Home ->Woordenboeken ->Duits/Frans ->Zoek: Verlegenheit

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Verlegenheit

Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Verlegenheit:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Verlegenheit (Duits) in het Frans

Verlegenheit:

Verlegenheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Verlegenheit (Schüchternheit; Zurückhaltung; Verschlossenheit; )
    la gêne; la réserve; l'embarras; la timidité
    • gêne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • réserve [la ~] zelfstandig naamwoord
    • embarras [le ~] zelfstandig naamwoord
    • timidité [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Verlegenheit (Schüchternheit; Zaghaftigkeit; Scheuheit; Schüchternkeit)
    la timidité; la sauvagerie; l'humeur sauvage
  3. die Verlegenheit (Schüchternheit; Ängstlichkeit; Zaghaftigkeit; Scheuheit)
    la crainte; la timidité; la pudicité
  4. die Verlegenheit (Schüchternheit)
    la timidité
  5. die Verlegenheit (Scheu; Scham; Schüchternheit; Zaghaftigkeit; Geniertheit)
    l'embarras; la gêne
    • embarras [le ~] zelfstandig naamwoord
    • gêne [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Verlegenheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crainte Scheuheit; Schüchternheit; Verlegenheit; Zaghaftigkeit; Ängstlichkeit Angst; Bangigkeit; Furcht; Panik; Scheu; Schrecken; Ängstlichkeit
embarras Geniertheit; Scham; Scheu; Scheuheit; Schüchternheit; Verlegenheit; Verschlossenheit; Zaghaftigkeit; Zurückhaltung Behinderung; Belästigung; Beschwerde; Beschwerlichkeit; Chagrin; Elend; Ergernis; Ergernisse; Gedränge; Getreibe; Getue; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Gram; Griesgram; Kram; Last; Lästigkeit; Mühe; Not; Obstruktion; Scham; Schamgefühl; Schererei; Scherereien; Schlamassel; Schwierigkeit; Sorge; Störung; Stümperei; Trauer; Umstände; Unannehmlichkeit; Unbequemlichkeit; Ungemach; Verdrießlichkeit; viel Mühe; Ärger; Ärgerlichkeit; Ärgernis; Übel
gêne Geniertheit; Scham; Scheu; Scheuheit; Schüchternheit; Verlegenheit; Verschlossenheit; Zaghaftigkeit; Zurückhaltung Behinderung; Belästigung; Beschwerde; Beschwerlichkeit; Ergernis; Ergernisse; Hindernis; Hürde; Klippe; Lästigkeit; Obstruktion; Schwierigkeit; Störung; Unannehmlichkeit; Unbequemlichkeit; Ungemach; Unterbrechung; Ärger; Ärgerlichkeit; Ärgernis; Übel
humeur sauvage Scheuheit; Schüchternheit; Schüchternkeit; Verlegenheit; Zaghaftigkeit
pudicité Scheuheit; Schüchternheit; Verlegenheit; Zaghaftigkeit; Ängstlichkeit Rechtschaffenheit; Sittsamkeit; Tugendhaftigkeit
réserve Geniertheit; Scheu; Scheuheit; Schüchternheit; Verlegenheit; Verschlossenheit; Zaghaftigkeit; Zurückhaltung Ablieferung; Aufgabe; Auslieferung; Beförderung; Beherrschung; Besonnenheit; Besorgung; Bestellung; Deponie; Depot; Einschickung; Einsendung; Geschäft; Geschäfte; Großhandelsgebäude; Kaufhaus; Lager; Lagerhaus; Lagerplatz; Lagerraum; Lieferung; Magazin; Mäßigung; Naturschutzgebiet; Niederlage; Reservat; Reserviertheit; Sammelplatz; Sendung; Speicher; Versand; Versandung; Verschlossenheit; Versendung; Vorbehalt; Vorratslager; Warenhaus; Warenlager; Wildpark; Zurückgezogenheit; Zurückhaltung; Zustellung
sauvagerie Scheuheit; Schüchternheit; Schüchternkeit; Verlegenheit; Zaghaftigkeit Wildheit; Wüstheit
timidité Geniertheit; Scheu; Scheuheit; Schüchternheit; Schüchternkeit; Verlegenheit; Verschlossenheit; Zaghaftigkeit; Zurückhaltung; Ängstlichkeit Bangigkeit; Furcht; Scheu; Ängstlichkeit

Synoniemen voor "Verlegenheit":


Wiktionary: Verlegenheit

Verlegenheit
noun
  1. Ce qui embarrasse ou résultat de l’action d’embarrasser.
verb
  1. Mettre en peine, troubler.

Verwante vertalingen van Verlegenheit







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0787 seconde
Page rendered in 1.0 seconds