Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Guthaben

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Guthaben

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Guthaben:
- crédit; avoir; épargnes; économies; magots; crédit de banque
Wiktionary:
- Guthaben → avoir

Duits

Uitgebreide vertaling voor Guthaben (Duits) in het Frans

Guthaben:

Guthaben [das ~] zelfstandig naamwoord

Guthaben (Besitz; Kredit; Habe; Besitztum; Eigentum; Ersparnis)
le crédit; l'avoir
- crédit [le ~] zelfstandig naamwoord
- avoir [le ~] zelfstandig naamwoord
Guthaben (Spargroschen; Ersparnis)
l'épargnes; l'économies; le magots
- épargnes [la ~] zelfstandig naamwoord
- économies [la ~] zelfstandig naamwoord
- magots [le ~] zelfstandig naamwoord
Guthaben
le crédit de banque
- crédit de banque [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Guthaben:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avoir	Besitz; Besitztum; Eigentum; Ersparnis; Guthaben; Habe; Kredit	Gutschrift; Reichtum; Vermögen
crédit	Besitz; Besitztum; Eigentum; Ersparnis; Guthaben; Habe; Kredit	Anleihe; Darlehen; Kompliment; Kredit; Kreditverleihung; Lob; Passiva; Vorschuß
crédit de banque	Guthaben
magots	Ersparnis; Guthaben; Spargroschen
économies	Ersparnis; Guthaben; Spargroschen
épargnes	Ersparnis; Guthaben; Spargroschen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avoir		beschwindeln; besitzen; haben; hereinlegen; verarschen

Synoniemen voor "Guthaben":

Erspartes; Reichtum; Vermögen; Wohlstand
Gutschrift; Haben

Wiktionary: Guthaben

Guthaben

noun

Summe des Geldes, die man auf einem Konto hat oder die man einfordern kann
- Guthaben → avoir

Guthaben

noun

Ensemble des biens et richesses appartenant à un individu
- avoir → Guthaben; Haben; Vermögen