Ausbeutung: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Ausbeutung:
- exploitation; succion; exploitations; défrichements; utilisation; emploi; profit
Wiktionary:
- Ausbeutung → exploitation

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausbeutung (Duits) in het Frans

die Ausbeutung (Abbau)
l'exploitation; la succion
- exploitation [la ~] zelfstandig naamwoord
- succion [la ~] zelfstandig naamwoord
die Ausbeutung (Urbarmachung)
l'exploitations; le défrichements
- exploitations [la ~] zelfstandig naamwoord
- défrichements [le ~] zelfstandig naamwoord
die Ausbeutung (Verwertung)
l'utilisation; l'emploi; le profit
- utilisation [la ~] zelfstandig naamwoord
- emploi [le ~] zelfstandig naamwoord
- profit [le ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
défrichements	Ausbeutung; Urbarmachung
emploi	Ausbeutung; Verwertung	Anstellung; Anwendung; Arbeit; Arbeitsbeschaffung; Arbeitsplatz; Arbeitsplätze; Arbeitsverhältnis; Benutzung; Beruf; Beschäftigung; Dienststelle; Dienstverhältnis; Ernennung; Fach; Funktion; Gebrauch; Handhabung; Hantieren; Job; Lohnarbeit; Nutzung; Position; Stelle; Stellung; Tätigkeit; Verwendung; Verwertung; Wirkungskreis
exploitation	Abbau; Ausbeutung	Ausbeuten; Ausnutzen; Bebauung; Betrieb; Firma; Genossenschaft; Geschäftsbetrieb; Gesellschaftsfirma; Gewerbe; Gewerbebetrieb; Handelsunternehmen; Kultivierung; Unternehmen; Urbarmachung
exploitations	Ausbeutung; Urbarmachung
profit	Ausbeutung; Verwertung	Anwendbarkeit; Bezug; Brauchbarkeit; Erlös; Ertrag; Extraprofit; Gewinn; Nutzen; Nützlichkeit; Profit; Sinn; Utilität; Verdienst; Verwendbarkeit; Vorteil
succion	Abbau; Ausbeutung	Ausbeuten; Ausnutzen
utilisation	Ausbeutung; Verwertung	Anwendung; Benutzung; Gebrauch; Nutzbarmachung; Nutzung; Verbrauch; Verwendung; Verwertung

Ausbeutung

noun

gewissenlose, überzogene, unangemessene Nutzung (besonders von Arbeitskräften, Ressourcen)
- Ausbeutung → exploitation