Overzicht
Duits naar Frans: Meer gegevens...
-
Sprachschwäche:
-
Wiktionary:
Sprachschwäche → retard linguistique
-
Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor Sprachschwäche (Duits) in het Frans
Sprachschwäche: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- sprechen: parler; discuter; communiquer; causer; bavarder; faire un discours; être en contact avec; avoir de la conversation; dire; raconter; prononcer; papoter; jaser; jacasser; cancaner; clapoter; caqueter; répandre; rendre compte; conter
- Schwäche: mollesse; point faible; imperfection; besoin; manque; défaut; pénurie; sensibilité; déficit; lacune; misère; crise; dépression; faute; erreur; faiblesse; gaffe; défaillance; carence; impuissance; maladresse; incapacité; bévue; énormité
Spelling Suggesties voor: Sprachschwäche
- Searching for suggestions...
Wiktionary: Sprachschwäche
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • Sprachschwäche | → retard linguistique | ↔ taalachterstand — een achterstand in de beheersing van de taal |
Computer vertaling door derden:
Frans
Suggesties voor Sprachschwäche in het Frans
Spelling Suggesties voor: Sprachschwäche
- Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden: