Juwel: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Juwel:
- chérie; amour; bien-aimée; bijou; perle; joyau; pierre précieuse; parure; ornement
Wiktionary:
- Juwel → bijou, joyau
- Juwel → pierre précieuse, joyau

Duits

Uitgebreide vertaling voor Juwel (Duits) in het Frans

Juwel:

Juwel [das ~] zelfstandig naamwoord

Juwel (Schatz; Schätzchen; Herzchen; liebes Kind)
la chérie; l'amour; la bien-aimée
- chérie [la ~] zelfstandig naamwoord
- amour [le ~] zelfstandig naamwoord
- bien-aimée [la ~] zelfstandig naamwoord
Juwel (Schmuckstück; Geschmeide; Kleinod; Nippes; Edelstein; Gehänge; Edelsteine; Nippsache; Schmuckstein)
le bijou; la perle; le joyau; la pierre précieuse; la parure
- bijou [le ~] zelfstandig naamwoord
- perle [la ~] zelfstandig naamwoord
- joyau [le ~] zelfstandig naamwoord
- pierre précieuse [la ~] zelfstandig naamwoord
- parure [la ~] zelfstandig naamwoord
Juwel (Schmuck; Zierat; Schmuckstück)
le bijou; l'ornement; la parure
- bijou [le ~] zelfstandig naamwoord
- ornement [le ~] zelfstandig naamwoord
- parure [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Juwel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
amour	Herzchen; Juwel; Schatz; Schätzchen; liebes Kind	Geliebte; Herzchen; Lieb; Liebchen; Liebe; Liebling; Liebste; Schatz; Schätzchen; Süße; Verliebtheit
bien-aimée	Herzchen; Juwel; Schatz; Schätzchen; liebes Kind	Freund; Freundin; Geliebte; Geliebter; Genossin; Herzchen; Herzfreundin; Liebchen; Liebhaber; Liebling; Liebste
bijou	Edelstein; Edelsteine; Gehänge; Geschmeide; Juwel; Kleinod; Nippes; Nippsache; Schmuck; Schmuckstein; Schmuckstück; Zierat	Kiesel; Kleinod; Stein
chérie	Herzchen; Juwel; Schatz; Schätzchen; liebes Kind	Augapfel; Frauchen; Freund; Freundin; Geliebte; Geliebter; Herzchen; Hätschelkind; Liebchen; Liebhaber; Liebling; Liebste; Schatz; Schätzchen; Stern; Weibchen; entzückende Kind; liebes Kind; niedliche Kind; süße Kind
joyau	Edelstein; Edelsteine; Gehänge; Geschmeide; Juwel; Kleinod; Nippes; Nippsache; Schmuckstein; Schmuckstück
ornement	Juwel; Schmuck; Schmuckstück; Zierat	Aufscchmuck; Ausschmückung; Girlande; Orden; Ordenszeichen; Ornament; Putz; Randsteuerelement; Schmuck; Unterscheidungsmerkmal; Unterscheinungszeichen; Verzierung
parure	Edelstein; Edelsteine; Gehänge; Geschmeide; Juwel; Kleinod; Nippes; Nippsache; Schmuck; Schmuckstein; Schmuckstück; Zierat	Aufscchmuck; Ausschmückung; Ordenszeichen; Putz; Schmuck; Verzierung
perle	Edelstein; Edelsteine; Gehänge; Geschmeide; Juwel; Kleinod; Nippes; Nippsache; Schmuckstein; Schmuckstück	Glasperlen; Perle; Perlen
pierre précieuse	Edelstein; Edelsteine; Gehänge; Geschmeide; Juwel; Kleinod; Nippes; Nippsache; Schmuckstein; Schmuckstück	Edelstein; Schmuckstein

Synoniemen voor "Juwel":

Hort; Kleinod; Kostbarkeit; Schatz; Vermögen
Kronjuwel; wertvolles Schmuckstück

Wiktionary: Juwel

Juwel

noun

-
- Juwel → bijou
geschliffener und damit veredelter Edelstein
- Juwel → joyau; bijou
(meist wertvolles) Schmuckstück
- Juwel → bijou

Juwel

noun

Petit ouvrage de luxe d’un travail élégant et d’une matière précieuse, et qui sert de parure et d’ornement
- bijou → Juwel; Kleinod; Schmuck; Schmucksachen; Schmuckstück; Edelstein; Kostbarkeit
ornement précieux d’or, d’argent, de pierreries, qui sert à la parure, comme les bracelets, les pendants d’oreilles, etc.
- joyau → Juwel; Edelstein; Kleinod

Cross Translation:

From	To	Via
• Juwel	→ pierre précieuse; joyau	↔ gem — precious stone
• Juwel	→ joyau; pierre précieuse	↔ gemstone — a gem

Remove Ads

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Juwel

Uitgebreide vertaling voor Juwel (Duits) in het Frans

Juwel:

Juwel [das ~] zelfstandig naamwoord

Juwel (Schatz; Schätzchen; Herzchen; liebes Kind)

Juwel (Schmuckstück; Geschmeide; Kleinod; Nippes; Edelstein; Gehänge; Edelsteine; Nippsache; Schmuckstein)

Juwel (Schmuck; Zierat; Schmuckstück)

Vertaal Matrix voor Juwel:

Synoniemen voor "Juwel":

Wiktionary: Juwel