Gegenstand: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Gegenstand (Duits) in het Frans

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
article	Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug	Abfassung; Abhandlung; Arbeit; Artikel; Aufsatz; Beitrag; Brocken; Essay; Geschlechtswort; Klausel; Passus; Publikation; Satz; Stückchen; Textabschnitt; Veröffentlichung; Vortrag
camelote	Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug	Abschaum; Ausschuß; Auswurf; Gesindel; Kram; Krempel; Krimskrams; Lumpengesindel; Mob; Pöbel; Schund; Zeug; wertloses Zeug
chose	Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug	Zeug
objet	Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug	Apparat; Apparatur; Objekt
produit	Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug	Erzeugnis; Fabrikat; Gebilde; Kreation; Kunstobjekt; Kunstwerk; Meisterwerk; Produkt; Schöpfung; Umsatzerlös; Werk
truc	Artikel; Ding; Gegenstand; Gegenstände; Gerät; Objekt; Sache; Sachen; Ware; Zeug	Apparat; Apparatur; Gimmick; Kniff; Kunstgriff; Kunststück; Trick; Zauberkunststück; Zaubertrick; Zeug
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
produit		fertiggestellt; gemacht; geschaffen; hergestellt; passiert; produziert

Baustein; Bestandteil; Detail; Einzelheit; Element; Glied; Komponente; Konstituens; Modul; Punkt; Stück; Teil
Ding; Dingens; Dings; Dingsbums; Etwas; Gizmo; Objekt; Sache; nicht lebendes Objekt; unbelebtes Objekt
Wesentliche; Essenz; Gehalt; Inhalt; Kernaussage; Kerngehalt; Thema
Angelegenheit; Fall; Materie; Thematik; Themengebiet; Themenstellung
Artikel; Gebrauchsgut; Konsumgut; Ware

Gegenstand

noun

Plural selten: abstrakte Sache, Thema, von dem die Rede ist: Thema, Problem, Stoff, Inhalt, Objekt, Sachverhalt
- Gegenstand → objet
materielle Sache, die nicht allzu groß ist: Ding, Sache, Objekt
- Gegenstand → objet

Gegenstand

noun

Permet de désigner un objet, une idée, un concept ou une abstraction quelconque, sans avoir à l’identifier ou à le nommer
- chose → Ding; Sache; Objekt; Werk; Angelegenheit; Affäre; Gegenstand; Fall
chose tangible et visible, concrète. Chose perceptible par la vue et le toucher. Chose, dans un sens indéterminé.
- objet → Begriff; Ding; Gegenstand; Objekt
motif, matière ou thème d'une activité, d'un comportement ou d'un état.
- sujet → Gegenstand; Thema; Motiv; Sujet; Satzgegenstand; Subjekt; Inhalt; Individuum; Untertan; Fach; Unterrichtsgegenstand

Cross Translation:

From	To	Via
• Gegenstand	→ objet	↔ object — thing
• Gegenstand	→ sujet	↔ subject — main topic
• Gegenstand	→ objet	↔ voorwerp — een object, iets dat fysiek bestaat
• Gegenstand	→ sujet	↔ onderwerp — waar iets over gaat, een thema