Duits

Uitgebreide vertaling voor anregend (Duits) in het Frans

anregend:

anregend bijvoeglijk naamwoord

  1. anregend (interessant; lehrreich; informativ; spannend)
    intéressant; digne d'intérêt
  2. anregend
    incitant; instigateur
  3. anregend (stimulierend; aufmunternd; aufheiternd)
    encourageant; poussant; stimulant; suggestif

Vertaal Matrix voor anregend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
instigateur Anführer; Anführerin; Anreger; Anstifter; Gründer; Initiator; Krachmacher; Lärmmacher; Rädelsführer; Rüpel; Stifter; Urheber; Verursacher
stimulant Anfeuern; Animieren; Anregen; Anregung; Anregungsmittel; Anreiz; Anreizen; Ansporn; Anspornen; Anstoß; Anstoßen; Antreiben; Aufputschmittel; Aufschwung; Aufstieg; Doping; Droge; Ermunterung; Ermutigung; Genußmittel; Getränk mit Heilkräuter; Impuls; Rauschgift; Reiz; Stimulanz; Stärkung; Triebkraft
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
stimulant Stimulans
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
digne d'intérêt anregend; informativ; interessant; lehrreich; spannend
encourageant anregend; aufheiternd; aufmunternd; stimulierend aufmunternd; stärkend
incitant anregend
instigateur anregend
intéressant anregend; informativ; interessant; lehrreich; spannend
poussant anregend; aufheiternd; aufmunternd; stimulierend
stimulant anregend; aufheiternd; aufmunternd; stimulierend aufmunternd
suggestif anregend; aufheiternd; aufmunternd; stimulierend suggestiv

Synoniemen voor "anregend":


Wiktionary: anregend

anregend
adjective
  1. ein motivierendes und ermunterndes Gefühl erzeugen
anregend
Cross Translation:
FromToVia
anregend stimulant brisk — stimulating or invigorating

anregen:

anregen werkwoord (rege an, regst an, regt an, regte an, regtet an, angeregt)

  1. anregen (stimulieren; ermutigen; reizen; )
    inciter; stimuler; aguillonner; mettre en marche; pousser; actionner
    • inciter werkwoord (incite, incites, incitons, incitez, )
    • stimuler werkwoord (stimule, stimules, stimulons, stimulez, )
    • aguillonner werkwoord
    • mettre en marche werkwoord
    • pousser werkwoord (pousse, pousses, poussons, poussez, )
    • actionner werkwoord (actionne, actionnes, actionnons, actionnez, )
  2. anregen (prickeln; erregen; aufwinden; )
    exciter; allumer; aiguiser; inciter; aiguillonner; picoter; ameuter; piquer; stimuler
    • exciter werkwoord (excite, excites, excitons, excitez, )
    • allumer werkwoord (allume, allumes, allumons, allumez, )
    • aiguiser werkwoord (aiguise, aiguises, aiguisons, aiguisez, )
    • inciter werkwoord (incite, incites, incitons, incitez, )
    • aiguillonner werkwoord (aiguillonne, aiguillonnes, aiguillonnons, aiguillonnez, )
    • picoter werkwoord (picote, picotes, picotons, picotez, )
    • ameuter werkwoord (ameute, ameutes, ameutons, ameutez, )
    • piquer werkwoord (pique, piques, piquons, piquez, )
    • stimuler werkwoord (stimule, stimules, stimulons, stimulez, )
  3. anregen (aktivieren; wecken; beleben; hervorrufen; neubeleben)
    enflammer; stimuler; vivifier; activer; raviver; animer
    • enflammer werkwoord (enflamme, enflammes, enflammons, enflammez, )
    • stimuler werkwoord (stimule, stimules, stimulons, stimulez, )
    • vivifier werkwoord (vivifie, vivifies, vivifions, vivifiez, )
    • activer werkwoord (active, actives, activons, activez, )
    • raviver werkwoord (ravive, ravives, ravivons, ravivez, )
    • animer werkwoord (anime, animes, animons, animez, )
  4. anregen (vorschlagen; raten; suggerieren; )
    suggérer; conseiller; insinuer; deviner; déterminer; fixer; estimer; apprécier; conjecturer; faire une expertise; recommander; évaluer; priser; taxer
    • suggérer werkwoord (suggère, suggères, suggérons, suggérez, )
    • conseiller werkwoord (conseille, conseilles, conseillons, conseillez, )
    • insinuer werkwoord (insinue, insinues, insinuons, insinuez, )
    • deviner werkwoord (devine, devines, devinons, devinez, )
    • déterminer werkwoord (détermine, détermines, déterminons, déterminez, )
    • fixer werkwoord (fixe, fixes, fixons, fixez, )
    • estimer werkwoord (estime, estimes, estimons, estimez, )
    • apprécier werkwoord (apprécie, apprécies, apprécions, appréciez, )
    • conjecturer werkwoord (conjecture, conjectures, conjecturons, conjecturez, )
    • recommander werkwoord (recommande, recommandes, recommandons, recommandez, )
    • évaluer werkwoord (évalue, évalues, évaluons, évaluez, )
    • priser werkwoord (prise, prises, prisons, prisez, )
    • taxer werkwoord (taxe, taxes, taxons, taxez, )
  5. anregen (anreizen; herausfordern; herauslocken; )
    susciter; inciter à; provoquer
    • susciter werkwoord (suscite, suscites, suscitons, suscitez, )
    • inciter à werkwoord
    • provoquer werkwoord (provoque, provoques, provoquons, provoquez, )
  6. anregen (einflüstern; raten; vorschlagen; )
    prédire; souffler; couler à l'oreille
    • prédire werkwoord (prédis, prédit, prédisons, prédites, )
    • souffler werkwoord (souffle, souffles, soufflons, soufflez, )
  7. anregen (stimulieren; ermuntern)

Conjugations for anregen:

Präsens
  1. rege an
  2. regst an
  3. regt an
  4. regen an
  5. regt an
  6. regen an
Imperfekt
  1. regte an
  2. regtest an
  3. regte an
  4. regten an
  5. regtet an
  6. regten an
Perfekt
  1. habe angeregt
  2. hast angeregt
  3. hat angeregt
  4. haben angeregt
  5. habt angeregt
  6. haben angeregt
1. Konjunktiv [1]
  1. rege an
  2. regest an
  3. rege an
  4. regen an
  5. reget an
  6. regen an
2. Konjunktiv
  1. regte an
  2. regtest an
  3. regte an
  4. regten an
  5. regtet an
  6. regten an
Futur 1
  1. werde anregen
  2. wirst anregen
  3. wird anregen
  4. werden anregen
  5. werdet anregen
  6. werden anregen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde anregen
  2. würdest anregen
  3. würde anregen
  4. würden anregen
  5. würdet anregen
  6. würden anregen
Diverses
  1. reg an!
  2. regt an!
  3. regen Sie an!
  4. angeregt
  5. anregend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor anregen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conseiller Berater; Konsulent; Ratgeber
exciter Anfeuern; Anreizen; Antreiben; Ermutigen
fixer Anfügen; Anheften; Fest machen
inciter Anfeuern; Anreizen; Antreiben; Ermutigen
stimuler Anfeuern; Anreizen; Antreiben; Ermutigen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
actionner ankurbeln; anregen; aufmuntern; aufmöbeln; aufpolieren; ermuntern; ermutigen; reizen; stimulieren; verbessern; zusprechen bewegen; gerichtlich verfolgen; in Bewegung bringen; manövrieren; mischen; rühren; sich regen; verfolgen
activer aktivieren; anregen; beleben; hervorrufen; neubeleben; wecken aktivieren; anblasen; anfachen; anfangen; anfeuern; anheben; animieren; anschüren; anspornen; anstiften; antreiben; aufmuntern; aufnehmen; aufschüren; aufwiegeln; beeilen; beginnen; bejauchzen; beschleunigen; brennen; einführen; einleiten; einsetzen; ermuntern; ermutigen; feiern; fördern; initiieren; introduzieren; jemand motivieren; jemanden zu etwas ermuntern; jubeln; komplimentieren; motivieren; provuzieren; schüren; starten; stimulieren; unterstützen; zujauchzen; zujubeln; zusprechen
aguillonner ankurbeln; anregen; aufmuntern; aufmöbeln; aufpolieren; ermuntern; ermutigen; reizen; stimulieren; verbessern; zusprechen
aiguillonner anregen; anreizen; anspornen; aufreizen; aufwinden; erhitzen; erregen; kitzeln; knuddeln; kosen; prickeln; reizen; schmeicheln; stimulieren anblasen; anfachen; anfeuern; anschüren; anspornen; antreiben; aufjagen; aufmuntern; aufpeitschen; aufreizen; auftreiben; bejauchzen; ermuntern; ermutigen; feiern; fördern; hetzen; jemanden zu etwas ermuntern; jubeln; komplimentieren; motivieren; provuzieren; schüren; stimulieren; unterstützen; wegtreiben; zujauchzen; zujubeln; zusprechen
aiguiser anregen; anreizen; anspornen; aufreizen; aufwinden; erhitzen; erregen; kitzeln; knuddeln; kosen; prickeln; reizen; schmeicheln; stimulieren abschleifen; anspitzen; ermutigen; fördern; jemanden zu etwas ermuntern; provuzieren; schleifen; schärfen; stimulieren; verschärfen; wetzen
allumer anregen; anreizen; anspornen; aufreizen; aufwinden; erhitzen; erregen; kitzeln; knuddeln; kosen; prickeln; reizen; schmeicheln; stimulieren Feuer machen; anmachen; anschalten; anstechen; anstecken; anzünden; aufhetzen; aufpeitschen; aufputschen; aufstacheln; aufwiegeln; einschalten; entbrennen; entflammen; entzünden; feuern; in Brand stecken; inBrandstecken; licht anstecken; sich entflammen; sich entzünden; zünden
ameuter anregen; anreizen; anspornen; aufreizen; aufwinden; erhitzen; erregen; kitzeln; knuddeln; kosen; prickeln; reizen; schmeicheln; stimulieren anblasen; anfachen; anfeuern; anschüren; aufhetzen; aufpeitschen; aufputschen; aufstacheln; aufwiegeln; brennen; schüren
animer aktivieren; anregen; beleben; hervorrufen; neubeleben; wecken Wach schütteln; aktivieren; anblasen; anfachen; anfeuern; animieren; anschüren; anspornen; antreiben; aufmuntern; begeistern; bejauchzen; beleben; einflüstern; eingeben; ermuntern; ermutigen; feiern; fördern; inspirieren; jemand motivieren; jemanden zu etwas ermuntern; jubeln; komplimentieren; motivieren; neu beleben; provuzieren; reanimieren; schüren; stimulieren; unterstützen; zujauchzen; zujubeln; zusprechen
apprécier anregen; ausmachen; bestimmen; ermessen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorschlagen; zuraten; überschlagen abwägen; achten; ausmachen; bestimmen; beurteilen; ehren; ermessen; hochachten; hochhalten; hochschätzen; jurieren; kritisieren; respektieren; rezensieren; schätzen; taxieren; veranschlagen; verehren; würdigen; überschlagen
conjecturer anregen; ausmachen; bestimmen; ermessen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorschlagen; zuraten; überschlagen Vermutung anstellen; abwägen; annehmen; ausmachen; bestimmen; ermessen; glauben; mutmaßen; schätzen; taxieren; veranschlagen; vermuten; überschlagen
conseiller anregen; ausmachen; bestimmen; ermessen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorschlagen; zuraten; überschlagen einen Rat geben; empfehlen; konsultieren; raten; vorbringen; vorschlagen; vortragen
couler à l'oreille anregen; antreiben; aufjagen; einflüstern; eingeben; einhelfen; forttreiben; nötigen; prophezeien; raten; soufflieren; suggerieren; vorhersagen; vorsagen; vorschlagen; vorsichhertreiben; vorwärtstreiben; zuraten
deviner anregen; ausmachen; bestimmen; ermessen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorschlagen; zuraten; überschlagen Vermutung anstellen; abwägen; annehmen; ausmachen; bestimmen; durchschauen; durchsehen; erkennen; ermessen; glauben; kapieren; mit Aktien spielen; mutmaßen; schätzen; setzen; spekulieren; taxieren; veranschlagen; vermuten; überschlagen
déterminer anregen; ausmachen; bestimmen; ermessen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorschlagen; zuraten; überschlagen abstechen; abwägen; anordnen; auseinanderhalten; ausfindig machen; ausmachen; bedingen; beschreiben; bestimmen; bestätigen; bezeichnen; charakterisieren; definieren; determinieren; ein Ehrezeichen geben; erkennen; ermessen; festlegen; festmachen; festsetzen; feststellen; finden; identifizieren; kennzeichnen; konstatieren; lokalisieren; markieren; näher beschreiben; näher umschreiben; schätzen; taxieren; trassieren; umschreiben; unterschieden; veranschlagen; überschlagen
enflammer aktivieren; anregen; beleben; hervorrufen; neubeleben; wecken
estimer anregen; ausmachen; bestimmen; ermessen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorschlagen; zuraten; überschlagen Vermutung anstellen; abwägen; achten; annehmen; ausarbeiten; ausmachen; bedenken; bedingen; berechnen; bestimmen; bestätigen; denken; determinieren; ehren; ermessen; erwägen; festlegen; festmachen; festsetzen; feststellen; glauben; hochachten; hochhalten; hochschätzen; kalkulieren; mutmaßen; respektieren; schätzen; taxieren; veranschlagen; verehren; vermuten; verschonen; voranschlagen; würdigen; überlegen; überschlagen
exciter anregen; anreizen; anspornen; aufreizen; aufwinden; erhitzen; erregen; kitzeln; knuddeln; kosen; prickeln; reizen; schmeicheln; stimulieren anblasen; anfachen; anfeuern; anheizen; animieren; anschüren; anspornen; antreiben; aufhetzen; aufmuntern; aufpeitschen; aufputschen; aufstacheln; aufwiegeln; bejauchzen; brennen; den Hof machen; ermuntern; ermutigen; feiern; fördern; hetzen; jemanden zu etwas ermuntern; jubeln; komplimentieren; motivieren; provuzieren; schüren; stimulieren; unterstützen; zujauchzen; zujubeln; zusprechen
faire une expertise anregen; ausmachen; bestimmen; ermessen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorschlagen; zuraten; überschlagen Vermutung anstellen; abwägen; annehmen; ausmachen; bestimmen; ermessen; glauben; mutmaßen; schätzen; taxieren; veranschlagen; vermuten; voranschlagen; überschlagen
fixer anregen; ausmachen; bestimmen; ermessen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorschlagen; zuraten; überschlagen ablegen; abstellen; abwägen; an einander befestigen; anbinden; anblicken; anbringen; andrehen; anhaken; anheften; anhängen; anketten; ankleben; ankoppeln; ankuppeln; anlegen; anschauen; anschnallen; anschrauben; ansehen; anziehen; aufkleben; aufstellen; ausmachen; befestigen; beglaubigen; begucken; beobachten; besehen; bestimmen; betrachten; betten; beäugen; binden; brühen; den Mund verbieten; dokumentieren; einordnen; einräumen; einrücken; einsperren; einstellen; einteilen; einweisen; ermessen; erpressen; fesseln; festbinden; festdrehen; festhaken; festhalten; festheften; festkleben; festlegen; festmachen; festschnallen; festschrauben; festzurren; fügen; gaffen; gruppieren; gucken; haken; heften; hinblicken; hinlegen; hinstellen; installieren; klammern; knebeln; koppeln; kuppeln; laichen; legen; schalten; schauen; schlingen; schnüren; schätzen; setzen; stationieren; stecken; stellen; taxieren; unteraus legen; unterbringen; verankern; veranschlagen; vergeben; verlegen; zubinden; zurren; zuschnallen; zusehen; überschlagen
inciter ankurbeln; anregen; anreizen; anspornen; aufmuntern; aufmöbeln; aufpolieren; aufreizen; aufwinden; erhitzen; ermuntern; ermutigen; erregen; kitzeln; knuddeln; kosen; prickeln; reizen; schmeicheln; stimulieren; verbessern; zusprechen Wach schütteln; anblasen; anfachen; anfeuern; animieren; anschüren; anspornen; antreiben; aufhetzen; aufmuntern; aufpeitschen; aufputschen; aufstacheln; auftreiben; aufwiegeln; bejauchzen; ermuntern; ermutigen; feiern; fördern; jemand motivieren; jemanden zu etwas ermuntern; jubeln; komplimentieren; motivieren; provuzieren; schüren; stimulieren; unterstützen; wegtreiben; zujauchzen; zujubeln; zusprechen
inciter à anregen; anreizen; aufhetzen; aufmuntern; aufputschen; aufregen; aufreizen; aufstacheln; aufwecken; ermuntern; erwecken; herausfordern; herauslocken; hervorrufen; provozieren; reizen; stimulieren; veranlassen; verursachen anblasen; anfachen; anfeuern; animieren; anrichten; anschüren; anspornen; antreiben; aufhetzen; aufmuntern; brennen; entlocken; ermuntern; ermutigen; fördern; herbeiführen; hervorrufen; hetzen; jemanden zu etwas ermuntern; motivieren; provuzieren; schüren; stimulieren; unterstützen; verursachen
insinuer anregen; ausmachen; bestimmen; ermessen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorschlagen; zuraten; überschlagen anspielen; insinuieren; unterstellen; zuspielen; zustellen
lancer en avant avec le pied anregen; ermuntern; stimulieren
mettre en marche ankurbeln; anregen; aufmuntern; aufmöbeln; aufpolieren; ermuntern; ermutigen; reizen; stimulieren; verbessern; zusprechen Gespräch anknöpfen; Zur Sprache bringen; anfangen; anheben; ankurbeln; anschalten; anschneiden; arbeiten; aufnehmen; aufwerfen; beginnen; betätigen; einleiten; einläuten; einschalten; einsetzen; funktionieren; in Funktion setzen; starten; tun; vorgehen
picoter anregen; anreizen; anspornen; aufreizen; aufwinden; erhitzen; erregen; kitzeln; knuddeln; kosen; prickeln; reizen; schmeicheln; stimulieren
piquer anregen; anreizen; anspornen; aufreizen; aufwinden; erhitzen; erregen; kitzeln; knuddeln; kosen; prickeln; reizen; schmeicheln; stimulieren abhandenmachen; abschmeicheln; abstauben; abstäuben; anbeißen; anfressen; auf die Nerven gehen; beißen; belästigen; einstechen; einstecken; enteignen; entwenden; erbetteln; erfassen; ergreifen; erregen; ertappen; erwischen; fangen; fassen; genießen; grapschen; hinterziehen; irritieren; klauen; klemmen; krallen; prickeln; raspeln; rauben; reiben; reizen; schleckern; schlemmen; schmausen; schnappen; spritzen; stechen; stecken; stehlen; sticheln; strecken; stören; verletzen; veruntreuen; wegkappern; wegnehmen; wegschnappen; zubeißen; ärgern
pousser ankurbeln; anregen; aufmuntern; aufmöbeln; aufpolieren; ermuntern; ermutigen; reizen; stimulieren; verbessern; zusprechen Angst einjagen; abschrecken; andringen; anschüren; anstoßen; antreiben; aufgehen; aufkeimen; aufregen; aufrücken; aufstoßen; auftreiben; aufwachsen; aus der Keim herauskommen; auskiemen; beunruhigen; bewegen; dringen; drücken; durchsetzen; einrücken; entspringen; entstehen; erhöhen; erregen; fortdrücken; forthelfen; fortschieben; gedeihen; gären; herandringen; heranwachsen; hervorgehen; hinaufschieben; hochtreiben; in die Höhe treiben; rücken; sauerwerden; schieben; schüren; setzen; sichversetzen; stoßen; umruhren; umstellen; verlegen; verrücken; verscheuchen; verschieben; verschrecken; versetzen; verstellen; vor sich hertreiben; vorausbringen; vorwärts treiben; vorwärtshelfen; wachsen; wegtreiben; weiterhelfen; weiterschieben; zur Seite rücken; zusammenrücken
priser anregen; ausmachen; bestimmen; ermessen; raten; schätzen; suggerieren; taxieren; veranschlagen; vorschlagen; zuraten; überschlagen abfangen; auffangen; beschnuppern; beschnüffeln; durch die Nase einziehen; schnuppern; schnüffeln
provoquer anregen; anreizen; aufhetzen; aufmuntern

Synoniemen voor "anregen":



Computer vertaling door derden: