Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Nomade

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Nomade

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Nomade:
- nomade
Wiktionary:
- Nomade → nomade
- Nomade → nomade

Frans naar Duits: Meer gegevens...

nomade:
- Nomade
- wandernd; umherstreifend; herumreisend
Wiktionary:
- nomade → Nomade
- nomade → Nomade, Nomadin

Duits

Uitgebreide vertaling voor Nomade (Duits) in het Frans

Nomade:

Nomade [der ~] zelfstandig naamwoord

der Nomade
le nomade
- nomade [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Nomade:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
nomade	Nomade
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
nomade		herumreisend; umherstreifend; wandernd

Synoniemen voor "Nomade":

Beduine; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ
Steppenbewohner; Bewohner

Wiktionary: Nomade

Nomade

noun

Angehöriger eines Volkes, das ohne festen Wohnsitz von Ort zu Ort zieht
- Nomade → nomade

Nomade

noun

Membre d’un peuple qui n’a pas d’habitation fixe.
- nomade → Nomade

Cross Translation:

From	To	Via
• Nomade	→ nomade	↔ nomad — a member of a group of people who, having no fixed home, move around seasonally in search of food, water and grazing etc

Frans

Uitgebreide vertaling voor Nomade (Frans) in het Duits

nomade:

nomade [le ~] zelfstandig naamwoord

le nomade
der Nomade
- Nomade [der ~] zelfstandig naamwoord

nomade bijvoeglijk naamwoord

nomade (errant; vagabond)
wandernd; umherstreifend; herumreisend
- wandernd bijvoeglijk naamwoord
- umherstreifend bijvoeglijk naamwoord
- herumreisend bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor nomade:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Nomade	nomade
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
herumreisend	errant; nomade; vagabond	voyageant
umherstreifend	errant; nomade; vagabond
wandernd	errant; nomade; vagabond

Synoniemen voor "nomade":

ambulant; errant; mobile; changeant; baladeur; forain; ambulatoire; variable; bédouin; bohémien; rom; romanichel; tsigane; gitan; zingaro; manouche; bohémienne; romanichelle; gitane; aventurier; vagabond; perdu; mouvant; tzigane; voyageur; targui; globe-trotter; touareg; homme bleu; berbère; chemineau; migrateur; touriste; vacancier; estivant; campeur; visiteur; passager; pèlerin; représentant

Wiktionary: nomade

nomade

noun

Membre d’un peuple qui n’a pas d’habitation fixe.
- nomade → Nomade

nomade

noun

Angehöriger eines Volkes, das ohne festen Wohnsitz von Ort zu Ort zieht
- Nomade → nomade

Cross Translation:

From	To	Via
• nomade	→ Nomade; Nomadin	↔ nomad — a member of a group of people who, having no fixed home, move around seasonally in search of food, water and grazing etc

Verwante vertalingen van Nomade