Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Neuling

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Neuling

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Neuling:
- étudiant de première année; bizuth; bleu; nouveau; bizut; débutant; blanc-bec; novice; débutante; néophyte
Wiktionary:
- Neuling → novice, débutant
- Neuling → bleu, bizuth, bizut, bleue, débutant, béotien, néophyte

Duits

Uitgebreide vertaling voor Neuling (Duits) in het Frans

Neuling:

Neuling [der ~] zelfstandig naamwoord

der Neuling (Grünling; Student im ersten Semester)
l'étudiant de première année; le bizuth; le bleu; le nouveau; le bizut
- étudiant de première année [le ~] zelfstandig naamwoord
- bizuth [le ~] zelfstandig naamwoord
- bleu [le ~] zelfstandig naamwoord
- nouveau [le ~] zelfstandig naamwoord
- bizut [le ~] zelfstandig naamwoord
der Neuling (Neuankömmling)
le bizuth; le débutant; le blanc-bec; le bleu; le nouveau; le novice; la débutante
- bizuth [le ~] zelfstandig naamwoord
- débutant [le ~] zelfstandig naamwoord
- blanc-bec [le ~] zelfstandig naamwoord
- bleu [le ~] zelfstandig naamwoord
- nouveau [le ~] zelfstandig naamwoord
- novice [le ~] zelfstandig naamwoord
- débutante [la ~] zelfstandig naamwoord
der Neuling (Neuankömmling)
le bizut; le néophyte; le nouveau; le bizuth
- bizut [le ~] zelfstandig naamwoord
- néophyte [le ~] zelfstandig naamwoord
- nouveau [le ~] zelfstandig naamwoord
- bizuth [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Neuling:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bizut	Grünling; Neuankömmling; Neuling; Student im ersten Semester
bizuth	Grünling; Neuankömmling; Neuling; Student im ersten Semester
blanc-bec	Neuankömmling; Neuling	Gör; Rotzbengel; Rotzjunge
bleu	Grünling; Neuankömmling; Neuling; Student im ersten Semester	Angsthase; Arbeitsanzug; Feigling; Overall; Quetschung; Quetschwunde
débutant	Neuankömmling; Neuling	Anfänger; Anfängerin; Debütant; Starter
débutante	Neuankömmling; Neuling	Anfängerin; Debütant
nouveau	Grünling; Neuankömmling; Neuling; Student im ersten Semester
novice	Neuankömmling; Neuling	Heranwachsende; Jugendliche; Schiffsjunge; junge Mensch
néophyte	Neuankömmling; Neuling
étudiant de première année	Grünling; Neuling; Student im ersten Semester
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bleu		blau
nouveau		fortgeschritten; freistehend; frisch; gelassen; gerade gekauft; gleichgültig; heil; intakt; ledig; leer; neu; neue; neuste; nichtig; rein; unangetastet; unbenutzt; unberührt; unbewegt; ungebraucht; ungekünstelt; ungekürzt; ungerührt; unversehrt

Synoniemen voor "Neuling":

Anfänger; Einsteiger; Greenhorn; Grünschnabel; Jungspund; Novize; Spund; Unerfahrener; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ

Wiktionary: Neuling

Neuling

noun

Person, die auf einem Gebiet oder in einer Gruppe neu ist
- Neuling → novice; débutant

Neuling

noun

celui, celle qui débute
- débutant → Anfänger; Neuling

Cross Translation:

From	To	Via
• Neuling	→ bleu; bizuth; bizut; bleue	↔ freshman — a person of either sex entering the first year of an institution
• Neuling	→ débutant; béotien; néophyte	↔ newbie — new (inexperienced) user or participant
• Neuling	→ débutant	↔ novice — beginner
• Neuling	→ bleu	↔ rookie — a novice

Computer vertaling door derden: