Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Saatgut:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Saatgut (Duits) in het Frans

Saatgut:

Saatgut [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Saatgut (Sämereien)
    la semence
    • semence [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. Saatgut (Samenkörner)
    la semence; la graines à semer

Vertaal Matrix voor Saatgut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
graines à semer Saatgut; Samenkörner
semence Saatgut; Samenkörner; Sämereien Keim; Saatzeit; Samen

Synoniemen voor "Saatgut":


Wiktionary: Saatgut

Saatgut
noun
  1. trockene, ruhende Fortpflanzungsorgane wie Samen, Früchte, Scheinfrüchte, Fruchtstände oder Teile davon