Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Sport:
  2. Wiktionary:
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. sport:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Sport (Duits) in het Frans

Sport:

Sport [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Sport (Stufen einer Leiter)
    la marche; l'échelon
    • marche [la ~] zelfstandig naamwoord
    • échelon [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Sport
    le sport
    • sport [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Sport:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
marche Sport; Stufen einer Leiter Anmarsch; Aufmarsch; Böschung; Durchreise; Durchzug; Fortbewegung; Geschwindigkeit; Marsch; Schnelligkeit; Stufe; Tempo; Vormarsch; Wandersport
sport Sport
échelon Sport; Stufen einer Leiter Grad; Gradation; Klettereisen; Niveau; Rang; Rangfolge; Rangordnung; Staffel; Staffelstellung; Steigeisen; Stellung; Titel

Synoniemen voor "Sport":


Wiktionary: Sport

Sport
noun
  1. die kulturelle Handlung von Menschen, sich körperlich und/oder geistig in Wettkämpfen zu messen
  2. das intensive Trainieren des menschlichen Körpers mit dem Ziel, den Körper zu höherer Leistungsfähigkeit zu entwickeln

Cross Translation:
FromToVia
Sport exercice exercise — physical activity intended to improve strength and fitness
Sport sport sport — any athletic activity that uses physical skills
Sport sport sport — lichaamsbeweging

Verwante vertalingen van Sport



Frans

Uitgebreide vertaling voor Sport (Frans) in het Duits

sport:

sport [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le sport
    der Sport
    • Sport [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sport:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Sport sport marche; échelon

Synoniemen voor "sport":


Wiktionary: sport

sport
Cross Translation:
FromToVia
sport Sport sport — lichaamsbeweging
sport Sport sport — any athletic activity that uses physical skills

Verwante vertalingen van Sport