Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Fäßchen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fässchen (Duits) in het Frans

Fässchen:


Synoniemen voor "Fässchen":

  • kleines Fass

Wiktionary: Fässchen

Fässchen
noun
  1. Petit baril.

Fäßchen:

Fäßchen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Fäßchen (Tönnchen)
    le tonnelet; le pichet; le barillet; le pot; l'urne; la chope
    • tonnelet [le ~] zelfstandig naamwoord
    • pichet [le ~] zelfstandig naamwoord
    • barillet [le ~] zelfstandig naamwoord
    • pot [le ~] zelfstandig naamwoord
    • urne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • chope [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Fäßchen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barillet Fäßchen; Tönnchen
chope Fäßchen; Tönnchen Bierkanne
pichet Fäßchen; Tönnchen Kanne; Karaffe; Kännchen
pot Fäßchen; Tönnchen Gießer; Gläschen; Kanne; Karaffe; Kochtopf; Kohleneimer; Kohlenkasten; Kurze; Kännchen; Schenkkanne; Schmortopf; Schnaps; Topf; Trinkglas
tonnelet Fäßchen; Tönnchen
urne Fäßchen; Tönnchen Urne; Vase; Wahlurne

Wiktionary: Fäßchen

Fäßchen
noun
  1. Sorte de petit tonneau.