Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Garn:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Garn (Duits) in het Frans

Garn:

Garn [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Garn (Faden; Bindfaden)
    le fil; la corde; le cordon
    • fil [le ~] zelfstandig naamwoord
    • corde [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cordon [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. Garn (Bindfaden; Faden; Zwirn; Reihfaden)
    le fil; le fil de suture; le filet
    • fil [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fil de suture [le ~] zelfstandig naamwoord
    • filet [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. Garn
    le fil
    • fil [le ~] zelfstandig naamwoord
  4. Garn
    le faufil
    • faufil [le ~] zelfstandig naamwoord
  5. Garn (Kordel; Schnur; Faden; Leine; Bindfaden)
    la corde; la tresse; le fil; le câble
    • corde [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tresse [la ~] zelfstandig naamwoord
    • fil [le ~] zelfstandig naamwoord
    • câble [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Garn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
corde Bindfaden; Faden; Garn; Kordel; Leine; Schnur Elektrizitätsschnur; Kabel; Kabeltau; Kette; Leine; Linie; Reihe; Saite; Schiffskabel; Schlange; Schnur; Seil; Serie; Spannschnur; Strich; Tau; Trosse; Zeile; Zugleine
cordon Bindfaden; Faden; Garn Elektrizitätsschnur; Fußriemen; Gürtel; Haarbänder; Haarschleife; Kordel; Kordon; Postenkette; Schleife; Schnur; Seilchen
câble Bindfaden; Faden; Garn; Kordel; Leine; Schnur Betriebsführung; Direktion; Elektrizitätsschnur; Geschäftsführung; Kabel; Kabelleitung; Kabeltau; Kette; Leine; Leitung; Linie; Reihe; Schiffskabel; Schlange; Serie; Strich; Tau; Trosse; Zeile; elektrische Leitung
faufil Garn
fil Bindfaden; Faden; Garn; Kordel; Leine; Reihfaden; Schnur; Zwirn Angelschnur; Betriebsführung; Direktion; Draht; Elektrizitätsschnur; Fischleine; Fädchen; Fäserchen; Geschäftsführung; Kabel; Kabelleitung; Leitung; elektrische Leitung
fil de suture Bindfaden; Faden; Garn; Reihfaden; Zwirn
filet Bindfaden; Faden; Garn; Reihfaden; Zwirn Betriebsführung; Biese; Binse; Blende; Direktion; Elektrizitätsschnur; Fangnetz; Filet; Filetstück; Geflecht; Geschäftsführung; Kabel; Kabelleitung; Leitung; Netz; Paspel; Reihe; Rettungsnetz; Riedgras; Riedstengel; Schilf; Tennnisnetz; Zierleiste; Zierstreifen; Zungenband
tresse Bindfaden; Faden; Garn; Kordel; Leine; Schnur Elektrizitätsschnur; Haarsträhne; Haarzopf; Zopf

Synoniemen voor "Garn":


Wiktionary: Garn

Garn
noun
  1. gesponnener Faden
  2. Jagd, Fischerei: Netz, das zum Fangen von Wild, Vögeln und Fischen dient
Garn
noun
  1. Petite partie longue et déliée
  2. ensemble d’objets ou de personnes connectés ou maintenus en liaison.

Cross Translation:
FromToVia
Garn fil thread — long, thin and flexible form of material
Garn fil yarn — fiber strand for knitting or weaving

Verwante vertalingen van Garn