Nuance: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Frans: Meer gegevens...

Nuance:
- nuance; nuance de couleur; teinte; ton; tonalité
Wiktionary:
- Nuance → nuance, teinte
- Nuance → nuance, subtilité

Frans naar Duits: Meer gegevens...

nuance:
- Farbe; Färbung; Schattierung; Nuance; Abstufung; Farbgamma; Farbton; Nuancierung; Farbspektrum; Farbenstufe; Farbskala; Farbenspiel; Note; Unterton
nuancer:
- nuancieren; differenzieren; Unterschied machen
Wiktionary:
- nuance → Abstufung, Nuance, Schattierung, Ton
- nuance → Nuance, Farbton
- nuancer → nuancieren

Duits

Uitgebreide vertaling voor Nuance (Duits) in het Frans

Nuance:

Nuance [die ~] zelfstandig naamwoord

die Nuance (Farbenstufe; Schattierung; Abstufung; Farbgamma; Farbton; Nuancierung; Farbspektrum; Farbskala)
la nuance; la nuance de couleur; la teinte; le ton; le tonalité
- nuance [la ~] zelfstandig naamwoord
- nuance de couleur [la ~] zelfstandig naamwoord
- teinte [la ~] zelfstandig naamwoord
- ton [le ~] zelfstandig naamwoord
- tonalité [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Nuance:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
nuance	Abstufung; Farbenstufe; Farbgamma; Farbskala; Farbspektrum; Farbton; Nuance; Nuancierung; Schattierung	Abstufung; Farbe; Farbenspiel; Färbung; Note; Nuancierung; Schattierung; Unterton
nuance de couleur	Abstufung; Farbenstufe; Farbgamma; Farbskala; Farbspektrum; Farbton; Nuance; Nuancierung; Schattierung
teinte	Abstufung; Farbenstufe; Farbgamma; Farbskala; Farbspektrum; Farbton; Nuance; Nuancierung; Schattierung	Farbe; Farbton; Färbung; Klang; Klangfarbe; Laut; Timbre; Ton
ton	Abstufung; Farbenstufe; Farbgamma; Farbskala; Farbspektrum; Farbton; Nuance; Nuancierung; Schattierung	Intonation; Klang; Klangfarbe; Laut; Modulierung der Stimme; Musiknote; Note; Timbre; Ton; Tonalität; Tonhöhe
tonalité	Abstufung; Farbenstufe; Farbgamma; Farbskala; Farbspektrum; Farbton; Nuance; Nuancierung; Schattierung	Freizeichen; Tonalität
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
tonalité		Freizeichen
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ton		dein; dich; dir

Synoniemen voor "Nuance":

Abstufung; feiner Unterschied; Schattierung; Tönung
Farbe; Farbton; Kolorit; Schimmer; Ton; Abstraktion

Wiktionary: Nuance

Nuance

noun

peinture|fr imprimerie|fr chacun des degrés différents par lesquels peut passer une couleur, conserver le nom qui la distinguer des autres.
- nuance → Abstufung; Nuance; Schattierung; Ton
peinture|fr nuance de couleur.
- teinte → Abstufung; Nuance; Schattierung; Ton; Farbe

Cross Translation:

From	To	Via
• Nuance	→ nuance	↔ nuance — minor distinction
• Nuance	→ nuance; subtilité	↔ nuance — subtlety or fine detail

Frans

Uitgebreide vertaling voor Nuance (Frans) in het Duits

nuance:

nuance [la ~] zelfstandig naamwoord

la nuance (couleur; teinte; teint; coloration; teinture; colorant; rougeur; accent)
die Farbe; die Färbung
- Farbe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Färbung [die ~] zelfstandig naamwoord
la nuance (nuance de couleur; teinte; ton; tonalité)
die Schattierung; die Nuance; die Abstufung; Farbgamma; der Farbton; die Nuancierung; Farbspektrum; die Farbenstufe; die Farbskala
- Schattierung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Nuance [die ~] zelfstandig naamwoord
- Abstufung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Farbgamma [das ~] zelfstandig naamwoord
- Farbton [der ~] zelfstandig naamwoord
- Nuancierung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Farbspektrum [das ~] zelfstandig naamwoord
- Farbenstufe [die ~] zelfstandig naamwoord
- Farbskala [die ~] zelfstandig naamwoord
la nuance (jeu des couleurs)
die Abstufung; die Schattierung; Farbenspiel; die Nuancierung
- Abstufung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schattierung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Farbenspiel [das ~] zelfstandig naamwoord
- Nuancierung [die ~] zelfstandig naamwoord
la nuance
die Note
- Note [die ~] zelfstandig naamwoord
la nuance (action de nuancer)
die Nuancierung
- Nuancierung [die ~] zelfstandig naamwoord
la nuance (harmonique inférieur)
der Unterton
- Unterton [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor nuance:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Abstufung	jeu des couleurs; nuance; nuance de couleur; teinte; ton; tonalité	index; liste; table; tableau
Farbe	accent; colorant; coloration; couleur; nuance; rougeur; teint; teinte; teinture	peinture; teinture
Farbenspiel	jeu des couleurs; nuance
Farbenstufe	nuance; nuance de couleur; teinte; ton; tonalité	gamme; spectre solaire; éventail de couleurs
Farbgamma	nuance; nuance de couleur; teinte; ton; tonalité	gamme; gamme de couleurs; spectre solaire; éventail de couleurs
Farbskala	nuance; nuance de couleur; teinte; ton; tonalité	gamme; gamme de couleurs; octave; spectre solaire; échelle; échelle des sons; éventail de couleurs
Farbspektrum	nuance; nuance de couleur; teinte; ton; tonalité	gamme; gamme de couleurs; octave; spectre des couleurs; spectre solaire; échelle; échelle des sons; éventail de couleurs
Farbton	nuance; nuance de couleur; teinte; ton; tonalité	gamme; spectre solaire; teinte; éventail de couleurs
Färbung	accent; colorant; coloration; couleur; nuance; rougeur; teint; teinte; teinture	coloration; coloriage
Note	nuance	note; note de musique; ton
Nuance	nuance; nuance de couleur; teinte; ton; tonalité
Nuancierung	action de nuancer; jeu des couleurs; nuance; nuance de couleur; teinte; ton; tonalité
Schattierung	jeu des couleurs; nuance; nuance de couleur; teinte; ton; tonalité	ombre
Unterton	harmonique inférieur; nuance

Synoniemen voor "nuance":

couleur; peinture; teinte; ton; tonalité; coloration; coloris; différence; dissemblance; dissimilitude; distinction; divergence; distance; écart; inégalité; altérité; caractéristique; diversité; variété; particularité; contraste; disparité; opposition

Wiktionary: nuance

nuance

noun

peinture|fr imprimerie|fr chacun des degrés différents par lesquels peut passer une couleur, conserver le nom qui la distinguer des autres.
- nuance → Abstufung; Nuance; Schattierung; Ton

nuance

noun

geringe Abstufung in der Farbe
- Schattierung → nuance

Cross Translation:

From	To	Via
• nuance	→ Nuance	↔ nuance — subtlety or fine detail
• nuance	→ Nuance	↔ nuance — minor distinction
• nuance	→ Farbton	↔ shade — variety of color

nuancé:

Synoniemen voor "nuancé":

mitigé; mêlé; partagé; mélangé

Nuance vorm van nuancer:

nuancer werkwoord (nuance, nuances, nuançons, nuancez, nuancent, nuançais, nuançait, nuancions, nuanciez, nuançaient, nuançai, nuanças, nuança, nuançâmes, nuançâtes, nuancèrent, nuancerai, nuanceras, nuancera, nuancerons, nuancerez, nuanceront)

nuancer (modifier; différencier)
nuancieren; differenzieren
- nuancieren werkwoord (nuanciere, nuancierst, nuanciert, nuancierte, nuanciertet, nuanciert)
- differenzieren werkwoord
nuancer (apporter une distinction dans; moduler)
nuancieren; Unterschied machen
- nuancieren werkwoord (nuanciere, nuancierst, nuanciert, nuancierte, nuanciertet, nuanciert)
- Unterschied machen werkwoord

Conjugations for nuancer:

Présent

nuance
nuances
nuance
nuançons
nuancez
nuancent

imparfait

nuançais
nuançais
nuançait
nuancions
nuanciez
nuançaient

passé simple

nuançai
nuanças
nuança
nuançâmes
nuançâtes
nuancèrent

futur simple

nuancerai
nuanceras
nuancera
nuancerons
nuancerez
nuanceront

subjonctif présent

que je nuance
que tu nuances
qu'il nuance
que nous nuancions
que vous nuanciez
qu'ils nuancent

conditionnel présent

nuancerais
nuancerais
nuancerait
nuancerions
nuanceriez
nuanceraient

passé composé

ai nuancé
as nuancé
a nuancé
avons nuancé
avez nuancé
ont nuancé

divers

nuance!
nuancez!
nuançons!
nuancé
nuançant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor nuancer:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Unterschied machen	apporter une distinction dans; moduler; nuancer	descerner; distinguer
differenzieren	différencier; modifier; nuancer	différencier; opérer une distinction
nuancieren	apporter une distinction dans; différencier; modifier; moduler; nuancer

Synoniemen voor "nuancer":

diaprer; barioler; bigarrer; mitiger; mêler; partager; mélanger; colorer; teinter; rectifier; réviser

Wiktionary: nuancer

nuancer

verb

fein abstufen, fein differenzieren, kaum merklich ändern
- nuancieren → nuancer

Duitse en Franse zoekresultaten voor: Nuance

Uitgebreide vertaling voor Nuance (Duits) in het Frans

Nuance:

Nuance [die ~] zelfstandig naamwoord

die Nuance (Farbenstufe; Schattierung; Abstufung; Farbgamma; Farbton; Nuancierung; Farbspektrum; Farbskala)

Vertaal Matrix voor Nuance:

Synoniemen voor "Nuance":

Wiktionary: Nuance

Uitgebreide vertaling voor Nuance (Frans) in het Duits

nuance:

nuance [la ~] zelfstandig naamwoord

la nuance (couleur; teinte; teint; coloration; teinture; colorant; rougeur; accent)

la nuance (nuance de couleur; teinte; ton; tonalité)

la nuance (jeu des couleurs)

la nuance

la nuance (action de nuancer)

la nuance (harmonique inférieur)

Vertaal Matrix voor nuance:

Synoniemen voor "nuance":

Wiktionary: nuance

nuancé:

Synoniemen voor "nuancé":

Nuance vorm van nuancer:

nuancer werkwoord (nuance, nuances, nuançons, nuancez, nuancent, nuançais, nuançait, nuancions, nuanciez, nuançaient, nuançai, nuanças, nuança, nuançâmes, nuançâtes, nuancèrent, nuancerai, nuanceras, nuancera, nuancerons, nuancerez, nuanceront)

nuancer (modifier; différencier)

nuancer (apporter une distinction dans; moduler)

Conjugations for nuancer:

Présent

imparfait

passé simple

futur simple

subjonctif présent

conditionnel présent

passé composé

divers

Vertaal Matrix voor nuancer:

Synoniemen voor "nuancer":

Wiktionary: nuancer

Verwante vertalingen van Nuance