Overzicht
Duits naar Frans: Meer gegevens...
-
aufeinanderstoßen:
-
Wiktionary:
aufeinanderstoßen → se heurter -
Synoniemen voor "aufeinander stoßen":
aufeinander prallen; kollidieren; zusammenprallen; zusammenstoßen
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor aufeinanderstoßen (Duits) in het Frans
aufeinanderstoßen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- aufeinander: l'un sur l'autre; l'un contre l'autre
- stoßen: accrocher; heurter; cogner; choquer; se heurter; se cogner; donner contre; se rentrer dedans; donner un bourrade à; donner un coup de coude à; botter; donner des coups de pied; frapper du pied; secouer; agiter; pousser; pousser en avant; frapper; taper; gourmer; buter vers; heurter vers; pousser vers; subir un choc; digérer directement; donner un grand coup de pied
- Stoßen: secousses; chocs
aufeinander stoßen:
Synoniemen voor "aufeinander stoßen":
Wiktionary: aufeinanderstoßen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aufeinanderstoßen | → se heurter | ↔ botsen — in een conflict of ruzie geraken |