Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Couch

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Couch

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Couch:
- banquette; banc; canapé-lit; canapé; sofa; divan; meuble-lit
Wiktionary:
- Couch → divan, canapé
- Couch → sofa, canapé

Frans naar Duits: Meer gegevens...

couché:
- ausgestreckt; liegend; ausgestreckt liegend; ausgedehnt
Wiktionary:
- couché → liegend
- couché → liegen

Duits

Uitgebreide vertaling voor Couch (Duits) in het Frans

Couch:

Couch [die ~] zelfstandig naamwoord

die Couch (Sofa; Sitzbank; Bank; Kanapee)
la banquette; le banc
- banquette [la ~] zelfstandig naamwoord
- banc [le ~] zelfstandig naamwoord
die Couch (Schlafcouch)
le canapé-lit; le canapé; le sofa; le divan; le meuble-lit
- canapé-lit [le ~] zelfstandig naamwoord
- canapé [le ~] zelfstandig naamwoord
- sofa [le ~] zelfstandig naamwoord
- divan [le ~] zelfstandig naamwoord
- meuble-lit [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Couch:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
banc	Bank; Couch; Kanapee; Sitzbank; Sofa	Sitzbank; Sitzplatz
banquette	Bank; Couch; Kanapee; Sitzbank; Sofa	Sitzbank; Sitzplatz
canapé	Couch; Schlafcouch	Divan; Kanapee; Liegesofa; Schlafcouch; Sitzbank; Sitzplatz; Sofa
canapé-lit	Couch; Schlafcouch
divan	Couch; Schlafcouch	Divan; Kanapee; Schlafcouch; Sofa
meuble-lit	Couch; Schlafcouch
sofa	Couch; Schlafcouch	Kanapee; Liegesofa; Schlafcouch; Sofa

Synoniemen voor "Couch":

Chaiselongue; Diwan; Kanapee; Liege; Ottomane; Ruhemöbel; Récamière; Sofa; Bett; Falle; Heia; Koje; Lager; Ruhelager

Wiktionary: Couch

Couch

noun

„breiteres Liegesofa“Lit-Duden: Großes Fremdwörterbuch|A=4, Stichwort: „Couch“, Seite 282. mit zwei oder mehr Sitzplätzen
- Couch → divan; canapé

Couch

noun

Sorte de siège long à dossier
- canapé → Sofa; Couch; Kanapee; Chaiselongue

Cross Translation:

From	To	Via
• Couch	→ sofa; canapé	↔ couch — furniture for seating

Frans

Uitgebreide vertaling voor Couch (Frans) in het Duits

couché:

couché bijvoeglijk naamwoord

couché (être gisant tout de son long; gisant)
ausgestreckt; liegend; ausgestreckt liegend; ausgedehnt
- ausgestreckt bijvoeglijk naamwoord
- liegend bijvoeglijk naamwoord
- ausgestreckt liegend bijvoeglijk naamwoord
- ausgedehnt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor couché:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ausgedehnt	couché; gisant; être gisant tout de son long	allongé; ample; amplement; approfondi; circonstancié; dans le détail; de façon détaillée; de façon prolixe; diffus; détaillé; en détail; extensif; grand; large; largement; spacieux; vaste; verbeuse; verbeusement; verbeux; élaboré; étendu; étendue; étiré
ausgestreckt	couché; gisant; être gisant tout de son long	allongé; tendu; étendu; étiré
ausgestreckt liegend	couché; gisant; être gisant tout de son long
liegend	couché; gisant; être gisant tout de son long

Synoniemen voor "couché":

étendu; ample; grand; gisant; vautré; avachi; étalé; répandu

Wiktionary: couché

couché

adjective

allongé sur un lit, généralement pour dormir.
- couché → liegend

couché

eine mehr oder weniger horizontal ausgerichtete Lage einnehmen
- liegen → couché