis bijvoeglijk naamwoord
-
facilement bijwoord
-
flexible bijvoeglijk naamwoord
-
soumis à bijvoeglijk naamwoord
-
facile bijvoeglijk naamwoord
-
souple bijvoeglijk naamwoord
-
docile bijvoeglijk naamwoord
-
obéissant bijvoeglijk naamwoord
-
maniable bijvoeglijk naamwoord
-
docilement bijvoeglijk naamwoord
-
-
gehorsam (untergeordnet; abhängig; nebensächlich; hündisch; untertänig; schlecht; wertlos; untergeben; sekundär; inhaltslos)
subordonné; docile; inférieur; accessoire; secondaire; servile; subalterne; soumis-
subordonné bijvoeglijk naamwoord
-
docile bijvoeglijk naamwoord
-
inférieur bijvoeglijk naamwoord
-
accessoire bijvoeglijk naamwoord
-
secondaire bijvoeglijk naamwoord
-
servile bijvoeglijk naamwoord
-
subalterne bijvoeglijk naamwoord
-
soumis bijvoeglijk naamwoord
-
-
gehorsam (dienstfertig; willig; gefällig; fügsam; zuvorkommend; folgsam; dienstbereit)
serviable; docile; empressé; obéissant; obligeant; docilement; obligeamment-
serviable bijvoeglijk naamwoord
-
docile bijvoeglijk naamwoord
-
empressé bijvoeglijk naamwoord
-
obéissant bijvoeglijk naamwoord
-
obligeant bijvoeglijk naamwoord
-
docilement bijvoeglijk naamwoord
-
obligeamment bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor gehorsam:
Synoniemen voor "gehorsam":
Wiktionary: gehorsam
gehorsam
Cross Translation:
adjective
gehorsam
-
Anweisungen oder Befehle eines Vorgesetzten oder Vormundes befolgend
- gehorsam → obéissant
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gehorsam | → obéissant | ↔ obedient — willing to comply with the commands |
• gehorsam | → obéissant | ↔ gehoorzaam — bereid gehoor te geven aan regels of bevelen |
Gehorsam:
-
der Gehorsam (Zuvorkommendheit; Dienstbereitschaft; Dienstbarkeit; Gefügigkeit; Gefälligkeit; Entgegenkommen; Anspruchslosigkeit; Dienstfertigkeit; Wohlwollen; Folgsamkeit; Bescheidenheit; Genügsamkeit)
la complaisance; l'obligeance; la modicité; l'humilité; la serviabilité; la retenue; la prévenance; la discrétion; la bienveillance; la modestie
Vertaal Matrix voor Gehorsam:
Wiktionary: Gehorsam
Gehorsam
Cross Translation:
noun
-
widerspruchsloses befolgen von Aufforderungen gegenüber einer Autorität
- Gehorsam → obéissance
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• Gehorsam | → obéissance | ↔ obedience — quality of being obedient |