Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: verkuppeln

Duitse en Franse zoekresultaten voor: verkuppeln

Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. verkuppeln:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor verkuppeln (Duits) in het Frans

verkuppeln:

verkuppeln werkwoord (verkuppele, verkuppelst, verkuppelt, verkuppelte, verkuppeltet, verkuppelt)

  1. verkuppeln (zusammenfügen; koppeln; verbinden; )
    attacher; joindre; accoupler; réunir en accouplant; attacher ensemble
    • attacher werkwoord (attache, attaches, attachons, attachez, )
    • joindre werkwoord (joins, joint, joignons, joignez, )
    • accoupler werkwoord (accouple, accouples, accouplons, accouplez, )
    • attacher ensemble werkwoord

Conjugations for verkuppeln:

Präsens
  1. verkuppele
  2. verkuppelst
  3. verkuppelt
  4. verkuppelen
  5. verkuppelt
  6. verkuppelen
Imperfekt
  1. verkuppelte
  2. verkuppeltest
  3. verkuppelte
  4. verkuppelten
  5. verkuppeltet
  6. verkuppelten
Perfekt
  1. habe verkuppelt
  2. hast verkuppelt
  3. hat verkuppelt
  4. haben verkuppelt
  5. habt verkuppelt
  6. haben verkuppelt
1. Konjunktiv [1]
  1. verkuppele
  2. verkuppelest
  3. verkuppele
  4. verkuppelen
  5. verkuppelet
  6. verkuppelen
2. Konjunktiv
  1. verkuppelte
  2. verkuppeltest
  3. verkuppelte
  4. verkuppelten
  5. verkuppeltet
  6. verkuppelten
Futur 1
  1. werde verkuppeln
  2. wirst verkuppeln
  3. wird verkuppeln
  4. werden verkuppeln
  5. werdet verkuppeln
  6. werden verkuppeln
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verkuppeln
  2. würdest verkuppeln
  3. würde verkuppeln
  4. würden verkuppeln
  5. würdet verkuppeln
  6. würden verkuppeln
Diverses
  1. verkuppel!
  2. verkuppelt!
  3. verkuppelen Sie!
  5. verkuppelt
  6. verkuppelnd
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verkuppeln:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
joindre Anschweißen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accoupler aneinanderreihen; fügen; knüpfen; koppeln; kuppeln; verbinden; vereinen; vereinigen; verketten; verkuppeln; zusammenfügen; zusammenlegen
attacher aneinanderreihen; fügen; knüpfen; koppeln; kuppeln; verbinden; vereinen; vereinigen; verketten; verkuppeln; zusammenfügen; zusammenlegen Bücher binden; an einander befestigen; anbacken; anbinden; anhaken; anheften; anhängen; anketten; ankleben; anknöpfen; ankoppeln; ankuppeln; anlegen; anleimen; anreihen; anschnallen; aufbinden; aufkleben; aufknoten; aufreien; befestigen; beglaubigen; binden; den Mund verbieten; dokumentieren; einblenden; einschnüren; erpressen; fesseln; festbinden; festhaken; festhalten; festheften; festkleben; festknöpfen; festknüpfen; festlegen; festmachen; festschnallen; festzurren; haften; haken; heften; klammern; kleben; knebeln; knoten; koppeln; kuppeln; leimen; pappen; schnüren; umbinden; umwinden; verankern; verbinden; verknoten; verknüpfen; vertäuen; zubinden; zurren; zusammenbinden; zusammenkleben; zuschnallen; zuschnüren
attacher ensemble aneinanderreihen; fügen; knüpfen; koppeln; kuppeln; verbinden; vereinen; vereinigen; verketten; verkuppeln; zusammenfügen; zusammenlegen anbinden; anknöpfen; befestigen; festknöpfen; festmachen; schnüren; verknoten; zusammenbinden
joindre aneinanderreihen; fügen; knüpfen; koppeln; kuppeln; verbinden; vereinen; vereinigen; verketten; verkuppeln; zusammenfügen; zusammenlegen Hand in Hand gehen; aneinanderkuppeln; aneinanderreihen; anfügen; beifügen; beigeben; beilegen; beimischen; beisetzen; bündeln; durchstellen; hineintun; hinzufügen; hinzulegen; hinzumengen; hinzumischen; hinzuzählen; ketten; kombinieren; kompilieren; koppeln; kuppeln; mitrechnen; mitschicken; mitsenden; mitzählen; schweißen; sich treffen; sich verbinden; sich verknüpfen; verbinden; vereinen; vereinigen; verketten; verknüpfen; verschmelzen; verschweißen; weiterleiten; zerschmelzen; zufügen; zugeben; zulegen; zusammenballen; zusammenfügen; zusammengehen; zusammenlegen; zusammenschmelzen; zusammenschweißen; zusammentreffen
réunir en accouplant aneinanderreihen; fügen; knüpfen; koppeln; kuppeln; verbinden; vereinen; vereinigen; verketten; verkuppeln; zusammenfügen; zusammenlegen

Synoniemen voor "verkuppeln":


Wiktionary: verkuppeln

verkuppeln
verb
  1. (salopp/jugendlich:) versuchen zwei Menschen zusammenzubringen, zusammenzuführen (meist mit dem Ziel, dass sie danach ein Paar werden)

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0379 seconde
Page rendered in 1.0 seconds