Overzicht
Duits naar Frans: Meer gegevens...
-
zoffen:
-
Wiktionary:
zoffen → chamailler, chicaner, disputer, engueuler, quereller, chicoter, chicotter, contester, gribouiller, gricher, poigner, pogner -
Synoniemen voor "zoffen":
ein Hühnchen rupfen; ausfechten; das Kriegsbeil ausgraben; fetzen; hadern; kabbeln; mit jemanden ins Gericht gehen; streiten; zanken
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor zoffen (Duits) in het Frans
zoffen:
Synoniemen voor "zoffen":
Wiktionary: zoffen
zoffen
verb
-
reflexiv; Deutschland, umgangssprachlich: mit jemandem Zoff haben