Appetit: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Appetit:
- faim; appétit
Wiktionary:
- Appetit → appétit
- Appetit → appétit

Frans naar Duits: Meer gegevens...

appétit:
- Appetit; Hunger; Eßlust; Magenknurren; Hungergefühl; Lust haben etwas zu essen
Wiktionary:
- appétit → Appetit, Eßlust, Esslust
- appétit → Appetit

Duits

Uitgebreide vertaling voor Appetit (Duits) in het Frans

Appetit:

Appetit [der ~] zelfstandig naamwoord

der Appetit (Hungergefühl; Hunger; Eßlust; Magenknurren)
la faim; l'appétit
- faim [la ~] zelfstandig naamwoord
- appétit [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Appetit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
appétit	Appetit; Eßlust; Hunger; Hungergefühl; Magenknurren	Lust haben etwas zu essen
faim	Appetit; Eßlust; Hunger; Hungergefühl; Magenknurren	Hunger; Hungersnot; Lust haben etwas zu essen

Synoniemen voor "Appetit":

Appetenz; Begehren; einen Zahn haben; Lust; Trieb; Verlangen; Wunsch

Wiktionary: Appetit

Appetit

noun

Lust zu, am Essen, das Verlangen zu essen
- Appetit → appétit

Appetit

Désir sélectif pour combler une sensation de faim
- appétit → Appetit

Cross Translation:

From	To	Via
• Appetit	→ appétit	↔ appetite — desire of or relish for food
• Appetit	→ appétit	↔ eetlust — de behoefte om voedsel tot zich te nemen.

Frans

Uitgebreide vertaling voor Appetit (Frans) in het Duits

appétit:

appétit [le ~] zelfstandig naamwoord

l'appétit (faim)
der Appetit
- Appetit [der ~] zelfstandig naamwoord
l'appétit (faim)
der Hunger; die Eßlust; Magenknurren; der Appetit; Hungergefühl
- Hunger [der ~] zelfstandig naamwoord
- Eßlust [die ~] zelfstandig naamwoord
- Magenknurren [das ~] zelfstandig naamwoord
- Appetit [der ~] zelfstandig naamwoord
- Hungergefühl [das ~] zelfstandig naamwoord
l'appétit (petit creux; faim)
die Lust haben etwas zu essen
- Lust haben etwas zu essen [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor appétit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Appetit	appétit; faim
Eßlust	appétit; faim
Hunger	appétit; faim	faim
Hungergefühl	appétit; faim
Lust haben etwas zu essen	appétit; faim; petit creux
Magenknurren	appétit; faim

Synoniemen voor "appétit":

appétence; faim; besoin; désir; goût; avidité; attrait; soif; attirance; attraction; tentation; envie; penchant; propension; fascination; préférence; rapacité; voracité; âpreté; passion; concupiscence; ardeur; nécessité; pauvreté; curiosité; intérêt; indiscrétion; attention; exigence; revendication; boulimie; fringale; creux; disette; famine; gourmandise; friandise; goinfrerie; gloutonnerie

Wiktionary: appétit

appétit

Désir sélectif pour combler une sensation de faim
- appétit → Appetit
Traductions à trier suivant le sens
- appétit → Eßlust

appétit

noun

Lust zu, am Essen, das Verlangen zu essen
- Appetit → appétit

Cross Translation:

From	To	Via
• appétit	→ Appetit	↔ appetite — desire of or relish for food
• appétit	→ Appetit; Esslust	↔ eetlust — de behoefte om voedsel tot zich te nemen.

Verwante vertalingen van Appetit

assouvir son appétit

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Appetit

Uitgebreide vertaling voor Appetit (Duits) in het Frans

Appetit:

Appetit [der ~] zelfstandig naamwoord

der Appetit (Hungergefühl; Hunger; Eßlust; Magenknurren)

Vertaal Matrix voor Appetit:

Synoniemen voor "Appetit":

Wiktionary: Appetit

Uitgebreide vertaling voor Appetit (Frans) in het Duits

appétit:

appétit [le ~] zelfstandig naamwoord

l'appétit (faim)

l'appétit (faim)

l'appétit (petit creux; faim)

Vertaal Matrix voor appétit:

Synoniemen voor "appétit":

Wiktionary: appétit

Verwante vertalingen van Appetit