Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Pein

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Pein

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Pein:
- mal; peine
Wiktionary:
- Pein → douleur
- Pein → douleur, mal

Frans naar Duits: Meer gegevens...

peiné:
- schmerzlich; schmerzhaft; grüblerisch; geniert; beschämt

Duits

Uitgebreide vertaling voor Pein (Duits) in het Frans

Pein:

Pein [die ~] zelfstandig naamwoord

die Pein (Schmerz; Leid; Kummer; Mühe)
le mal; la peine
- mal [le ~] zelfstandig naamwoord
- peine [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Pein:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
mal	Kummer; Leid; Mühe; Pein; Schmerz	Anstrengungen; Aufwand; Beanstandung; Belästigung; Bemühen; Bemühung; Beschwerde; Beschwerlichkeit; Gram; Klage; Krankheit; Kränkung; Leiden; Lästigkeit; Mühe; Mühewaltung; Schererei; Scherereien; Schwierigkeit; Unannehmlichkeit; Unbequemlichkeit; Ungemach; Verdrießlichkeit; Verletzung; Ärger; Ärgernis; Übel
peine	Kummer; Leid; Mühe; Pein; Schmerz	Anstrengungen; Aufwand; Beanstandung; Bekümmernis; Bemühen; Bemühung; Beschwerde; Besorgnis; Besorgtheit; Betrübnis; Chagrin; Elend; Freiheitsstrafe; Gefängnisstrafe; Gram; Griesgram; Haft; Klage; Krankheit; Kummer; Last; Leiden; Lästigkeit; Mühe; Mühewaltung; Schererei; Scherereien; Schwierigkeit; Stümperei; Trauer; Traurigkeit; Trübsal; Unannehmlichkeit; Unbequemlichkeit; Verdrießlichkeit; Verdruß; Ärger; Ärgernis; Übel
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
mal		Leid zufügend; arg; boshaft; bösartig; böse; derb; doppelzüngig; ernst; falsch; faul; fehlerhaft; frivol; fälschlich; fälschlicherweise; gemein; grob; handelen mit schlechten Gedanken; heimtückisch; hinterhältig; hinterlistig; inakzeptabel; indiskret; kritisch; kränklich; lasterhaft; menstruierend; mies; niederträchtig; ranzig; respektlos; roh; schamlos; schief; schlecht; schlimm; stinkend; stinkig; tückisch; unangebracht; unanständig; unehrenhaft; ungebührlich; ungehörig; ungeziemend; ungezogen; unmoralisch; unpassend; unpässlich; unpäßlich; unrecht; unrichtig; unschicklich; unsittlich; unwohl; unzart; verdorben; verfault; vergammelt; verkehrt; verrotet; zornig; übel

Synoniemen voor "Pein":

Agonie; Hölle; Qual; Quälerei; Strapaze; Tortur
Leid; Schmerz; Weh; Beschwerde; Krankheitszeichen; Symptom
Drangsal; Folter; Folterung; Höllenpein; Höllenqual; Marter; Misshandlung; Peinigung; peinliche Befragung

Wiktionary: Pein

Pein

noun

Schmerz, Qual
- Pein → douleur

Cross Translation:

From	To	Via
• Pein	→ douleur; mal	↔ pijn — geestelijk leed

Frans

Uitgebreide vertaling voor Pein (Frans) in het Duits

peiné:

peiné bijvoeglijk naamwoord

peiné (douloureux; pénible; gênant; l'air peiné)
schmerzlich; schmerzhaft
- schmerzlich bijvoeglijk naamwoord
- schmerzhaft bijvoeglijk naamwoord
peiné (pessimiste; tourmenté; inquiet; torturé)
grüblerisch
- grüblerisch bijvoeglijk naamwoord
peiné
geniert; beschämt
- geniert bijvoeglijk naamwoord
- beschämt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor peiné:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beschämt	peiné	embarrassé
geniert	peiné
grüblerisch	inquiet; peiné; pessimiste; torturé; tourmenté	rêveur; somnolent
schmerzhaft	douloureux; gênant; l'air peiné; peiné; pénible	acerbe; aigu; avec netteté; avec perspicacité; avec virulence; bien affilé; corrosif; distinctement; fin; fort; injurieux; mordant; offensant; outrageant; vexant; âpre
schmerzlich	douloureux; gênant; l'air peiné; peiné; pénible	acerbe; aigu; attristant; avec netteté; avec perspicacité; avec virulence; bien affilé; corrosif; cruel; distinctement; douloureusement; douloureux; déchirant; fin; fort; injurieux; mordant; offensant; outrageant; poignant; tragique; triste; vexant; âpre

Synoniemen voor "peiné":

sué; transpiré; exsudé; suinté