Gestresst: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

gestresst:
- pressé; à la hâte; hâtif; précipité; énervé; agité; nerveux; précipitamment; avec précipitation; hâtivement; nerveusement
gestreßt:
- tendu; énervé; stressé; contracté
Wiktionary:
- gestresst → stressé

Duits

Uitgebreide vertaling voor gestresst (Duits) in het Frans

gestresst:

gestresst bijvoeglijk naamwoord

gestresst (gejagd; gehetzt; schnell; hastig; geschwind; überstürzt)
pressé; à la hâte; hâtif; précipité; énervé; agité; nerveux; précipitamment; avec précipitation; hâtivement; nerveusement
- pressé bijvoeglijk naamwoord
- à la hâte bijvoeglijk naamwoord
- hâtif bijvoeglijk naamwoord
- précipité bijvoeglijk naamwoord
- énervé bijvoeglijk naamwoord
- agité bijvoeglijk naamwoord
- nerveux bijvoeglijk naamwoord
- précipitamment bijvoeglijk naamwoord
- avec précipitation bijvoeglijk naamwoord
- hâtivement bijvoeglijk naamwoord
- nerveusement bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor gestresst:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
nerveux		Nervenbündel; Nervenkranke; Neurotiker; Schussel
énervé		Nervenbündel; Nervenkranke; Neurotiker; Schussel
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
agité	gehetzt; gejagd; geschwind; gestresst; hastig; schnell; überstürzt	agitiert; aufgebracht; aufgeregt; aufgeweckt; aus vollem Halse; aus voller Kehle; bewegt; erhitzt; erregt; fest; feurig; flatterhaft; frisch; gefühllos; geräuschvoll; hart; hektisch; herb; hitzig; hörbar; kaltblütig; laut; lauthals; lautstark; lebendig; lebhaft; lärmend; munter; quick; rastlos; ruhelos; rührig; sauer; schnell; schrill; schwierig; steif; streng; tosend; turbulent; tüchtig; unbeständig; ungestüm; unruhig; unsanft; zappelig
avec précipitation	gehetzt; gejagd; geschwind; gestresst; hastig; schnell; überstürzt	gehetzt; hastig; hetzig
hâtif	gehetzt; gejagd; geschwind; gestresst; hastig; schnell; überstürzt	gehetzt; geschwind; hastig; hetzig; in aller Eile; rasch; schnell
hâtivement	gehetzt; gejagd; geschwind; gestresst; hastig; schnell; überstürzt	gehetzt; geschwind; hastig; hetzig; in aller Eile; rasch; schnell
nerveusement	gehetzt; gejagd; geschwind; gestresst; hastig; schnell; überstürzt	ängstlich
nerveux	gehetzt; gejagd; geschwind; gestresst; hastig; schnell; überstürzt	erhitzt; flatterhaft; nervös; rastlos; ruhelos; rührig; steif; unbeständig; unruhig; zappelig; ängstlich
pressé	gehetzt; gejagd; geschwind; gestresst; hastig; schnell; überstürzt	ausgedrückt; auspressen; ausquetschen; ausreißen; dringend; dringend nötig; dringlich; eilend; gehetzt; gesagt; geschwind; hastig; hetzig; notwendig; rasch; schnell
précipitamment	gehetzt; gejagd; geschwind; gestresst; hastig; schnell; überstürzt	auf einmal; flink; gedankenlos; gehetzt; geschwind; halsüberkopf; hastig; hetzig; jählings; leichtfertig; leichtsinnig; plötzlich; rasch; schlagartig; schleunig; schnell; unbedachtsam; unbesonnen; unerwartet; unverhofft; unvermittelt; unvermutet; unversehens; unvorhergesehen; unvorsichtig; unüberlegt; waghalsig; überhastet
précipité	gehetzt; gejagd; geschwind; gestresst; hastig; schnell; überstürzt	beschleunigt; gedankenlos; gehetzt; hastig; hetzig; leichtfertig; leichtsinnig; unbedachtsam; unbesonnen; unvorsichtig; unüberlegt; voreilig; vorschnell; waghalsig; überhastet
à la hâte	gehetzt; gejagd; geschwind; gestresst; hastig; schnell; überstürzt	flüchtig; gehetzt; hastig; hetzig; in aller Eile; in fliegender Eile; oberflächlich
énervé	gehetzt; gejagd; geschwind; gestresst; hastig; schnell; überstürzt	abgehetzt; agitiert; angebrannt; aufgeregt; erregt; gehetzt; gereizt; gestreßt; giftig; irritiert; reizbar; verärgert

Synoniemen voor "gestresst":

abgearbeitet; abgehetzt; abgekämpft; abgeschlagen; abgespannt; angeschlagen; ausgebrannt; ausgelaugt; ausgepowert; entkräftet; erholungsbedürftig; erschlafft; erschöpft; fertig; kaputt; schlapp; urlaubsreif; verausgabt; verbraucht; verratzt
hypertroph; überspannt

Wiktionary: gestresst

Cross Translation:

From	To	Via
• gestresst	→ stressé	↔ stressed — stressed-out

gestreßt:

gestreßt bijvoeglijk naamwoord

gestreßt (gehetzt; gereizt)
tendu; énervé; stressé; contracté
- tendu bijvoeglijk naamwoord
- énervé bijvoeglijk naamwoord
- stressé bijvoeglijk naamwoord
- contracté bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor gestreßt:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
énervé		Nervenbündel; Nervenkranke; Neurotiker; Schussel
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
contracté	gehetzt; gereizt; gestreßt	krampfhaft; krampfig; verkrampft
stressé	gehetzt; gereizt; gestreßt	überarbeitet; überreizt
tendu	gehetzt; gereizt; gestreßt	angestrengt; ausgestreckt; barsch; bespannen; brüsk; dickköpfig; eigenbrötlerisch; eigensinnig; eigenwillig; griesgrämig; knurrig; konzentriert; sauertöpfisch; schlechtgelaunt; starr; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; trotzig; unbeugsam; von starke Gehalt; widerborstig; widerspenstig; widerwillig
énervé	gehetzt; gereizt; gestreßt	abgehetzt; agitiert; angebrannt; aufgeregt; erregt; gehetzt; gejagd; gereizt; geschwind; gestresst; giftig; hastig; irritiert; reizbar; schnell; verärgert; überstürzt

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Duitse en Franse zoekresultaten voor: gestresst

Uitgebreide vertaling voor gestresst (Duits) in het Frans

gestresst:

gestresst bijvoeglijk naamwoord

gestresst (gejagd; gehetzt; schnell; hastig; geschwind; überstürzt)

Vertaal Matrix voor gestresst:

Synoniemen voor "gestresst":

Wiktionary: gestresst

gestreßt:

gestreßt bijvoeglijk naamwoord

gestreßt (gehetzt; gereizt)

Vertaal Matrix voor gestreßt: