Duits

Uitgebreide vertaling voor innen (Duits) in het Frans

innen:

innen bijvoeglijk naamwoord

  1. innen (innerhalb einer Zeitspanne; drinnen)
    en moins de; avant; dans; sous; d'ici
    • en moins de bijvoeglijk naamwoord
    • avant bijvoeglijk naamwoord
    • dans bijvoeglijk naamwoord
    • sous bijvoeglijk naamwoord
    • d'ici bijvoeglijk naamwoord
  2. innen (drinnen)
    là-dedans; ci-dedans; dans ceci; à l'intérieur
  3. innen (im Hause; drinnen)
    chez soi; à la maison; à huis clos; en privé
  4. innen (im Innern; drinnen)
    intérieur; en dedans; dedans; du côté intérieur; interne; intérieurement; à l'intérieur
  5. innen (hierin; darin; innerhalb)
    là-dedans; dans ceci
  6. innen (innerlich; inwendig; innere; )
    intérieur; interne

Vertaal Matrix voor innen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avant Angriffsspieler; Stürmer; Vorschiff
chez soi Haus; Wohnung
dedans Innenseite; Innere; Kern; Psyche
intérieur Innenseite; Innere; Interieur; Kern; Mitte; Mittelpunkt; Mittelste; Psyche; Zentrum
sous Cente; Geld; Gelder; Knete; Kohle; Mûnze; kleines Geld
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avant drinnen; innen; innerhalb einer Zeitspanne bevor; eher; früher; von davor; vorher; zuvor
chez soi drinnen; im Hause; innen daheim; im Hause; zu Hause
ci-dedans drinnen; innen
d'ici drinnen; innen; innerhalb einer Zeitspanne hieraus; hierhin; von hier aus
dans drinnen; innen; innerhalb einer Zeitspanne an; dazu; in; inerhalb; innerhalb; zu
dans ceci darin; drinnen; hierin; innen; innerhalb
dedans drinnen; im Innern; innen dahinein; darin; drinnen; inerhalb
du côté intérieur drinnen; im Innern; innen
en dedans drinnen; im Innern; innen nach innen
en moins de drinnen; innen; innerhalb einer Zeitspanne
en privé drinnen; im Hause; innen geschlossen; persönlich; privat
interne drinnen; im Innern; innen; inner; innere; innerlich; intern; inwendig; seelisch innerlich; intern; inwendig; seelisch; wohnende
intérieur drinnen; im Innern; innen; inner; innere; innerlich; intern; inwendig; seelisch einheimisch; inländische; innerlich; intern; inwendig; nationale; seelisch
intérieurement drinnen; im Innern; innen intern
là-dedans darin; drinnen; hierin; innen; innerhalb dahinein; darin; drinnen
sous drinnen; innen; innerhalb einer Zeitspanne nicht oben; unten; untenan; unter; während
à huis clos drinnen; im Hause; innen
à l'intérieur drinnen; im Innern; innen dahinein; darin; drinnen; hinein; innerlich; intern; inwendig; nach innen; seelisch
à la maison drinnen; im Hause; innen daheim; im Hause; zu Hause

Synoniemen voor "innen":


Wiktionary: innen

innen
  1. an, auf der inneren Seite, im Innern
    • innen → à l'intérieur; dedans
innen
  1. À l’intérieur. Dans la place dont on vient de parler

Cross Translation:
FromToVia
innen intérieur inward — toward the inside

Innen:

Innen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Innen (Geld einsammeln)
    l'encaissement

Vertaal Matrix voor Innen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
encaissement Geld einsammeln; Innen Barbeleg; Einforderung; Einkassieren; Einlösen; Forderung; einen Scheck einlösen

Verwante vertalingen van innen