Entschlossenheit: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Entschlossenheit:
- résolution; détermination; ténacité; assurance de soi-même; assurance; fermeté; sécurité; garantie; certitude; sûreté; aplomb; stabilité; constance; durabilité; confiance en soi; sûreté de soi-même; fait d'être résolu
Wiktionary:
- Entschlossenheit → résolution
- Entschlossenheit → résolution, détermination

Duits

Uitgebreide vertaling voor Entschlossenheit (Duits) in het Frans

Entschlossenheit:

Entschlossenheit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Entschlossenheit (Bestimmtheit)
la résolution; la détermination; la ténacité; l'assurance de soi-même; l'assurance; la fermeté; la sécurité; la garantie; la certitude; la sûreté; l'aplomb; la stabilité; la constance; la durabilité; la confiance en soi; la sûreté de soi-même
- résolution [la ~] zelfstandig naamwoord
- détermination [la ~] zelfstandig naamwoord
- ténacité [la ~] zelfstandig naamwoord
- assurance de soi-même [la ~] zelfstandig naamwoord
- assurance [la ~] zelfstandig naamwoord
- fermeté [la ~] zelfstandig naamwoord
- sécurité [la ~] zelfstandig naamwoord
- garantie [la ~] zelfstandig naamwoord
- certitude [la ~] zelfstandig naamwoord
- sûreté [la ~] zelfstandig naamwoord
- aplomb [le ~] zelfstandig naamwoord
- stabilité [la ~] zelfstandig naamwoord
- constance [la ~] zelfstandig naamwoord
- durabilité [la ~] zelfstandig naamwoord
- confiance en soi [la ~] zelfstandig naamwoord
- sûreté de soi-même [la ~] zelfstandig naamwoord
die Entschlossenheit (Bestimmtheit; Entschiedenheit; Sicherheit)
la détermination; la résolution; la garantie; la fermeté
- détermination [la ~] zelfstandig naamwoord
- résolution [la ~] zelfstandig naamwoord
- garantie [la ~] zelfstandig naamwoord
- fermeté [la ~] zelfstandig naamwoord
die Entschlossenheit (Selbstsicherheit; Selbstvertrauen; Bestimmtheit; Entschiedenheit; Selbstgewißheit)
la confiance en soi; l'assurance de soi-même; l'assurance; la certitude; l'aplomb
- confiance en soi [la ~] zelfstandig naamwoord
- assurance de soi-même [la ~] zelfstandig naamwoord
- assurance [la ~] zelfstandig naamwoord
- certitude [la ~] zelfstandig naamwoord
- aplomb [le ~] zelfstandig naamwoord
die Entschlossenheit (Bestimmtheit; Sicherheit; Entschiedenheit)
la résolution; la détermination; le fait d'être résolu
- résolution [la ~] zelfstandig naamwoord
- détermination [la ~] zelfstandig naamwoord
- fait d'être résolu [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Entschlossenheit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aplomb	Bestimmtheit; Entschiedenheit; Entschlossenheit; Selbstgewißheit; Selbstsicherheit; Selbstvertrauen	Aplomb; Freimut; Freimütigkeit; Selbstgewißheit; Selbstsicherheit
assurance	Bestimmtheit; Entschiedenheit; Entschlossenheit; Selbstgewißheit; Selbstsicherheit; Selbstvertrauen	Assekuranz; Dreistigkeit; Frechheit; Freimut; Freimütigkeit; Garantie; Gewißheit; Pfand; Selbstgewißheit; Selbstsicherheit; Sicherheit; Unverschämtheit; Versicherung
assurance de soi-même	Bestimmtheit; Entschiedenheit; Entschlossenheit; Selbstgewißheit; Selbstsicherheit; Selbstvertrauen
certitude	Bestimmtheit; Entschiedenheit; Entschlossenheit; Selbstgewißheit; Selbstsicherheit; Selbstvertrauen	Essenz; Festigkeit; Garantie; Gewißheit; Halt; Pfand; Realität; Sicherheit; Wesenheit; Wirklichkeit
confiance en soi	Bestimmtheit; Entschiedenheit; Entschlossenheit; Selbstgewißheit; Selbstsicherheit; Selbstvertrauen	Selbstgewißheit; Selbstsicherheit
constance	Bestimmtheit; Entschlossenheit	Dauerhaftigkeit; Haltbarkeit
durabilité	Bestimmtheit; Entschlossenheit	Dauerhaftigkeit; Haltbarkeit; gute Qualität
détermination	Bestimmtheit; Entschiedenheit; Entschlossenheit; Sicherheit	Anordnung; Beschluß; Bestimmung; Dekret; Erlaß; Fügung; Maßnahme; Phrase; Ratsbeschluß; Ratschluß; Regel; Regierungsbeschluß; Satzung; Setzung; Verfügung; Verordnung
fait d'être résolu	Bestimmtheit; Entschiedenheit; Entschlossenheit; Sicherheit
fermeté	Bestimmtheit; Entschiedenheit; Entschlossenheit; Sicherheit	Bestimmtheit; Beständigkeit; Dauerhaftigkeit; Dichte; Dichtigkeit; Entschiedenheit; Festigkeit; Garantie; Gewißheit; Halt; Hartnäckigkeit; Heldentat; Herzhaftigkeit; Kühnheit; Pfand; Rüstigkeit; Schneidigkeit; Sicherheit; Solidität; Stabilisierung; Stabilität; Stattlichkeit; Stetigkeit; Stämmigkeit; Tapferkeit; Tüchtigkeit; Unumstößlichkeit; Unverbrüchlichkeit; Verwegenheit
garantie	Bestimmtheit; Entschiedenheit; Entschlossenheit; Sicherheit	Amtssiegel; Bürgschaft; Garantie; Garantieschein; Gepräge; Gewähr; Gewährleistung; Kaution; Klebemarke; Lacksiegel; Marke; Pfand; Pfande; Sicherheit; Sicherheitsleistung; Sicherung; Siegel; Stempel; Stempelbogen; Stempeln; Unterpfand; Unterpfande; gratis Kundendienst
résolution	Bestimmtheit; Entschiedenheit; Entschlossenheit; Sicherheit	Absicht; Anordnung; Auflösung; Beschluß; Bestimmung; Dekret; Entschiedenheit; Entschließung; Entschluß; Erlaß; Herzhaftigkeit; Maßnahme; Plan; Ratsbeschluß; Ratschluß; Regierungsbeschluß; Resolution; Schneidigkeit; Tapferkeit; Verfügung; Verordnung; Vorhaben; Vorsatz; entschlossenes Handeln
stabilité	Bestimmtheit; Entschlossenheit	Bestimmtheit; Beständigkeit; Dauerhaftigkeit; Festigkeit; Gewißheit; Halt; Haltbarkeit; Hartnäckigkeit; Sicherheit; Solidität; Stabilisierung; Stabilität; Stetigkeit; Unumstößlichkeit; gute Qualität
sécurité	Bestimmtheit; Entschlossenheit	Geborgenheit; IT-Sicherheit; Protektion; Schutz; Sicherheit; Sicherung
sûreté	Bestimmtheit; Entschlossenheit	Garantie; Gewißheit; Pfand; Sicherheit
sûreté de soi-même	Bestimmtheit; Entschlossenheit
ténacité	Bestimmtheit; Entschlossenheit	Ausdauer; Beharrlichkeit; Beharrung; Bestimmtheit; Beständigkeit; Festigkeit; Halt; Sicherheit; Solidität; Stabilisierung; Stabilität; Standhaftigkeit; Standhalten; Zugfestigkeit; Zähigkeit

Wiktionary: Entschlossenheit

Entschlossenheit

noun

Fermeté, courage.
- résolution → Entschlossenheit

Cross Translation:

From	To	Via
• Entschlossenheit	→ résolution; détermination	↔ resolution — state of being resolute

Remove Ads

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Entschlossenheit

Uitgebreide vertaling voor Entschlossenheit (Duits) in het Frans

Entschlossenheit:

Entschlossenheit [die ~] zelfstandig naamwoord

die Entschlossenheit (Bestimmtheit)

die Entschlossenheit (Bestimmtheit; Entschiedenheit; Sicherheit)

die Entschlossenheit (Selbstsicherheit; Selbstvertrauen; Bestimmtheit; Entschiedenheit; Selbstgewißheit)

die Entschlossenheit (Bestimmtheit; Sicherheit; Entschiedenheit)

Vertaal Matrix voor Entschlossenheit:

Wiktionary: Entschlossenheit