Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Schotter:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schotter (Duits) in het Frans

Schotter:

Schotter [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schotter (Steinschlag; Steinschläge; Split)
    le gravier; le gâchis; le cailloutis; la pierraille; le mortier

Vertaal Matrix voor Schotter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cailloutis Schotter; Split; Steinschlag; Steinschläge Mörtel
gravier Schotter; Split; Steinschlag; Steinschläge Einzelne Stein; Geröll; Grus; Kies; Kiesboden; Kieselsand; Kieselstein
gâchis Schotter; Split; Steinschlag; Steinschläge Chaos; Durcheinander; Herumkramen; Kram; Krempel; Plunder; Sammelsurium; Sauwirtschaft
mortier Schotter; Split; Steinschlag; Steinschläge Ball Reis; Gips; Heftpflaster; Kalk; Kleifplaster; Maurerkalk; Mörser; Mörtel; Plaster; Putz; Stuck; Zementuntergrund
pierraille Schotter; Split; Steinschlag; Steinschläge

Synoniemen voor "Schotter":


Wiktionary: Schotter

Schotter
noun
  1. grobes Steinmaterial, welches zum Auffüllen verwendet wird (z.B. beim Gleisbau)
  2. (umgangssprachlich) Münzgeld
Schotter
noun
  1. popu|fr argent.
  2. (argot) argent.
  3. populaire|fr argent, monnaie.
  4. populaire|fr et (argot) argent.
  5. (argot) argent, monnaie.

Cross Translation:
FromToVia
Schotter gravillons; graviers gravel — small fragments of rock
Schotter gravillon grit — collection of hard materials

Computer vertaling door derden: