Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Campingbus (Duits) in het Frans

Campingbus:

Campingbus [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Campingbus (Wohnmobil; Camper; Wohnwagen)
    le campingcar; la caravane; la caravane familiale

Vertaal Matrix voor Campingbus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
campingcar Camper; Campingbus; Wohnmobil; Wohnwagen
caravane Camper; Campingbus; Wohnmobil; Wohnwagen Autoanhänger; Karawane; Wohnwagen
caravane familiale Camper; Campingbus; Wohnmobil; Wohnwagen

Wiktionary: Campingbus

Campingbus
noun
  1. ein für das Campen ausgestatteter Bus



Frans

Uitgebreide vertaling voor Campingbus (Frans) in het Duits