Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Reihe

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Reihe

Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Reihe:
  2. reihen:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Reihe (Duits) in het Frans

Reihe:

Reihe [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Reihe (Aneinanderreihung; Serie; Kette; )
    la série
    • série [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Reihe (Kolonne; Stau; Schlange; )
    la queue; l'embouteillage
  3. die Reihe (Schlange)
    la rangée; le rang
    • rangée [la ~] zelfstandig naamwoord
    • rang [le ~] zelfstandig naamwoord
  4. die Reihe (Reihenfolge; Aufeinanderfolge)
    la succession; l'ordre; la suite; la série
    • succession [la ~] zelfstandig naamwoord
    • ordre [le ~] zelfstandig naamwoord
    • suite [la ~] zelfstandig naamwoord
    • série [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Reihe
    le rang; le rangs
    • rang [le ~] zelfstandig naamwoord
    • rangs [le ~] zelfstandig naamwoord
  6. die Reihe
    la filet; la traînée
    • filet [la ~] zelfstandig naamwoord
    • traînée [la ~] zelfstandig naamwoord
  7. die Reihe (Serie; Zyklus; Folge)
    la série; la rangée; la séquence; la collection; la suite; la gamme; le cycle
    • série [la ~] zelfstandig naamwoord
    • rangée [la ~] zelfstandig naamwoord
    • séquence [la ~] zelfstandig naamwoord
    • collection [la ~] zelfstandig naamwoord
    • suite [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gamme [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cycle [le ~] zelfstandig naamwoord
  8. die Reihe (Linie; Zeile; Schlange; )
    la ligne; le rang; la file; la règle; la barre; la corde; le rangs; la bande; le câble
    • ligne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • rang [le ~] zelfstandig naamwoord
    • file [la ~] zelfstandig naamwoord
    • règle [la ~] zelfstandig naamwoord
    • barre [la ~] zelfstandig naamwoord
    • corde [la ~] zelfstandig naamwoord
    • rangs [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bande [la ~] zelfstandig naamwoord
    • câble [le ~] zelfstandig naamwoord
  9. die Reihe (Nachfolge; Erbfolge; Sukzession; )
    la succession; la suite
    • succession [la ~] zelfstandig naamwoord
    • suite [la ~] zelfstandig naamwoord
  10. die Reihe (Zyklus; Serie; Sequenz; Folge)
    le cycle; la séquence; la série
    • cycle [le ~] zelfstandig naamwoord
    • séquence [la ~] zelfstandig naamwoord
    • série [la ~] zelfstandig naamwoord
  11. die Reihe (Sequenz; Folge; Satz)
    la séquence

Vertaal Matrix voor Reihe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bande Kette; Leine; Linie; Reihe; Schlange; Serie; Zeile Ansammlung; Band; Bande; Banderole; Binde; Blende; Clan; Clique; Freundeskreis; Haufen; Horde; Koterie; Linie; Meute; Paar; Schlagseite; Spielband; Streifchen; Streifen; Strich; Tafelschen; Verband; Volant; Zusammenrottung; zwei Personen die zusammen gehören
barre Kette; Leine; Linie; Reihe; Schlange; Serie; Zeile Balkongeländer; Balustrade; Geländer; Gericht; Gerichtshof; Linie; Reling; Riegel; Schokolade; Schokoladenriegel; Stab; Stange; Stock; Strich; Tafel; Zeugenbank
collection Folge; Reihe; Serie; Zyklus Ansammlung; Auflistung; Einsammlung; Haufen; Häufung; Kompilation; Menge; Sammlung; Zusammenbringen
corde Kette; Leine; Linie; Reihe; Schlange; Serie; Zeile Bindfaden; Elektrizitätsschnur; Faden; Garn; Kabel; Kabeltau; Kordel; Leine; Linie; Saite; Schiffskabel; Schnur; Seil; Spannschnur; Strich; Tau; Trosse; Zugleine
cycle Folge; Reihe; Sequenz; Serie; Zyklus Entwicklungfase; Entwicklungsstufe; Epoche; Fahrrad; Frist; Kette; Kreislauf; Periode; Takt; Zeitabschnitt; Zeitalter; Zeitraum; Zyklus
câble Kette; Leine; Linie; Reihe; Schlange; Serie; Zeile Betriebsführung; Bindfaden; Direktion; Elektrizitätsschnur; Faden; Garn; Geschäftsführung; Kabel; Kabelleitung; Kabeltau; Kordel; Leine; Leitung; Linie; Schiffskabel; Schnur; Strich; Tau; Trosse; elektrische Leitung
embouteillage Kette; Kolonne; Reihe; Schlange; Serie; Stau; Stauung; Stockung Abfüllung; Engpaß; Fahrbahnverengung; Flaschen Abfühlbetrieb; Fühlerei; Sperrung; Stagnation; Stau; Stauung; Verkehrsengpaß; Verkehrsstauung
file Kette; Leine; Linie; Reihe; Schlange; Serie; Zeile Linie; Strich
filet Reihe Betriebsführung; Biese; Bindfaden; Binse; Blende; Direktion; Elektrizitätsschnur; Faden; Fangnetz; Filet; Filetstück; Garn; Geflecht; Geschäftsführung; Kabel; Kabelleitung; Leitung; Netz; Paspel; Reihfaden; Rettungsnetz; Riedgras; Riedstengel; Schilf; Tennnisnetz; Zierleiste; Zierstreifen; Zungenband; Zwirn
gamme Folge; Reihe; Serie; Zyklus Arbeitsplan; Farbenskala; Farbenstufe; Farbgamma; Farbskala; Farbspektrum; Farbton; Gamma; Preisklasse; Skala; Spektrum; Tonleiter; Zyklus
ligne Kette; Leine; Linie; Reihe; Schlange; Serie; Zeile Abnehmen; Angelschnur; Datensatz; Ende; Falte; Fassade; Fischleine; Front; Gerade; Gesichtsfalte; Kräuselung; Leine; Leitung; Linie; Schnur; Schreiblinie; Strich; Vorderseite; Zeile; vordere Ende
ordre Aufeinanderfolge; Reihe; Reihenfolge Anordnung; Anstand; Anständigkeit; Anweisung; Arrangement; Artigkeit; Aufbau; Aufeinanderfolge; Aufstellung; Auftrag; Bau; Befehl; Ehrlichkeit; Eingliederung; Einreihung; Einrichtung; Einteilung; Eleganz; Erlaß; Fach; Fachgebiet; Fleckenlosigkeit; Gebot; Gesellschaftsschicht; Gestaltung; Gleichmäßigkeit; Grad; Gradation; Heeresbefehl; Höflichkeit; Instruktion; Keuschheit; Klasse; Kommando; Konstruktion; Makellosigkeit; Niveau; Ordentlichkeit; Ordnung; Position; Rang; Rangfolge; Rangordnung; Regelmäßigkeit; Reinheit; Sauberkeit; Schicht; Schicklichkeit; Sektor; Sittlichkeit; Sittsamkeit; Spezialgebiet; Stand; Stellung; Struktur; Symmetrie; System; Tadelosigkeit; Titel; Unschuld; Weisung; Zusammensetzung; Zwangsbefehl; militärischer Befehl
queue Kette; Kolonne; Reihe; Schlange; Serie; Stau; Stauung; Stockung Arsch; Billardstock; Gesäß; Hintern; Queue
rang Kette; Leine; Linie; Reihe; Schlange; Serie; Zeile Gesellschaftsschicht; Grad; Gradation; Klasse; Maß; Niveau; Position; Rang; Rangfolge; Rangordnung; Schicht; Skala; Stand; Stellung; Titel; Wissenschaftlicher Grad
rangs Kette; Leine; Linie; Reihe; Schlange; Serie; Zeile
rangée Folge; Reihe; Schlange; Serie; Zyklus Zyklus
règle Kette; Leine; Linie; Reihe; Schlange; Serie; Zeile Bandmaß; Charta; Filter; Lineal; Linie; Metermaß; Meßband; Norm; Regel; Standard; Standarte; Statut; Strich; Zollstock; Zollstöcke
succession Aufeinanderfolge; Erbfolge; Folge; Nachfolge; Reihe; Reihenfolge; Sukzession Aneinanderreihung; Erbe; Erbfolge; Erbmasse; Erbschaft; Erbstück; Erbteil; Hinterlassenschaft; Nachlaß; Vermächtnis
suite Aufeinanderfolge; Erbfolge; Folge; Nachfolge; Reihe; Reihenfolge; Serie; Sukzession; Zyklus Anwendungssuite; Appartement; Ausführen; Besuchszimmer; Empfangsraum; Empfangszimmer; Endergebnis; Ergebnis; Folge; Folgerung; Fortführung; Fortsetzung; Gefolge; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Hotelsuite; Konklusion; Produktfamilie; Resultat; Salon; Schleppe; Schleppnetz; Schleppzug; Schluß; Suite; Troß; Weiterführung; Zug; Zyklus
séquence Folge; Reihe; Satz; Sequenz; Serie; Zyklus Kette; Sequenz; Zyklus
série Abfolge; Aneinanderreihung; Aufeinanderfolge; Erkettung; Folge; Kette; Reihe; Reihenfolge; Sequenz; Serie; Verkettung; Zyklus Gamma; Skala; Spektrum; Zyklus
traînée Reihe Dirne; Horizontale; Hure; Nutte; Schlampe; Schnalle; Straßenmädchen; Strichmädchen; leichtes Mädchen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
bande Band
ligne Zeile
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rangée aufgeräumt; gepflegt; ordentlich; sauber; tadellos

Synoniemen voor "Reihe":


Wiktionary: Reihe

Reihe
noun
  1. Traductions à trier suivant le sens
  2. Petit sillon
Cross Translation:
FromToVia
• Reihe → file ↔ queue — line of people
• Reihe → rangée ↔ rank — One of the horizontal lines of squares on a chessboard
• Reihe → ligne; rang; rangée ↔ row — line of objects
• Reihe → série ↔ series — in analysis: sum of the terms of a sequence

reihen:

reihen werkwoord (reihe, reihst, reiht, reihte, reihtet, gereiht)

  1. reihen (über Stag gehen; drehen; wenden; )
    virer de bord

Conjugations for reihen:

Präsens
  1. reihe
  2. reihst
  3. reiht
  4. reihen
  5. reiht
  6. reihen
Imperfekt
  1. reihte
  2. reihtest
  3. reihte
  4. reihten
  5. reihtet
  6. reihten
Perfekt
  1. habe gereiht
  2. hast gereiht
  3. hat gereiht
  4. haben gereiht
  5. habt gereiht
  6. haben gereiht
1. Konjunktiv [1]
  1. reihe
  2. reihest
  3. reihe
  4. reihen
  5. reihet
  6. reihen
2. Konjunktiv
  1. reihte
  2. reihtest
  3. reihte
  4. reihten
  5. reihtet
  6. reihten
Futur 1
  1. werde reihen
  2. wirst reihen
  3. wird reihen
  4. werden reihen
  5. werdet reihen
  6. werden reihen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde reihen
  2. würdest reihen
  3. würde reihen
  4. würden reihen
  5. würdet reihen
  6. würden reihen
Diverses
  1. reih!
  2. reiht!
  3. reihen Sie!
  5. gereiht
  6. reihend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor reihen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
virer de bord drehen; kehren; lenken; reihen; schnüren; seineMeinungändern; wenden; über Stag gehen seine meinung ändern; über stag gehen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Reihe







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1655 seconde
Page rendered in 1.0 seconds