Bitter: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

bitter:
- vif; amer; âpre; infernal; endiablé; furieux; acerbe; enragé; fervent; violent; acide; aigre; aigrement; amèrement; acidement; insupportable; intolérable; intenable
Wiktionary:
- bitter → amer, acerbe, âcre, âpre
- bitter → cruellement, misérable, sévère, dur, amer, sardonique
- bitter → dorer la pilule

Frans naar Duits: Meer gegevens...

bitter:
Het woord bitter is bekend in onze database, echter hebben wij hiervoor nog geen vertaling van frans naar duits.
- Synoniemen voor "bitter":
  amer; vermouth

Duits

Uitgebreide vertaling voor bitter (Duits) in het Frans

bitter:

bitter bijvoeglijk naamwoord

bitter
vif; amer; âpre; infernal; endiablé; furieux; acerbe; enragé; fervent; violent
- vif bijvoeglijk naamwoord
- amer bijvoeglijk naamwoord
- âpre bijvoeglijk naamwoord
- infernal bijvoeglijk naamwoord
- endiablé bijvoeglijk naamwoord
- furieux bijvoeglijk naamwoord
- acerbe bijvoeglijk naamwoord
- enragé bijvoeglijk naamwoord
- fervent bijvoeglijk naamwoord
- violent bijvoeglijk naamwoord
bitter (herb; bitterlich)
acide; aigre; aigrement; amer; amèrement
- acide bijvoeglijk naamwoord
- aigre bijvoeglijk naamwoord
- aigrement bijvoeglijk naamwoord
- amer bijvoeglijk naamwoord
- amèrement bijvoeglijk naamwoord
bitter (bitterlich; herb)
amer; acide; âpre; acerbe; amèrement; acidement
- amer bijvoeglijk naamwoord
- acide bijvoeglijk naamwoord
- âpre bijvoeglijk naamwoord
- acerbe bijvoeglijk naamwoord
- amèrement bijvoeglijk naamwoord
- acidement bijvoeglijk naamwoord
bitter (grimmig; heftig; hart)
insupportable; intolérable; intenable
- insupportable bijvoeglijk naamwoord
- intolérable bijvoeglijk naamwoord
- intenable bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor bitter:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
acide		Sauer; Säure
enragé		Brausekopf; Eiferer; Fan; Fanatiker; Geisteskranke; Idiot; Irre; Irrsinnige; Schwachsinnige; Tollkopf; Tor; Verrückte; Wahnsinnige
fervent		Brausekopf; Eiferer; Fanatiker; Glaubenseifer; Haarspalter; Schwärmer; Topsüchtiger; Zelot; blinde Fanatiker
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
acerbe	bitter; bitterlich; herb	Zickig; abfällig; abschätzig; aufgebracht; beleidigend; bissig; böse; erzürnt; geladen; höhnisch; kratzbürstig; kränkend; sauer; scharf; scharfschneidig; schmerzend; schmerzhaft; schmerzlich; schmählich; schnauzig; schnippisch; sehr böse; spitzig; verspottend; wütend; ärgerlich
acide	bitter; bitterlich; herb	abfällig; abschätzig; herb; höhnisch; sauer; sauer schmeckend; schmählich; verspottend
acidement	bitter; bitterlich; herb
aigre	bitter; bitterlich; herb	Zickig; abfällig; abschätzig; beißend; bissig; bitter entäuscht; geharnischt; gellend; grell; grimmig; haarig; hart; heftig; hell; herb; höhnisch; höllisch; klirrend; kratzbürstig; rasend; roh; rüde; sauer; sauer schmeckend; scharf; schmählich; schnauzig; schneidig; schnippisch; spitzig; stürmisch; säuerlich; tobend; tüchtig; verbittert; verspottend; wild; wüst; wütend; öde
aigrement	bitter; bitterlich; herb	abfällig; abschätzig; beißend; bissig; bitter entäuscht; geharnischt; gellend; grell; grimmig; haarig; hart; heftig; hell; herb; höhnisch; höllisch; klirrend; rasend; roh; rüde; sauer; sauer schmeckend; scharf; schmählich; schneidig; schnippisch; spitzig; stürmisch; tobend; tüchtig; verbittert; verspottend; wild; wüst; wütend; öde
amer	bitter; bitterlich; herb	abfällig; abschätzig; grob; herb; höhnisch; sauer; sauer schmeckend; schmählich; unfreundlich; unhöfflich; verspottend
amèrement	bitter; bitterlich; herb	abfällig; abschätzig; höhnisch; schmählich; verspottend
endiablé	bitter	verdammt; verflixt; verflucht; verteufelt
enragé	bitter	Haßerfüllt; aufgebracht; aufgeregt; beißend; bissig; bitter entäuscht; bitterböse; borstig; böse; eifersüchtig; empört; erbost; ergrimmt; erzürnt; fuchsteufelswild; garstig; geharnischt; gehässig; geladen; gellend; giftig; grell; grimmig; haarig; hart; haßerfüllt; heftig; hell; höllisch; jähzornig; klirrend; kochend; neidisch; rasend; roh; rüde; sauer; scharf; schneidig; schnippisch; sehr böse; siedend; stürmisch; tobend; tüchtig; ungebändigt; ungestüm; ungezähmt; unwillig; unwirsch; verbissen; verbittert; verstimmt; verärgert; wild; wüst; wütend; zornig; ärgerlich; öde; übel
fervent	bitter	auffahrend; besessen; bewegt; bissig; brennend; eifrig; entzündet; fanatisch; feurig; gellend; glühend; grell; grimmig; grob; hart; heftig; hell; hemmungslos; hitzig; höllisch; inbrünstig; jähzornig; klirrend; leidenschaftlich; scharf; schwärmerisch; sehnlich; spitzig; stürmisch; temperamentvoll; tosend; unbeherrscht; unbändig; ungestüm; wild
furieux	bitter	Haßerfüllt; aufgebracht; aufgeregt; beißend; bissig; bitter entäuscht; bitterböse; borstig; böse; eifersüchtig; ergrimmt; erzürnt; fuchsteufelswild; garstig; geharnischt; gehässig; geladen; gellend; giftig; grell; grimmig; grossartig; haarig; hart; heftig; hell; höllisch; jähzornig; klirrend; neidisch; rasend; riesig; roh; rüde; sauer; scharf; schneidig; schnippisch; sehr böse; stürmisch; tobend; toll; tüchtig; ungebändigt; ungestüm; ungezähmt; unwillig; unwirsch; verbissen; verbittert; verstimmt; wild; wüst; wütend; zornig; ärgerlich; öde; übel
infernal	bitter	demonisch; diabolisch; satanisch; teuflisch
insupportable	bitter; grimmig; hart; heftig	grob; schlecht gelaunt; taktlos; unausstehlich; unerträglich; unfreundlich; ungenießbar; unmanierlich
intenable	bitter; grimmig; hart; heftig	intolerabel; unerträglich
intolérable	bitter; grimmig; hart; heftig	grob; intolerabel; taktlos; unausstehlich; unduldsam; unerträglich; unfreundlich; unhaltbar; unmanierlich
vif	bitter	agitiert; aktiv; angeheitert; aufgebracht; aufgeregt; aufgeweckt; ausgekocht; ausgeschlafen; behende; beweglich; bissig; clever; dreist; durchtrieben; eifrig; emsig; erhitzt; erregt; existent; fesch; feurig; fleißig; flink; flott; freudig; freudvoll; frisch; fröhlich; gedrängt; gereizt; gerissen; geräuschvoll; gescheit; geschickt; geschwind; geschäftig; gesellig; gewaltig; gewaltsam; gewandt; gewichst; gewitzt; geübt; glatt; grell; hart; hastig; heftig; heiter; hell; helle; hitzig; im Trend; inbrünstig; intens; intensiv; klug; kräftig; lebendig; lebenskräftig; lebhaft; leidenschaftlich; listig; lustig; modisch; moralisch; munter; mödisch; pfiffig; quick; rasch; scharf; scharfsinnig; schick; schlagfertig; schlau; schleimig; schleunig; schlimm; schneidig; schnell; schrill; schroff; spitz; spitzfindig; spitzig; stark; stürmisch; tosend; tüchtig; unbändig; ungelöscht; ungestüm; vergnüglich; verschmitzt; vital; wach; wacker; wild; üppig
violent	bitter	aggressiv; angreifend; anzüglich; auffahrend; bissig; brutal; gellend; gewaltig; gewaltsam; gewalttätig; grell; grob; grossartig; haarig; heftig; hitzig; höllisch; intens; intensiv; jähzornig; kochend; leidenschaftlich; rauh; riesig; roh; rüde; scharf; schrill; schroff; schwer; siedend; spitzig; stark; stoppelig; struppig; störrisch; stürmisch; toll; ungestüm; unsanft; unzart; wild; zornig; zottig; zutäppisch
âpre	bitter; bitterlich; herb	abfällig; abschätzig; beißend; beleidigend; bissig; bitter entäuscht; dürr; geharnischt; gellend; gepfeffert; grell; grimmig; haarig; hart; haßerfüllt; heftig; hell; höhnisch; höllisch; klirrend; kränkend; pikant; rasend; roh; rüde; scharf; scharf gewürzt; schmerzend; schmerzhaft; schmerzlich; schmählich; schneidig; schnippisch; stürmisch; säuerlich; tobend; tüchtig; unfruchtbar; verbittert; verspottend; wild; würzig; wüst; wütend; öde

Synoniemen voor "bitter":

schmerzlich

Wiktionary: bitter

bitter

adjective

Geschmack: eine von vielen Menschen als unangenehm empfundene Geschmacksrichtung
- bitter → amer
übertragen: im Sinn von unangenehm
- bitter → amer

bitter

adjective

Qui est d’un goût âpre, se dit d’un vin acide, dur et âpre
- acerbe → grell; herb; scharf; beißend; heftig; hart; rau; streng; bitter
Qui a une saveur âpre et généralement désagréable, comme celui de la quinine ou du café.
- amer → bitter; sauer
Qui a quelque chose de piquant et d’irritant.
- âcre → scharf; bitter; grell; herb; beißend; heftig; hart; rau; streng
Qui, par sa rudesse ou son âcreté, produit une sensation désagréable aux organes du toucher, de l’ouïe ou du goût.
- âpre → grell; herb; scharf; beißend; heftig; hart; rau; streng; bitter

D’une façon douloureuse.
- cruellement → schmerzlich; bitter

verb

(figuré) flatter une personne pour la pousser à faire ou à accepter quelque chose qui excite sa répugnance. cf|berner, duper, tromper
- dorer la pilule → bitter; Pille; versüβen

Cross Translation:

From	To	Via
• bitter	→ misérable	↔ abject — Cast down; rejected; low-lying
• bitter	→ sévère; dur	↔ bitter — harsh, piercing or stinging
• bitter	→ amer	↔ bitter — having an acrid taste
• bitter	→ sardonique	↔ sardonic — ironically humorous
• bitter	→ amer	↔ bitter — ter omschrijving van een vaak als onaangenaam ervaren smaak