Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: weg

Duitse en Franse zoekresultaten voor: weg

Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. weg:
  2. Weg:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor weg (Duits) in het Frans

weg:

weg bijvoeglijk naamwoord

  1. weg (hinaus)
    changé d'air
  2. weg (verschwunden; davon)
    disparu; parti; perdu
    • disparu bijvoeglijk naamwoord
    • parti bijvoeglijk naamwoord
    • perdu bijvoeglijk naamwoord
  3. weg
    filer le large; filer le camp
  4. weg (weggefahren)
    tordu; forcé
    • tordu bijvoeglijk naamwoord
    • forcé bijvoeglijk naamwoord
  5. weg (fort; verschwunden; futsch)
    allez; va-t'en!

Vertaal Matrix voor weg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
disparu Toter
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allez fort; futsch; verschwunden; weg
changé d'air hinaus; weg
disparu davon; verschwunden; weg vergangen; verirrt; verloren; verschwunden
filer le camp weg
filer le large weg
forcé weg; weggefahren affektiert; erkünstelt; forciert; gekünstelt; geschraubt; geziert; gezwungen; künstlich; notgezwungen; steif; unecht; unfreiwillig; unnatürlich; verpflichtet; zwanghaft; zwangsmäsig; zwangsmässig
parti davon; verschwunden; weg vergangen; verloren; verschwunden
perdu davon; verschwunden; weg faul; in Trümmern; ranzig; schlecht; stinkend; stinkig; verdorben; verfault; vergammelt; vergangen; verirrt; verloren; vernichtet; verrotet; verschwunden; verwüstet; zerstört; zu nichte gemacht
tordu weg; weggefahren gebogen; gekrümmt; umgeklapt; verbogen; verdreht; verschroben; verzerrt; verzogen
va-t'en! fort; futsch; verschwunden; weg

Synoniemen voor "weg":


Wiktionary: weg

weg
Cross Translation:
FromToVia
• weg → loin ↔ away — from a place; hence

Weg:

Weg [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Weg (Straße; Bahn; Strecke; Chaussee)
    la rue; la chaussée; la route pavée; la voie; la route; l'itinéraire; la piste; le trajet; le parcours
    • rue [la ~] zelfstandig naamwoord
    • chaussée [la ~] zelfstandig naamwoord
    • route pavée [la ~] zelfstandig naamwoord
    • voie [la ~] zelfstandig naamwoord
    • route [la ~] zelfstandig naamwoord
    • itinéraire [le ~] zelfstandig naamwoord
    • piste [la ~] zelfstandig naamwoord
    • trajet [le ~] zelfstandig naamwoord
    • parcours [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Weg (Leinpfad; Treidelpfad; Treidelweg; )
    le chemin; le sentier; le chemin de halage

Vertaal Matrix voor Weg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chaussée Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Weg Fahrbahn; Fahrspur; Fahrstrecke; Fahrstreifen; Straße; Straßenabschnitt
chemin Feldweg; Landstraße; Landweg; Leinpfad; Treidelpfad; Treidelweg; Weg Feldweg
chemin de halage Feldweg; Landstraße; Landweg; Leinpfad; Treidelpfad; Treidelweg; Weg
itinéraire Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Weg Karriere; Reisebericht; Reisebeschreibung; Reiseplan; Reiseroute; Route; Routebeschreibung; Strecke; Teilstrecke
parcours Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Weg Karriere; Piste; Strecke; Teilstrecke
piste Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Weg Audiotitel; Fahrbahn; Fahrspur; Fahrstrecke; Fahrstreifen; Feldweg; Piste; Radrennbahn; Rennbahn; Rundstrecke; Stadionring; Straße; Straßenabschnitt; Strecke; Titel
route Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Weg Ausfahrt; Ausrichtung; Betriebsführung; Direktion; Erfahrung; Fahrt; Feldweg; Fransenborte; Gastspielreise; Geländefahrt; Geschäftsführung; Gewohnheit; Karriere; Kurs; Leitung; Navigationsroute; Reise; Richtung; Route; Routine; Rundfahrt; Rundgänge; Rundläufe; Rundreise; Schule; Seite; Spazierfahrt; Strecke; Teilstrecke; Verwaltung
route pavée Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Weg
rue Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Weg
sentier Feldweg; Landstraße; Landweg; Leinpfad; Treidelpfad; Treidelweg; Weg Feldweg; Waldweg
trajet Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Weg Karriere; Strecke; Teilstrecke
voie Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Weg Arbeitsverhältnis; Dienststelle; Dienstverhältnis; Fahrbahn; Fahrspur; Fahrstrecke; Fahrstreifen; Feldweg; Karriere; Stellung; Straße; Straßenabschnitt; Strecke; Teilstrecke; Verkehrsstreifen

Synoniemen voor "Weg":


Wiktionary: Weg

Weg
noun
  1. Physik: eine Raumkurve, angelehnt an den mathematischen Begriff
  2. physikalische Größe (SI-Basiseinheit ist Meter)
  3. Mathematik: eine bestimmte Art stetiger Abbildungen
  4. aktiver Gang, Unterwegssein
  5. allgemeine und mathematische Möglichkeit oder Art und Weise, eine Lösung zu erreichen
  6. etwas Verbindendes; Strecke
  7. bestimmte, zum Erreichen des Zieles einzuschlagende einzelne oder auch wechselnde Richtung
  8. einfache, oft geringer befestigen aber auch unbefestigte, als allgemeiner Weg nicht klassifizierte Verkehrslinie zum Begehen oder Befahren
Weg
noun
  1. voie, route pratiquer pour communiquer, pour aller d’un lieu à un autre.
  2. chemin à suivre pour aller d’un lieu à un autre.
  3. façon dont une chose se produire.
  4. Direction qu’on suit ou qu’on peut suivre, par terre, par mer (cap) ou par les airs, pour aller en quelque lieu.
  5. Chemin, route. (Sens général).
Cross Translation:
FromToVia
• Weg → voie; chemin ↔ weg — een smalle strook grond voor het verkeer
• Weg → chemin ↔ path — a course taken
• Weg → route ↔ road — a way for travel
• Weg → route; chemin ↔ route — course or way traveled
• Weg → route ↔ route — passing, course, road
• Weg → voie; chemin ↔ way — wide path

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van weg







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1338 seconde
Page rendered in 1.0 seconds