Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Schrank

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Schrank

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Schrank:
- petite armoire; commode; cabinet; buffet
Wiktionary:
- Schrank → armoire à glace, armoire, placard, rangement
- Schrank → armoire, placard

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schrank (Duits) in het Frans

Schrank:

Schrank [der ~] zelfstandig naamwoord

der Schrank (Kästchen; Schränkchen; Kisten; Kistchen; Schrein)
la petite armoire; la commode
- petite armoire [la ~] zelfstandig naamwoord
- commode [la ~] zelfstandig naamwoord
der Schrank (Kabinett; Sammlung)
le cabinet; le buffet
- cabinet [le ~] zelfstandig naamwoord
- buffet [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schrank:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
buffet	Kabinett; Sammlung; Schrank	Anrichte; Ausflugslokal; Ausschank; Büfett; Café; Cafétaria; Erfrischungsraum; Erfrischungsräume; Erhaltung; Erholungsraum; Erholungsräume; Erneuerung; Essgelegenehit; Gasthof; Gaststätte; Gastwirtschaft; Glasschrank; Kantine; Kneipe; Krug; Porzellanschrank; Restaurant; Restauration; Sanierung; Schanktisch; Schankwirtschaft; Schenke; Speisegaststätte; Theke; Wiederherstellung; Wirtshaus; Wirtsstube
cabinet	Kabinett; Sammlung; Schrank	Galerie; Generalstaatenkammer; Kabine; Kammer; Kunstgalerie; Museumssaal; Regierung; Sammlung; Staatsführung; Staatsmacht; Zimmerchen
commode	Kistchen; Kisten; Kästchen; Schrank; Schrein; Schränkchen	Kommode; Schubladenschrank
petite armoire	Kistchen; Kisten; Kästchen; Schrank; Schrein; Schränkchen
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
commode		albern; angenehm; anspruchslos; anwendbar; behaglich; bei weitem; bequem; bequemlich; brauchbar; dumm; einfach; einfältig; einsetzbar; formlos; gebräuchlich; geeignet; gefügig; geistlos; gelinde; gemächlich; gemütlich; geschickt; gesellig; gewöhnlich; glatt; harmlos; häuslich; imHandumdrehen; kindisch; komfortabel; leicht; licht; mühelos; nicht schwer; nützlich; praktisch; sanft; schlicht; schön; simpel; stumpf; stumpfsinnig; tauglich; ungekünstelt; ungezwungen; vergnüglich; verwendbar; wohltuend; zwanglos

Synoniemen voor "Schrank":

Regal; Spind; Mobiliar; Möbel; Möbelstück
Box; Kasten; Kiste; Truhe; Einrichtungsgegenstand; Inventar

Wiktionary: Schrank

Schrank

noun

bildlich, umgangssprachlich: großer, breitschultriger Mann
- Schrank → armoire à glace; armoire
geschlossenes Möbelstück, meistens mit Türen und zusätzlich optional auch Schubladen
- Schrank → armoire; placard

Schrank

noun

meubles|fr meuble haut fermer par une ou deux portes et destiné au rangement du linge, des vêtements ou d’autres objets.
- armoire → Schrank
Meuble de rangement
- placard → Schrank
Endroit où l’on peut ranger les objets
- rangement → Regal; Schrank

Cross Translation:

From	To	Via
• Schrank	→ armoire	↔ cabinet — storage closet
• Schrank	→ placard	↔ closet — furniture
• Schrank	→ armoire	↔ cupboard — enclosed storage
• Schrank	→ armoire	↔ kast — een meubel om gebruiksvoorwerpen in op te bergen, meestal voorzien van horizontale schappen