Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Neid

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Neid

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Neid:
- jalousie; envie; émulation; ressentiment
Wiktionary:
- Neid → envie
- Neid → envie, rancune, jalousie

Duits

Uitgebreide vertaling voor Neid (Duits) in het Frans

Neid:

Neid [der ~] zelfstandig naamwoord

der Neid (Mißgunst; Eifersucht; Jalousie)
la jalousie; l'envie; l'émulation; le ressentiment
- jalousie [la ~] zelfstandig naamwoord
- envie [la ~] zelfstandig naamwoord
- émulation [la ~] zelfstandig naamwoord
- ressentiment [le ~] zelfstandig naamwoord
der Neid (Eifersucht; Mißgunst)
l'envie; la jalousie
- envie [la ~] zelfstandig naamwoord
- jalousie [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Neid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
envie	Eifersucht; Haß; Jalousie; Mißgunst; Neid	Begehr; Begehren; Begierde; Fascinierung; Geilheit; Genußsucht; Gier; Hingebung; Inbrunst; Interesse; Leidenschaft; Lust; Passion; Verlangen; Wollust; ein großes Verlangen
jalousie	Eifersucht; Haß; Jalousie; Mißgunst; Neid
ressentiment	Eifersucht; Jalousie; Mißgunst; Neid	Animosität; Fehde; Feindschaft; Feindseligkeit; Nachtragendheit; Rachsucht; Ressentiment
émulation	Eifersucht; Jalousie; Mißgunst; Neid	Emulation

Synoniemen voor "Neid":

Eifersucht; Missgunst; Affekt; Emotion; Empfindung; Gefühl; Gefühlsbewegung; Gefühlsregung; Gespür; Regung; Sentiment; Stimmungslage

Wiktionary: Neid

Neid

noun

der intensive negative Gefühlszustand von Menschen, wenn sie den Besitz, Erfolg, den körperlichen Vorzug oder das Glück eines anderen beobachten können, das sie nicht haben, aber ihm missgönnen.
- Neid → envie

Neid

noun

chagrin ou haine que l’on ressent du bonheur, des succès, des avantages d’autrui.
- envie → Brotneid; Gelüste; Lust; Missgunst; Neid; Verlangen; Eifersucht; Mißgunst

Cross Translation:

From	To	Via
• Neid	→ envie	↔ envy — resentful desire of something possessed by another
• Neid	→ rancune	↔ grudge — deep seated animosity
• Neid	→ envie; jalousie	↔ jealousy — close, zealous vigilance, envy
• Neid	→ jalousie	↔ jaloezie — gevoel