Overzicht
Duits naar Frans: Meer gegevens...
- geziemend:
- geziemen:
-
Wiktionary:
- geziemend → convenable
Duits
Uitgebreide vertaling voor geziemend (Duits) in het Frans
geziemend:
-
geziemend (passend)
-
geziemend (passend)
convenable-
convenable bijvoeglijk naamwoord
-
-
geziemend (schicklich; passend; angemessen)
approprié; convenable; décent; correct; convenablement-
approprié bijvoeglijk naamwoord
-
convenable bijvoeglijk naamwoord
-
décent bijvoeglijk naamwoord
-
correct bijvoeglijk naamwoord
-
convenablement bijvoeglijk naamwoord
-
-
geziemend (sittsam; züchtig; dezent; ehrbar)
Vertaal Matrix voor geziemend:
Wiktionary: geziemend
geziemend
adjective
-
Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose.
geziemen:
-
geziemen (passen; schicken)
convenir; être convenable-
convenir werkwoord (conviens, convient, convenons, convenez, conviennent, convenais, convenait, convenions, conveniez, convenaient, convins, convint, convînmes, convîntes, convinrent, conviendrai, conviendras, conviendra, conviendrons, conviendrez, conviendront)
-
être convenable werkwoord
-
Conjugations for geziemen:
Präsens
- gezieme
- geziemst
- geziemt
- geziemen
- geziemt
- geziemen
Imperfekt
- geziemte
- geziemtest
- geziemte
- geziemten
- geziemtet
- geziemten
Perfekt
- habe geziemt
- hast geziemt
- hat geziemt
- haben geziemt
- habt geziemt
- haben geziemt
1. Konjunktiv [1]
- gezieme
- geziemest
- gezieme
- geziemen
- geziemet
- geziemen
2. Konjunktiv
- geziemte
- geziemtest
- geziemte
- geziemten
- geziemtet
- geziemten
Futur 1
- werde geziemen
- wirst geziemen
- wird geziemen
- werden geziemen
- werdet geziemen
- werden geziemen
1. Konjunktiv [2]
- würde geziemen
- würdest geziemen
- würde geziemen
- würden geziemen
- würdet geziemen
- würden geziemen
Diverses
- gezieme!
- geziemt!
- geziemen Sie!
- geziemt
- geziemend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor geziemen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
convenir | geziemen; passen; schicken | abmachen; anprobieren; ausmachen; gebräuchlich sein; gefallen; gehören; gelegen kommen; geschikt sein; gleichen; gleichkommen; hingehören; konvenieren; ordnen; organisieren; passen; regeln; regulieren; rundkommen; schicken; schmecken; steuern; stimmen; taugen; vereinbaren; zugehören; zusammenstimmen; übereinstimmen mit |
être convenable | geziemen; passen; schicken | gebräuchlich sein; gefallen; gehören; geschikt sein; hingehören; konvenieren; passen; schicken; schmecken; taugen; zugehören |
Computer vertaling door derden: